een geheel onbegrijpelijke naam. Maar het is ongetwijfeld een drukfout.
Ik vond den waren naam, die zeker op de kielvormige uitpniling op den
bek van deze vogels doelt, in de in noot 17 aangehaalde verhandeling
van Bates.
(*') De exemplaren van Iphias Leucippe in het Leidscb Museum zijn,
voor zoover hunne herkomst bekend is , alien van Ceram. Intusschen geeft
reeds Cramer ook Amboina als bet vaderland op. Zie Snellen van Yollen-
hoven, “Famine des Pidrides” , p. 54. Ygl. ook Bleeker’s “Reize”, II,
bl. 65. — Hestia is een nieuwere naam van het oude geslacht van Danaie-
den Idea, dat zieb kenmerkt door zijne doorschijnend witte, met zwart
geteekende vleugelen en in sommige soorten door zijne reusachtige grootte.
De oude geslachtsnaam is nu de speciale naam geworden van eene nieuwe
soort.
ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
VAN MAKASSER NAAR DE KEI-EILANDEN IN EEN
INLANDSCHE PRAUW.
(December, 1856).
Het was in het begin van September, en het regenseizoen
was juist te Makasser ingevallen. Nagenoeg drie maanden lang
had ik de zon dagelijks boven de palmbosehjes zien verrijzen,
tot het toppunt stijgen, en zich als een vurigen bol in den
oceaan dompelen, zonder dat zij ook maar op een enkel punt
van haren loop beneveld was. Nu hadden zich donkere loodeu
wolken over den gansehen hemel samengepakt en schenen de
ster van den dag blijvend onzichtbaar te maken. De sterke
oostewinden, heet en droog en zwanger van stof, die tot dus-
verre dagelijks waren opgestoken even zeker als de zon uit
de kimmen verrees, hadden plaats gemaakt voor veranderlijke
onstuimige windvlagen en zware regens, die dikwijls drie dagen
en nachten aanhielden; de verschroeide en opgescheurde, met
stoppels bedekte rijstvelden, het eenige schier wat gedurende
het droge weder de omtrek der hoofdstad palen ver in alle
richtingen te aanschouwen gaf, waren reeds zoozeer overstroomd,