verspreiden , nauwelijks genoegzaam om de duisternis zichtbaar
te maken. De vloer bestaat uit zwarte zanderige aarde; het dak
is in rookerige ondoordringbare donkerbeid gebuld; twee of
drie banken staan tegen de wanden, en een viool, een fluit,
een trom en een triangel vormen bet orkest. Het gezelschap
is talrijk en bestaat uit jonge mannen en vrouwen, die alien
zeer net gekleed zijn in bet wit en zwart — een echt Portu-
geesch gebruik. Quadrille’s, walsen, polka’s en mazurka’s worden
met grooten ijver en groote virtuositeit gedanst. De ver-
verschingen bestaan uit troebele koffie en eenige zoetigbeden.
Het dansen duurt uren achtereen, terwijl de stiptste welvoege-
lijkheid en zedigheid daarbij worden in acht genomen. Zulke
gezelschappen komen gewoonlijk eens in de week bij elkander;
de voornaamste inwoners ontvangen ze beurtelings ten hunnent,
en ieder die er aan wil deel nernen| wordt zonder veel plicht-
pleging toegelaten.
Het is verbazend hoe weinig deze lieden in een tijdsverloop
van drie eeuwen veranderd zijn, ofschoon zij eene andere taal
aangenomen en het bewustzijn hunner eigenlijke nationaliteit
gebeel verloren bebben. In manieren en voorkomen zijn zij
nog bijna zuivere Portugeezen, zeer overeenkomende met die,
waarmede ik kennis had gemaakt längs de oevers der Amazonen-
rivier. Wat woning en huisraad betreft, leven zij zeer armoe-
dig, maar hunne kleeding is nog steeds half-Europeesch, en bijna
allen hebben een volledig zwart pak voor den Zondag. In naam
zijn zij Protestanten, maar bij voorkeur wordt de Zondag-avond
aan muziek en dans gewijd ( ,ä). De mannen zijn veelal goede
jagers, en twee- of driemaal in de week worden herten en wilde
zwijnen naar het dorp gebracht, wier vleesch, nevens' visch en
gevogelte, hen van krachtig voedsel voorziet. Zij zijn bijna de
eenige bevolking van den Archipel die de groote vruchten-etende
vledermuizen nuttigt, door de Niederländers “vliegende hon-
den” genoemd ('*). Deze leelijke dieren worden voor een groote
lekkernij gehouden en zij11 zeer gezocbt. Omstreeks bet begin
van het jaar komen zij in groote zwermen om zieh met vruch-
ten te voeden, en zij verzamelen zieh op eenige kleine eilan-
den in de b a a i, waar men ze over dag bij duizenden aan de
boomen, vooral aan doode, ziet hangen. Zij kunnen dan ge-
makkelijk gevangen of met stokken doodgeslagen worden, en
zij worden bij manden-vol te huis gebracht. Zij moeten met
zorg bereid worden, daar de huid en de vacht een Sterken,
ransigen reuk hebben, even als een vos; maar als zij, gelijk
het gebruik is, met overvloed van specerijen en kruiden zijn klaar
gemaakt , is bet werkelijk een goed eten, eenigszins zweemend
naar haas. De Orang Serani zijn ver in de kookkunst en kennen
een veel grooter verscheidenheid van smakelijke schoteis
dan de Maleiers. Hun boofdvoedsel is hier sago, als brood bereid
(1?) , en nu en dan wat rijst, benevens overvloed van groenten
en vruchten.
Het is een merkwaardig feit, dat overal in bet Oosten waar
de Portugeezen zieh met de inboorlingen vermengd bebben, zij
donkerder van kleur zijn geworden dan de wederzijdsche voor-
vaderen (ls). Dit is bijna altijd het geval met deze “Orang Serani”
in de Molukken en met de Portugeezen van Malakka. Het tegen-
deel neemt men waar in Zuid-America, waar de vermenging van
Portugeezen of Brazilianen met de Indianen het aan zijn geeft aan
den “Mameluco” (19), die niet zelden lichter van kleur is dan
beide rassen waarvan bij stam t, en altijd lichter dan het In-
diaansche. De vrouwen op Batjan, schoon gewoonlijk blanker
dan de mannen, hebben grove trekken, en staan in schoonheid
ver achter bij de meisjes van gemengde Hollandsche en Malei-
sche afkomst, en zelfs bij vele zuiver Maleische.
Het deel van het dorp waarin ik woonde, was een plant-
soen van kokosboomen, en als somtijds des avonds de droge
bladeren saamgetast en verbrand werden, was de werking al-
lerpracbtigst: — de hooge stammen, de fraaie bladerkroonen