Apternus tridactylus, Europ. specbt
zonder duim, even als het gesl. Chry-
sonotus, 3 6 9 .
Apteryx australis, vleugellooze vogel
van N. Zeeland, ii: 70, 82.
Arachnobas, gesl. van Curculionidae.
Nieuwe soort van Halmaheira, i i : 165 v.
A ra ch n o th e ra , groep van Nectariniae,
gemeen aan ’t Mai. Schiereiland en N.
Guinea, ii: 467. — A. Novae Gui-
neae, i i : 4 7 8 .
Areca, geslacbt van palmen, ii: 66,
soort van Batjan, ibid. — A. Catechu,
de pinang- of betelpalm, op deWatoe-
bella-eilanden, i i : 107* He noten met de
betel gekauwd, 317 ,3 2 3 . — Gebruik
der bloemscbeeden op Aroe, ii: 277.
A ren g a, gesl. van palmen. — A . sac-
chari f era, suiker- of gemoetipalm, op
Celebes, 376, 403, 397.
A rfak k ers, binnenlandsche (Papoescbe)
stam op N. Guinea, ii:. 343, 349,
3 6 3 , 4 0 4 ; bet Arfak-gebergte waar-
schijnlijk naar ben genoemd,ii: 3 6 3 ;
bunne vestiging nabij Doreb, i i : 341,
3 6 3 .
A rfo e ren , binnenlandscbe (Papoescbe)
stam op N. Guinea, wiens naam mis-
schien met dien der Alfoeren samen-
bangt, ii: 4 0 4 .
Argus, ondergesl. van Phasianus. —■
A . giganteus, Argnsfazant, op’t Mai.
scbiereiland, 57, waar hij voorkomt,
178, 254.
Aroideeen , overvloedig in de Indo-Mal.
Elora, 243, in de Minabasa, 429, groote
klimplant van deze familie op de Aroe-
eilanden, i i : 399. Zie Caladium.
Baardvogels, Capitonidae. Ver-
wisseling.van denamen Capitonidae en
Bucconidae, 3 4 vgl. met 5 2 6 . —-
Baardvogels der Indo-Mal. groep, 19,
250. Zie Megalaema.
Bamboe, veelvuldig nut van dit gewas
voor de inlanders, op Borneo, 92,129 —
135, als kopkgereedscbap op Java, 1 4 7 ,
voor scbeepsmateriaal, ii: 177 v., 187,
voor vloeren op de Kei-eilanden, i i : 198.
Ban ten g {Bos Sonddicus), wilde os van
Java en Borneo, 16 , 3 3 , komt ook
voor in Birina en Siam, 246.
B a s a lt, op Celebes, 413 v., op den
Arren g a, gesl. van Turdinae, 2 6 4 .—
A . cyanea, 255.
A rtamus {Ocypterus) , boutzwaluwen,
gesl. van Laminae, soms bij Oriolus
geplaatst, 3 9 7 , op Celebes, 378.
Artemisia, alsem (Compositae), op Java
192, 193. — A . abrotanum en vulgar
is ,. 193.
A rto c arp u s, broodboom, wilde soort van
Celebes, 403 , 4 1 7 . — A . integri-
f o l ia , nanglca, 1 4 4 , op Borneo , 126.
—A. polyphema, tjampedaJc, 144. —
A . incisa, soetcoen, de ■ eigenlijke
broodboom, 4 1 7 , 5 2 5 , op Amboina
520 v.
Astrap ia nigra (gularis), de Paradijs-
ekster, soort van paradijsvogel, bescbrij-
ving, i i : 449, boudt bet midden tus-
scben JParadiseidae en JEpimachidae,
ibid. —* Zijn vaderland is N. Guinea,
ii: 449 , 451, 3 6 5 , 5 17. Of bij
op Jobi voorkomt, ii: 350, 4 6 1 v.
A tta le a , geslacbt van palmen in Zuid-
America, ii: 2 3 9 . — A . speciosa,
oeaoeassa, ii: 225, 2 3 9 , A . compta,
excelsa, fu n ife ra , ii: 2 3 9 .
A ttu s {Salticus), gesl. van springspinnen
('ßaltigradae), i i : 2 3 9 , op
Aroe, ii: 225.
Averrhoa, blimbing, vrucbtboom, 1 4 5 ,
op Borneo, 126t t— A. bilimbi en ca-
rambola, 1 4 5 , zoete verscbeidenbeid
der eerste, ii: 502.
A z tek en , volksstam in Mexiko, i i : 2 9 0 ;
voorgewende in Europa vertoond, i i :
263 , 2 9 0 v ., bunne berkomst. i i :
5 1 5 .
B .
vnurberg van Banda, 496, op de eilanden
längs Halmaheira’s Westknst, i i : 32 v.
B a silo rn is, gesl. van Sturnidae . 4 9 0 .
B . Celebensis (Pastor corythaix),
472, 4 9 0 .
B a ta k s , stam van wilde Maleiers op Sumatra
, i i : 482. Bataksch ras.
Zie Menschenrassen.
B a ta ta s edulis (Convolvulus batatas) ,
zoete aardappelen of bataten, overal in
Indie gekweekt, 1 0 7 , op Borneo, 76 ,
op I.ombok, 292, op Ceram, ii: 97,
op de Watoebclla-eil., i i : 107, op Aroe,
ii: 252.
Batroohostomus, gesl. van Podargidae,
: ü* 8 2 . —— 7?. crinifrons, ii: 71-
Baviaan. Zie Cynopithecus.
Beer. Maleische beer, 246, op Sumatra
en Borneo, 253, in Hindostan vertegen-
woordigd door den Thibetaanscben, 246.
Begoniaceeen, op Java, 191, in de bii-
nahasa, 429.
Bekerplanten. Zie Nepenthaceeen.
Belideus, ondergeslacbt van Petaurus,
ij. IQQ, _ Belideus (Petaurus)
Aribl of sciureus, vliegende opossum,
ü : 1 6 9 , op Batjan, ii: 60, op de
Molukken, ii: 154, opNieuw-Gumea,
ii: 465, verspreiding, ii: 4 7 5 .
Bertholletia excelsa, Brazilienoot,
vruchtboom van Zuid-America, 129,
1 4 5 v.
Betel. Zie Chavica.
Betel-palm. Zie Areca.
Bijen, op Borneo, 133, in de Lampongs,
1 4 6 v., op Timor (apis dorsata),
- 344—347, op Celebes, 404. De1 poppen
door Dajaks en Timoreezen gegeten,
133 1 4 7 , 273. Bijenwas van Timor
en Blores in den handel, ii: 174.
Bijeneters (Meropinae), 3 9 7 , 4 9 0 ,
op Celebes, 472. Zie Merops, Mero-
pogon, Nyctiornis. Vgl. ook Prionites.
Blauwbessen, boschbessen. Zie Vac-
cinium.
Blimbing. Zie Averrhoa.
Bloedzuigers, springende, op bet Mal.
scbiereiland, 52.
Bloemen, betrekkelijk scbaarscb in tropische
gewesten, 4:11—4 1 3 , ii: 322
326. Java maakt op vele plaatsen een
uitzondering, ii: 3 3 1 .
Boegineezen, Maleische volksstam op
Celebes, nauw verwant met deMakas-
saren, ii: 481, oorsprong van den
naam , i i : 2 9 2 , ; taal en scbrift, ii:
481, 5 0 3 , bunne bandelstochten, ii:
107,’ 113, 119, 218, 222: Boegineezen
te Dobbo, ii: 234 v.Hoezy bunne
prauwen voor ongelukken vrijwaren,
ii: 417, 419.
Borassus, gesl. van palmen, 3 2 5 .5 .^ 0 -
belliformis, lontar-palm , verspreiding,
2 8 9 , vervangt den gebang-palm, 2 8 9 ,
op Timor, 325, zijn veelvuldig nut, 325,
Boschhaan, Gallus bankiva, 180, 278.
2 8 8 , 334 , 403. — De groene bosch-
haan, Gallus furcatus, 180 ,2 5 5 ,2 8 8 .
Boterbloem. Zie Banunciilus.
Brazilienoot. Zie Bertholletia.
Brenthidae, groep van Curculionidae,
ii: 3 1 2 , op Batjan, ii: 58, op Aroe,
i i : 302, verschillend maaksel der sek-
sen, gevecbten der mannetjes, ii: 303.
Zie Leptorhynchus.
Bromelia, op Celebes, 429, soort op de
Mesmon-eilanden, i i : 382.
Bucco, gesl. van Americaansehe vogels ,
verwant met de Capitonidae, 5 2 6 ,
3 9 7 . Vgl. Baardvogels.
B u c e r o s , rhinocerosvogel. B. bicornis,
236, cassidix, 405 , 4 9 0 , exaratus ,
4 9 0 , galeatus, zie Buceroturus,
lunatus, 181, 2 1 4 , Nagtglasii, 2 4 1 ,
pulchrirostris, 2 4 1 , rhinoceros,
2 1 4 . — Bucerotidae. Zie Rhinoceros-
vogels.
Buceroturus (rhinoplax) , ondergesl: van
Buceros. — R . f/aleahis, 255. 2 6 4 .
Büffels, op Celebes, 388, 393. Buffelmelk,
403 v.
Buideldieren, eigen aan het Australisch
gewest van Insulinde en aan Austra-
lie 12, ii: 154. — Buideldieren van
Nieuw-Guinea, ii: 464 v., 4 7 5 v. — Zie
Belideus, Cuscus, Dactylopsila, Den-
drolagus, Didelphys, Dorcopsis, Myi-
oictes, Perameles, Phascogale, Phas-
colomys.
Bulimus, geslacbt van landschelpen,
overvloedig op de Indo-Mal. eilanden,
ü : 27.
Buphaga, ossenpikkers, Africaansch gesl.
r an Sturnidae, 473 , 4 9 0 .
B u p r e s t i d a e , prachtkevers, van Japan,
507, van Amboina, 510, 514, op
Kajoa, ii: 36, 37, op Batjan, ii: 58,
op Boeroe, ii: 143, op Kei, ii: 204,
te Doreh, ii: 356, van Australie, ii:
472. Zie Calodema en Cyphogastra.
c
Cacao, op Amboina, 509, op Ceram, ii:
85, 88, 89. Waar in Insulinde gekweekt,
ii; 2 4 1 .
Cacatua (Plictolophus'), gesl. van kaketoe’s.
— C.. citrinocristata van
Timor-laut, ii: 1 7 0 , 158, C. Mo-
luccensis, ii: 1 7 0 , 159.
Cactus, op Bali, 268, soortcn naar In