vond ik een ruimen oogst van kleine kevers. Ofschoon ik later
nooit meer zoo vele groote en schoone torren bij elkander gevonden
heb als op Borneo, ving ik toch ook hier een groote verscheiden-
heid van soorten. Gedurende de twee of drie eerste weken, toen
ik natunrlijk de beste plaatsen uitkipte, ving ik dagelijks om-
streeks 30 versehillende soorten van torren, benevens onge-
veer half zooveel soorten van vlinders en enkele van de andere
orden van insecten. Toch steeg later, en totdat ik mij gereed ging
maken voor mijn vertrek, het aantal soorten tot gemiddeld 49
daags, en op den 31sten Mei ving ik 78 soorten, een grooter
getal dan ik ooit op ¿enen dag gevangen had. Verreweg de
meeste kwamen voor op doode boomen en vermolmde schors.
Een goede wandeling op een fraaien dag den henvel op en
naar de kostgronden der inboorlingen, en waarop ik behalve
het allergewoonste alles ving wat mij voorkwam, placht mij
omstreeks 60 soorten op te leveren. Maar het toppnnt werd
bereikt op den laatsten dag van Ju n i, toen ik niet minder
dan 95 versehillende soorten te huis bracht, een grooter getal
dan ik vroeger of later ooit op eenen dag heb bereikt. Het
was een schoone, warme dag, en ik wijdde mij geheel aan
het zoeken onder doode bladeren, het uitkloppen der strui-
ken, het jagen onder vergane schors, op al de beste plekken
die ik op mij ne wandelingen ontdekt had. Na van tien ure
des morgens tot drie ure des namiddags daarmede te zijn
bezig geweest, had ik te huis wel zes uren werk om al mijne
exemplaren aan spelden te steken en op te zetten en de soorten
uite6n te halen. Ofschoon ik nu dezelfde piek twee en een
halve maand lang dagelijks doorzocht en 800 soorten van
Coleoptera verzameld had, vermeerderde deze 6ene dag mij-
nen schat met 32 nieuwe. Daaronder waren 4 Longicornia,
2 Carabidae, 7 Staphylinidae, 7 Curculionidae, 2 Copridae,
4 Chrysomelidae, 3 Heteromera, 1 Elater en 1 Buprestis.
Zelfs nog den laatsten dag waarop ik uitging, kreeg ik 16
nieuwe soorten; zoodat, ofschoon ik op een ruimte niet veel
grooter dan een Vierkanten paal, gedurende de drie maanden
van mijn verblijf te Doreh, meer dan 1000 soorten van torren
verzameld had, ik niet kan gelooven dat dit aantal ook maar
de helft vertegenwoordigt van de soorten die werkelijk deze
piek bewonen, of een vierde van de soorten die zouden kun-
nen gevonden worden op eene piek die zieh in alle richtin -
gen een twintig palen ver uitstrekte.
Op den 22Bten Juli kwam de schooner Hester Helena terug,
en vijf dagen later zeiden wij Doreh vaarwel, ^ z o n d e r veel
leedwezen; want op geene plaats die ik ooit bezocht, heb ik
zooveel ontberingen en verdrietelijkheden ondergaan. Aan ge-
durige regens, aanhoudende ziekte, gebrek aan gezond voed-
sel en een plaag van mieren en vliegen, alles te boven
gaande wat mij ooit was voorgekomen, kon slechts door
al de geestdrift van een natuuronderzoeker het hoofd worden
geboden; en zij werden te meer onverdragelijk, nu mijne po-
gingen zoo weinig door schitterende uitkomsten vergoed werden.
Deze lang-overwogen en lang-gewenschte reis naar Nieuw-
Guinea had geene mijner verwachtingen verwezenlijkt. In plaats
van beter te zijn dan de Aroe-eilanden, bleek het in schier
ieder opzicht veel minder te wezen. In plaats van mij eenige
van de zeldzamere soorten van paradijsvogels op te leveren,
had ik er zelfs niet een enkelen gezien, en ik had geen enke-
len vogel of insect van buitengewone schoonheid kunnen bemächtigen.
Ik kan echter niet ontkennen dat Doreh rijk was
aan mieren. Eene kleine zwarte soort was verbazend over-
vloedig. Bijna iedere struik of boom was er meer of min door
verpest, en hare groote, papierachtige nesten waren overal
te zien. Zij namen dadelijk bezit van mijn huis, bouwden
een gr'ööf nest in mijn dak, en vormden papierachtige kana-
len bijna längs iederen post. Mijne tafel wemelde er yan ter-
wijl ik bezig was mijne insecten op te zetten, die zij van