van broeden, 455 v. — Megapodii op
Lombok, 274, op Celebes, 450, op
Kajoa, ii : 37 , overvloedig in de Molukken
, ii : 159, op Aroe, ii : 318 ,
gemeen aan de Papoesche groep en
Australie, ii : 471. — M. Gouldii,
274, 275, Wallacei, ii : 160 v. Zie
00k Megacephalon en Talegalius.
Melaleuca cajeputi. kajoe-poetih-boom,
3 3 , menigvuldig op Boeroe, 138,
141. — Kajaputolie uit zijne bladeren
geperst, 138, te Makasser aangevoerd,
174.
Melastomaceeen , op Java, 191.
Meliphaginae, honigzuigers, groep van
Nectariniae eigen aan’t Australisch gewest
, 18 , 3 4 , ii : 425, 4 5 8 . Op Lombok,
19 , 357, op Celebes, 447. Zie
P tilo tis , Tropidorhynchus.
Melitophila , bloemkevers, groep van
Lamellicornia, veelvuldig in Australie
, ii: 472. Zie Anacamptorhina,
Cetoniadae, Lomap/era.
Melkdistel. Zie Sonchus.
Mentha , munt, op Timor, 343. — M.
J avaniva, 3 5 4 .
Menschenrassen. — Insulinde bewoond
door twee menschenrassen, de Maleiers
en Papoea’s , 25 v ., ii : 480. — Grenzen
der beide rassen, 26, ii : 23 ,
392, 491 v. — TusscheDliggende Volkeren
uit beider vermenging ontstaan,
i i: 392, 480, 488, 490. — Contrast
tusschen Maleiers en Papoea’s , ii :
1 9 5 -1 9 7 , 209, 227—229 , 48S. —
De onderscheiding van een Maleisch
en Bataksch ras verwerpelijk, 30 . —
Zwarte rassen van de Philippijnsche
eilanden en ’tMal. schiereiland, ii: 490v.
5 0 7 , Zie Alfoeren , Maleiers, Negrito’s
, Papoea’s , Polynesiers.
Meropinae. Zie Bijeneters.
Meropogon (Pogonomerops) , gesl. van
Meropinae, 4 8 9 v. M. Breweri en
Forsteni, 472.
Merops, gesl. van MeropimaeiMjßf^M.
ornatus , 276.
Metroxylon, Sagopalmen, beschrijving,
ii: 121, vgl. 1 3 5 , groeiplaatsen, ii :
7 9 , op Batjan, ii : 58, op Sigara,
ii : 61, op Ceram, ii : 97, 121 , op
de Kei-eilanden, ii : 1 9 9 /2 0 0 , op de
Mesmon-eilandeu , ii : 374, 376, op
Waigeoe, ii : 393. — Gebruik der blad-
spillen, ii: 122, het sago-kloppen, ii :
122 v., het sago-wasschen, ii:1 2 3 v .,
1 3 5 , sago-brij, ii: 124, sago-brood-
jes, i i : 55, 124 v., 414, sago-oven,
ii: 124, opbrengst van een sagoboom,
i i : 125 , armoede waar de sagoboom
overvloedig is , i i : 393, handel in sago,
i i : 119 , aanvoer van sago-broodjes te
Dobbo, i i : 295 , 305.
Microglossum , zwarte kaketoe’s , i i :
2 8 7 . — M. aierrimum van Aroe,
ii : 249—251 , 2 8 7 , Goliath van
N.-Guinea, i i : 2 8 7 , 466. Het soort-
verschil dezer beide onzeker, ii : 2 8 7 .- p
Zwarte kaketoe op Waigeoe, ii: 380.
Mieren, op Celebes, 381, op Aroe, ii:
278 , 294 v., vreeselijke plaag te Doreh,
i i : 357 v.
Millioenpooten , op Aroe, i i : 278.
Mimeta , ondergesl. van Oriolus , ii :
171, bootst de Tropidorhynchi na,
i i : 162 Vi — M. (Philedon) Bou-
ruensis, ii: 162, 1 7 1 , Forsteni, i i :
163.
Mimusops elengi (Sapotaceeen), 2 1 1 ,
173.
Monarcha (Drymophila) , gesl. van
Muscicapidae, i i : 1 5 0 . M. loricata,
ii : 148 , chrysomela en telescophthal-
maia, ii: 230.
Monnik, monnikvogel. Zie Tropido-
rhynchus.
Morphidae , fain. van vlinders, i i : 2 3 8 .
Zie Drusilla.
Moschus. Zie Tragulus.
Mossen, op Java, 191, op Celebes,
411, 429,
Motacillinae. Zie KtoiJcstaarten.
Motmot. Zie Prionites.
Munt. Zie Mentha.
Mus decumanus , r a t, 3 7 0 , 4 9 1 , i i :
169.
Musa,- pisang of banaan, op Java,
191, op Kajoa, ii: 38, op Batjan,
iii>,66, op Boeroe, i i : 143, op Kei,
ii: 198, 200, op Aroe, ii: 252, 265,
305, op Waigeoe: ii: 395. Pisang als
schaduwboom voor de cacao, 509.
Muskaatnoten , wilde van N.-Guinea ,
i i : 6, 174, 335, door de Gorammers
■ in den handel gebracht, ii: 113,119.
Cultuur door de O. I. Compagnie tot
Banda beperkt, i i : 7- Het voormalig
monopolie van dit product door Wal-
lace verdedigd, 498—500. Toetsing
van zijn gevoelen, 5 0 3 v. Opheffing
van het monopolie, 498 , 5 0 4 . Muskaatnoten
op Banda, 497, op Poelopinang,
Singapore, Benkoelen, 497,
5 0 2 . Schoonheid van boom en vrucht,
497-
Muskieten, op Aroe, ii: 271.
Mussaenda (Rvbiaceeèn) , op Batjan ,
i i ; 56. — M. longiflora en sericea,
m 79.
My io ic f .e s Wallacei, buideldier van N.-
Guinea , ii : 4 7 6 •
Myiophonus , gesl. van Turdinae, 2 6 4 .
M. fla v iro stris, 255.
Mynes, gesl. van Nymphalidae , ii :
4 7 9 , 472. — M. Geoffroyi, leucis ,
Mulderi, ii: 4 7 9 .
INL
Nangka. Zie Artocarpus.
Nasalis larvatus (Semnopothecus nasi-
cus), neusaap, 2 6 0 , verbreiding, 108,
op Borneo 89, 245.
Nasiterna, dwergkaketoe’s. —:fN. pyg~
maea, ii : 466 , 4 7 6 v., pusio van de
Salomons-eil., ii : 4 7 7 .
Nectarinia. Zie Honigvogels.^jj^N.
Proserpina, ii : 148.
Negrito’s , zwart menschenras van de
Philippijnsche eilanden, ii : 490 v .,
5 0 7 . Overeenkomst met de Semangs
van ’t Mal. schiereiland en radicaal ver-
schil met de Papoea’s , ii : 491. Yermoe-
delijk van Aziatischen oorsprong, ii : 492.
Nepenthaceeén, bekerplanten, versprei-
ding, 243, op den berg Ophir, 53 v.,
55, 430, op Borneo, 135. — Nepenthes
Fdv)ardsiana, 135, 1 4 8 , Lowii,
1 4 8 , rajah, 135, 1 4 8 , villosa, 148.
Nephelium lappaceum, ramboetan,
vruchtboom, 1 4 4 , op Borneo, 126.
Neusaap. Zie Nasalis.
Nikobarische duif. Zie C-aloenas.
Nipa fruticans , nipa-palm , 1 1 0 , ii :
121, op Borneo, 97, op Sumatra, 127.
Nisus. Zie Accipiter.
N ìtid u lid a e , fam. van torren, op Celebes
, 407-
Noctua, uiltjes, op Borneo, 139—142,
manier van ze te vangen, 142 v., 1 4 8 .
Nyctalemon, gesl. van Uranidae, ii :
4 7 9 . — N. Orontes, ii: 468. — N.
(Papilio) P atroci u s , ii : 4 7 9 .
Nycticebus (Stenops), gesl. van half-apen,
245, komt voor op al de Indo-Mal.
eilanden, 2 6 0 . — B. tardiqradus,
2 6 0 , Javanicus, 2 6 0 , 5 2 7 .
Nyctiornis , geslacht van Meropinae ,
4 9 0 . - N. amicta (Merops atnic-
tus) , 255 , 2 6 4 .
Nymphalidae, fam. van vlinders, 479,
van Celebes vergeleken met die der Indo-
Maleische groep, 479 v., bijzondere vleu-
gelvorm van die van Celebes, 481, soor-
ten van N. Guinea, ii : 468. Zie
Cethosia, Char axes, Diadema, Kal-
lima, Mynes, Nymphalis.
Ny mphalis Calydona, nymphaliede van
het Mai. schiereiland, 51.
Oeaoeassoe. Zie Attalea.
Olifant van ’t Mal. schiereiland, 57,
van Borneo, 33, van Sumatra, 234.
Waar de olifanten in Insulinde voorko-
men, 248, 253. Zij zijn van dezelfde
soort als die van Zuid-Azie, 16, 246. —
Over het onderscheid van Flephas Su-
matranus en Indicus, 2 6 0 v. — Olifantstanden
op Aroe aangevoerd om als
betaalmiddel te dienen, ii : 307, 3 13.
Onthophagi, groep van Lamellicornia,
op Celebes, 407.
. Opium. Door de Gorammers naar Misool
en Waigeoe gebracht, i i : 119.
Opossums, echte, zie Didelphys, ooster-
sche , zie Cuscus.
Opuntia. Zie Cactus.
Orang-oetan. Zie Simia.
Oranjeboomen. Zie Citrus.
Orchideeen, overvloedig indelndo-Ma-
leische Plora, 243, op het Mal. schiereiland,
,430, op Borneo, 64, 136, op
Java, 189, 191, in de Minahasa, 429,
op Kei, ii : 205 , op Aroe, ii : 229. —
Zie Coelogyne, Grammatophyllum ,
Phalaenopsis, Panda.
O rn ith o p te ra (Papilionidaé), 1 , 381,
het schoonst in de Molukken, ii : 164,
verspreiding, ii : 472, soorten van Celebes,
405, 406, van Ñ; Guinea, ii:
468. — O. Archideus, varièteit van
O. Poseidon op Waigeoe,. ii : 4 0 5 ,