sulinde overgebracht, 2 8 6 . Opuntia
cochinellifera, Dillenii, tomentosa ,
Ibid.
Galadium, gesl. van Aroideeèn, 43, 4 5 .
C. escute ntum {Colocafia antiquorum
of vera), 4 5 .
Calamus, rotanpalmen, 243, van Cele-
bes, 458, van Amboina, 509, van Bar-
neo, ii: 174, verscbillend gebruik, ii:
177, 178, 203, 277.
Calan d ra, gesl. van Curculionidae, als
voedsel gennttigd, 273.— C. Schach,
2 8 7 .
Calodema, gesl. van Buprestidae. — Q.
Wallaceì, ii : 469.
Caloenas, gesl. van duiven. — C. Ni-
coharica, ii: 65, 8 2 , 68, beschrij-
ving, ii: 68, verspreiding, ii: 69 v.
Calomis (Lamprotornis), gesl. van Stur-
nidae, 4 9 0 , ontbrekend op Celebes,
473, 484.
Calyptomena, ondergesl. van Rupicola
afgezonderd, 6 2 , thans tot JEurylai-
mus gebracbt, 2 6 4 . — C. viridis, groene
gaper, 50, 255.
Calyptorhynchus, gesl. van kaketoe’s ,
eigen aan Australie, 362, 3 6 9 v. .
Canarium conimune, kanari-boom, op
Banda als schaduwboom voor de mus-
kaatnoot, 497, op Batjan, ii: 65.\-^--
De kanari-noot, ii: 109, 250, 418.
Capitonidae. Zie Baardvogels.
Carabidae, loopkevers, van Celebes', 407,
415, van Batjan, ii: 58, te Doreh|
ii: 356. Zie ook Cicindelidae.
Cardium edule, kokhaan, ii: 2 3 9 ,
op Aroe gegeten, ii: 223 v., 252.
Carica papaja, boom door de Portugeezen
naar Insulinde overgebracbt, ii: 4 0 5 ,
te Bessir, ii: 401.;
Carpococcyx (Calobates), gesl. van Cu-
culinae. C. radiatus 255 , 2 6 4 .
Carpophaga , vruchtduif, 461, ii : 295,
haar brommend gelnid , ii : 206. —
C. aenea, op Lombok en Flores, 2 8 7 ,
275 v., 279 , 2 8 8 , 277, ii: 2 1 2 ,
199, op Banda, 5 0 4 , ii: 2 1 2 , —
concinna (myristicivora), op Banda,
501, ii: 8 1 , 5 1 4 , 199, waar zij
voorkomt, ii : 112, op de Kei-eilanden,
ii: 199, 2 1 2 ,— Forsteni opNoord-
Celebes, 447, — luctuosa op Celebes, ;
377, op dè Aroe- en Kei-eilanden, ii : I
2 1 2 , - neglecta op Ceram, ii : 8 1 ,
112, — perspicillata van Banda, vol-
gens Temminck, is C. concinna, 5 0 4 , 1
aangevuld ii: 8 1 j perspicillata van
Batjan, de Aroe- en Kei-eilanden, ii:
65, 8 1 , 49, 7 8 ,— radiata op Celebes,
472, — tumida op Waigeoe,
ii: 378, 402. — Zie ook Ducuta.
Cassia, senneplanten, 137, 1 4 8 .
Cassis, kaskethoom, reusachtige op Aroe,
als watervaten gebruikt, ii: 224.
Casuarinen , op Timor, 3 5 4 , op Aroe,
ii: 304.
Gasuarius, kazuaris, ii: 70, op Ceram,
ii : 161, op Aroe, ii : 295, 318, 319. —
C. galeatus, ii: 161.
Cervulus (Cérvus) muntjac, 2 6 3 .
Cervus, berten, over bet grootste deel
van Insulinde verspreid, 19, middelen
dier verspreiding, 365. Hoe in de Molukken
gekomen, ii: 153, 1 6 8 . Herten
van Insulinde meerendeels eigen-
aardig, 246. Herten van de Indo-Mal.
groep, 254, opmerkingen over bunne
namen, 2 6 2 v. Herten op Celebes,
403, 474, op Banda, 501, op Hal-
mabeira, ii: 410. Gedroogdhertevleescb,
il: 413. — C. equinus (Rasa equina),
254 , 2 6 2 v., russa (Rusa hippela-
phus), 2 6 2 , 474, ii: 153, 1 6 8 ,
Moluccensis, 3 7 0 , ii: 153, 1 6 8 ,
Timori e nsis, 364. Zie Cervulus, Tra-
gulus.
Cethosia, gesl. van Nymphalidae. — C.
LescTienaultii van Timor, gelijkt op
onzen Koningsmantel ( Vanessa Antiope),,
332.
Cetoniadae, groep van Melitophila.
Soorten. van Celebes vergeleken met die
der Indo-Mal. eilanden, 480. Cetonia3s ,
gouden torren, van Menado, 447, 4 6 5 .
Zie Sternopl/us.
C ey x , gesl. van ijsvogels , waar bet voor-
komt, 484. — C. {Dacelo) rufidcrsa,
276,' Gajeli, ii : 148 , 1 5 0 .
C h a lc o p sitta , gesl. van lori’s. — Ch.
(Domicella) atra van N. Guinea, 515.
5 2 4 .
C h a ly b a e a , gesl. van Corvinae, soms
tot de paradijsvogels gerekend, ii-
5 1 6 . — Ch. viridis, ibid.
Charaxes, gesl. van Nymphalidae, ii ;
165. — Ch-, Nuryalus van Amboina,
ii: 165. — Ch. Kadenii van Java, 187 v.
Charitornis, gesl. van Sturnidae, 4 9 0 ,
op Celebes, 472.
Charmosyca, gesl. van lori’s. — Ch.
placentis ( Trichoglossus piacene, ii :
2 6 ) , verspreiding, ii ; 4 7 7 , verscheidenheid
van Halmaheira, i i : 21, en
Batjan, i i : 48. Ch. ( Trichoglossus)
papuensis van N. Guinea, ii \ 4 7 7 , 466.
Chavica belle, betelblad, sirih, 317, 388.
Het betelkauwen, 3 2 3 , 3 9 8 v.
Chelonia imbrícala, de schildpad die
de karet oplevert, ii: 1 9 1 . Hoe men
ze vangt, ibid.
Chimpanzee. Zie Troglodytes.
Chinchilla. Zie Eriomys.
Chineezen, beweerde verwantscbap met
de Maleiers, 267, i i : 492. Bedenkin-
gen daartegen, ii: 5 0 7 . » ^ Chineezen
te Singapore, 38—42, te Malakka, 48,
49, op Bali, 267, te Dobbo, i i : 218 v.,
233 v. Hunne varkens, ii: 234,295,
305. Hun eerbied voor de graven der
afgestorvenen , i i : 304.
Chrysomelidae, fam. van torren. Van
Celebes, 4 0 6 ,'te Doreh, ii: 356.
Chrysonotus, gesl. van spechten, 3 69.
Chr. tiga (Tiga Javanensis), 346,
3 6 9 .
Cicindela, gesl. van Cicindelidaer —i
C. her os en gloriosa, 448.
Cicindelidae, zandloopers, groep van
Carabidae, 4 1 8 , i i : 5 1 3 . — Op
Celebes, 447 v ., op Ceram, i i : 94,
op Kei, i i : 207. —- Zie Cicindela,
Therates, Tricondyla.
Cicinnurus regius, Konings-paradijsvo-
gel (Paradiseidae), op Aroe, i i : 225,
273. Zijn gebied, ii: 4 3 6 ,4 5 0 ,2 8 7 ,
4 6 1 , 5 1 6 . Ñamen, i i : 435. Be-
schrijvingen, i i : 244 v. en 435 v. Opmerkingen
over bet verscbil dezer twee
beschrijvingen, i i : 2 8 6 , 4 6 0 . Le-
venswijze, i i 247. Ontwikkeling zijner
staartvederen, i i : 4 5 9 . Bericht omtrent
eene zwarte soort, ii: 352.
Ciunamomum. Zie Ulassooi-schors.
Citrus, oranjeboomeu, op Celebes, 429. —
C. decumana, pompelmoes, 429, i i :
418.
Cittura, gesl. van ijsvogels. — C. {Daceto)
cyanotis, 450.
Civetkatten der Indo-Mal. eilanden, 19,
246. Zie Faradoxurus, Viverra.
Cladobates. Zie Tupaya.
C leridae, fam. van torren. — In de
Minahasa, 428.
Cocos nucífera, kokospalm, ii: 56, in
de Minahasa, 429, op Batjan, ii: 55
v. , op Sigara, i i : 61, op de Watoe-
bella-eilanden, i i : 107“, opGroot-Kei,
i i : 197 v., op Waigeoe, 394. — De
noten, i i : 109. — De olie, i i : 107,
200. — De wijn, i i : 108. — Kokos-
touw, i i : 177. — Kokosschaal als uur-
werk , ii : 184. — Handel in kokosnoten
op Aroe, i i : 266. De boom daar
niet geplant, i i : 267 i
Co cytia, gesl. van Üranidae. — C.
d ’ Urvillei, i i : 21, 221, 468 , 26.
Coelogyne, orchideeen van Borneo, 64,
136.
Colluricincla, ondergesl. van Pachy-
cephala, 3 7 0 , eigen aan Australie,
362.
Colocasia. Zie Caladiiim.
Compositae , op Java, 191. — Zie A r temisia
, Gnapha/ium , Sonchus.
Convallaria , lelietjes der dalen (Smila-
ceeen), op Java, 193.
Convolvulaceeen op Aroe, i i : 323. Zie
B a ta ta s , Ipomaea.
Copridae, groep van JLamellicornia, te
Doreb, i i .- 356.
Copsichus (Gryllivora) , gesl. van Tur-
dinae, 3 6 9 . — C. amoenus, 356.
Coracias Temminclci, 377, 471 v. —•
Coraciadae. Zie Scharrelaars.
Corvus , gesl. van Corvinae. C. advena,
415, varians, zie Crypsirhina. —
Corvinae. Zie Kraaien.
Corydon (Furylaimus) Sumatranus, de
groote gaper, 255 , 2 6 4 .
Coryllis. Zie Loriculus.
Corypha, geslachtvanpalmen, 279. — C.
gebanga (umbraculifera), gebang-palm,
2 8 8 , vervangt den lontar-palm, 2 8 9 ,
op Lombok, 276 , 2 8 7 , 279. — C.
rotundifolia. Zie Livistona.
Cracticus (Barita), kraaiklawier, gesl.
van Corvinae, eigen aan Australie,
soms tot de Laminae gebracht, 362,
3 7 0 .
C rin ig e r, gesl. van Turdinae, 4 9 2 ,
waar bet voorkomt, 484.
Cruciferen, kruisbloemigen, op Java, 193.
Crypsirhina,gesl. van ( orvinae. 2 6 4 .—
Cr. (Corvus) varians, 257.
Cryptonyx. Zie Rollulus.
Curculionidae, snuitkevers, op Borneo,
67, van Makasser, 379, van Amboina,
510, van Batjan, i i : 58, te Doreh,
i i : 356, van Australie, ii: 473. Zie
Anthribidae, Arachnobas, Brenthi-
dae, Calandra, Fntimus, Fupholus,
Pachyrhynchus.
Cuscus (Jcoeslcoes), gesl. van phalangisten,
ii: 1 6 9 , ook wel onder den naam