tot zij gelukkig door een ander schip werden opgenomen. In October 1852
in zijn vaderland teruggekeerd, gaf hij zijne “Travels on the Amazon’' en
“Palmtrees of the Amazon” in het licht. Maar reeds in 1854 hervatte hij
met nieuwen moed zijne wetenschappelijke onderzoekingen, en wel door
eene reis naar den Indischen Archipel, waar hij acht jaren doorbracht, en
waarvan, behalve een aantal in wetenschappelijke tijdschriften verspreide
verhandelingen, het werk door mij vertaald de vrucht is. In 1870 is dat
werk gevolgd door zijne “Contributions to the theory of natural selection”,
bestaande mt eene reeks van Essays, waarvan de twee eerste gedurende
het verblijf in den Indischen Archipel, geheel onafhankelijk van Darwin’s
studiSn, te Serawak en Ternate geschreven en reeds in 1855 en 1858 in
Eng. tijdschriften gedrukt waren.
Biz 62, noot 13. Aan het einde bij te voegen: De bungalow is onge-
veer wat men op Java de pasanggrahan noemt.
Biz. 70, reg. 14 v. o. Majas. Dit moet de Borneosehe (Dajaksche)
vorm van het woord zijn. In het Maleisch heet de orang-oetan mawas.
Biz. 97, reg. 17. Verkakkingen. Lees: ontginningen of ontblootingen,
overeenkomstig het opgemerkte op biz. 528 van het eerste Deel.
Biz. 145, noot 5. Blimbing best. Yan deze vrucht heeft men eene zoete
verscheidenheid die op Java en elders veel wordt gekweekt en rauw ge--
geten als lekkemij geldt.
Biz. 197, reg. 12. Magamendoug. Lees : Megamendong.
Biz. 216, noot 38. Zij is alleen irierkwaardig door eene gemeente van
inlandsche C/iristenen, welker opkrnst reeds van 1678 dagteekent. Deze
woorden moeten vervallen. Het Toegoe, door de gemeente van inlandsche
Ohristenen bekend, ligt ten Oosten van Batavia nabij Tjilintjing. Ik ben
hier misleid door eene verkeerde opgave in het “Aardrijksk. en Statist.
Woordenboek van N. I.” , art. Toegoe, n°. 1.
Bl. 225, reg. 4. Open verfiakkingen. Lees : ontblootingen.
Bl. 272, reg. 10 v. o. Oriolus Broderpii. Lees: Oriolus Broderipi.
Vgl. bl. 287,' noot 7. ,
Biz. 316, reg. 15. Om verfiakkingen te maken in de wildernis. Lees:
om de wildernis open te hakken.
Biz. 327, reg. 1. Boot met loefbalken. te e s: vlerkprauw. Zie hetaan-
geteekende Dl. I , bl. 528.
Biz. 356, reg. 12 v. o. Magalaema. Lees: Megalaema.
Blz. 378, reg. 1. Prionites. Lees: Bucco; Vgl. bl. 397, noot 6.
Blz. 418, noot 5. Gicindelidae. . . . waarvoor mij geen Nederlandsche
naam bekend is. Door sommige schrijvers is de niet ongepaste naam
zandloopers ingevoerd, dien ik later ook in dit werk gebruikt heb.
Blz. 419, noot 9. “Palmtrees o f the Amazon”. Achter dezen titel is
uitgevallen : Londen, 1853.
Blz. 451, reg. 12. Plegoenas tristigmata. Lees: Phlegoenas tristigmata.
Blz. 460, noot 2. *) Voeg bij aan het einde : De voorstelling van Wallace
zou doen vermoeden,, dat de bevolking der Minahasa met de koffiecultuur
is ingenomen. Het tegendeel is waar. De Hoofden stellen nog weinig belang
in de opvolging der voorschriften aangaande het onderhoud der tuinen,
den pluk en de bereiding der vruchten, en de bevolking is nog niet ver-
geten door welke ruwe middelen de aanleg van geregelde tuinen is door-
gedreven, toen bij de geringste fout de Javaansche mandoers de nalatigen
lieten vastbinden en met rotanslagen straffen.
Blz. 461, noot 5. Voeg bij aan het einde: Wallace vergist zieh in de
meening dat het stelsel van Contrôleurs reeds in of kort na 1822 werd
ingevoerd. Er waren in den eersten tijd der gedwongen koffiecultuur slechts
Opzieners, en eerst na het bezoek van den Gouverneur-Generaal Duymaer
van Twist in 1856 zijn Contrôleurs in de Minahasa aangesteld.
Aid., noot, 6. De vleêrmuizen heeten in het Maleisch der Minahasa
paniki, en in het Alfoersch peret. Eën gerecht van deze vleêjpuizen heet
paniki ritja, maar men heeffc daarvan ook een soort van namaaksel. van
kippenvleesch bereid, dat paniki äjam wordt geheeten.
Aid.- achter noot 8 in te voegen de volgende aanteekening op blz. 431,
reg. 6 , bij Tanah gojang, tandh gojang : Dat al de inboorlingen zieh van
deze Maleische uitdrukking zullen bediend hebben, is niet aan te nemen;
in hunne eigen taal zeggen zij mangeroh. De bevolking der Minahasa is
voor aardbevingen bijzonder beangst, ofschoon zij er dikwijls voorkomen
en zelden veel kwaad stichten. De Europeanen zijn er dan ook doorgaans
vrij kalm onder. -4- De op blz. 434, reg. 4 , vermelde rozenhagen be-
staan niet meer. Sedert 1867 zijn zij door pagarkoffie vervangen.
*)De hier volgende bijvoegsels op de noten bij het XVI Ce hoofdstnk zijn schier geheel
ontleend aan de “Opmerkingen naav aanleiding van het XVIIde hoofdst. van Wallace’s
“Insulinde” en de aanteekeningen van den Vertaler daarop”, door den heer de Clercq, Contrôleur
te Amoerang, in “Tijdschrift voor Ned. Ind.”, Jaargang 1871 Deel I blz 129 vv
II.