er geen einde kwam aan dit langdurig gesprek, zeide ik dat
ik vermoeid was en wensckte te gaan slapen; en nadat zij
mij, de een om een stukje gedroogde visch voor zijn avond-
maal, de ander om een weinig zout bij zijn sago, gevraagd
liadden, verwijderden zij zieh in stilte. Ik ging naar buiten
en deed in den maneschijn een kleine wandeling om het
huis, nadenkende over de eenvoudige bevolking en de vreemde
voortbrengselen van Aroe, en legde mij vervolgens achter mijn
muskieten-gordijn ter rust, met een gevoel van volkomen vei-
ligheid te midden van deze goedaardige wilden.
Wij hadden nu zeven of acht dagen achtereen heet en droog
weer, waardoor de kleine l'ivier werd herschapen in eenreeks
van ondiepe poelen, door den fijnst mogelijken draad van zij-
pelend water onderling verbonden. Ware hier het droge sei-
zoen gelijk aan dat te Makasser, dan zouden de Aroe-eilanden
onbewoonbaar zijn; want nergens verheft zieh de bodem veel
hooger dan een honderd voet, en daar zij geheel uit een massa
poreuze koraal-rots bestaan, wordt het water dat op de opper-
vlakte valt, spoedig verzwolgen. Maar gelukkig is hier het
droge seizoen beperkt tot een paar maanden omstreeks September
en October; want er is dan een groote schaarschte van
water, zoodat somtijds honderden van vogels en andere dieren
van dorst omkomen. De inboorlingen verplaatsen zieh dan naar
huizen nabij de bronnen der kleine stioomen, waar in de
schaduwrijke diepten van het woud nog een kleine voorraad
van water voorhanden is. Yelen moeten dan zelfs palen ver
loopen om water te krijgen, dat zij in groote bamboeleden be-
waren en zeer zuinig gebruiken. Men verzekert mij dat alsdan
wild van allerlei soorten in overvloed gevangen en gedood kan
worden, door eenvoudig de watergaten te bewaken of er stnk-
ken om heen te zetten. Dit zou dns de rechte tijd voor mij
zijn om mijne verzamelingen uit te breiden, wäre het nietdat
het gebrek aan water een onuitstaanbare plaag zou wezeu.
Maar er viel toch niet aan te denken, daar ik dan niet zou
hebben kunnen wegkomen, voordat nog een vol ja a r zou ver-
loopen zijn.
Van het oogenblik af dat ik Dobbo verlaten had, was ik
vreeselijk geplaagd door de iusecten, die schenen te hebben
samengespannen om zieh over mijne langdurige vervolging van
liun geslacht te wreken. Onze eerste rustplaats was des nachts
verpest door ontelbare zandvliegen, die in alle deelen des li-
chaams dringen en wier beet een langduriger ontsteking ver-
oorzaakt dan die der muskieten. Inzonderheid hadden mijne
voeten en enkels te lijden; zij waren geheel bedekt met kleine,
roode, gezwollen vlekken, die mij hevige pijn deden. Bij onze
komst te Wanoembai verheugden wij ons zeer dat wij het liuis
vrij vonden van zandvliegen en muskieten, maar in de plant-
soenen waar mijne dagelijksche wandelingen mij heenvoerden,
wemelde het van bij dag stekende muskieten, die er een bij-
zonder vermaak in schenen te vinden mijne arme voeten aan
te vallen. Na deze kwelling een maand lang aanhoudend ver-
duurd te hebben, werden die nuttige werktuigen weerspannig
en kwamen tegen zulk een behandeling in openbaar verzet.
Talrijke ontstoken zweren braken u it, die mij vreeselijk deden
lijden en mij het gaan onmogelijk maakten. Ik zag mij
dus verplicht het huis te houden, zonder eenig vooruitzicht van
het weer spoedig te kunnen verlaten. Wonden en ongemakken
aan de voeten genezen uiterst moeilijk in warme luchtstreken,
en ik was er dus banger voor dan voor eenige andere kwaal.
Het was mij te verdrietiger in huis te zijn opgesloten, daar
het fraaie warme weder voor de insectenvangst bij zonder günstig
was en mij een rijken oogst voor mijne verzameling beloofde,
en daar de kleinere soorten en de zeldzaamste en meest be-
langwekkende exemplaren slechts door dagelijksche en onop-
houdelijke nasporing kunnen verkregen worden. Wanneer ik
naar den rivieroever kroop om mij te baden, zag ik dikwijls