gemelde zijn die eerstgenoemde hebben nagebootst. Maar in-
dien dit zoo i s , dan moet zeker in die nabootsing een voor-
deel voor hen gelegen zijn, — een voordeel dat hun, als
zwakke vogels met kleine pooten en klauwen, ongetwijfeld
zeer zou te stade komen. Nu zijn de Tropidorhynchi sterke
en flinke vogels, toegerust met krachtige klauwen, en lange,
gekromde, scherpe snebben. Zij verzamelen zieh tot troepen
en kleine kudden, en uiten een luiden krijschenden toon, die
tot op grooten afstand geboord wordt, en dient om in tijd van
nood een groot aantal bijeen te roepen. Zij zijn zeer talrijk en
strijdlustig, en verdrijven niet zelden de kra aien, en zelfs de
havikken, die zieh neerzetten op een boom dien zij ook maar
in kleinen getale bezet hebben. Het is derhalve zeer waarschijn-
lijk, dat. de kleinere roofvogels geleerd hebben deze vogels te
eerbiedigen en met rust te laten, en het kan alzoo voor de
zwakke en minder moedige Mimeta’s een groot voordeel zijn
voor Tropidorhynchi gehouden te worden. Is dit zoo, dan zullen
de wetten van het variieren der soorten en het in stand blij-
ven der meest levensvatbare vormen voldoende zijn om te verklären,
hoe de gelijkenis is veroorzaakt, zonder dat men be-
hoeft aan te nemen, dat eenige willekeurige handeling van de
vogels zelven daarbij in het spei komt; en zij die het werk
van den heer Darwin over den ‘'Oorsprong der soorten” gele-
zen hebben, zullen zieh de geheele toedracht der zaak zonder
moeite kunnen voorstellen.
De insecten der Molukken zijn bij nitnemendheid prächtig,
ook zelfs in vergelijking met de zoo yeelsoortige en schitterende
voortbrengselen der andere eilanden-groepen van Insulinde. De kolossale
vogelvleugelige vlinders (Ornithoptera) bereiken hier het
toppunt van grootte en schoonheid, en vele Papilio’s , Pierieden ,
DanaTeden en Nymphalieden prijken met niet minder luister.
Er is misschien in - de wereld geen tweede eiland zoo klein
als Amboina, waar zoo vele schitterende insecten gevonden
I1