de 66 soorteu van vogels die ik ei' had bijeeagebraeht, waren
niet minder dan 17 nieuwe of die althans tot dusverre op
geen der Moluksche eilanden waren waargenomen. On der
dezen waren twee ijsvogels, Tanysiptera Acis en Ceyx Cajeli;
een prächtige honigvogel, Nectarinia Proserpina; een kleine
fraaie wit en zwarte vliegenvanger, Monarcha loricata, wiens
zwellende strot sierlijk geschubd was met metaalglanzig blauw,
en eenige andere van minder belang ( “ ). Ook verkreeg ik
den schedel van een babiroesa, die gedurende mijn verblijf
te Kajeli door inlandsche jagers was geschoten.
A A N T E B K B N I N O E H .
(■) Vgl. M. 128, noot 5.
(s) Het fort te Kajeli draagt den naam van Defensie. Dat dit fort van
Portngeeschen oorsprong zon zijn, is aan onze Nederlandsche schrijvers
niet bekend. De 0. I. Compagnie bouwde in 1657 haar eerste fort op
Boeroe van hont en gaf het, naar den toenmaligen vorst van Temate,
hären hondgenoot, den naam van Port Mandar-Schah. In 1664 werd dit
vervangen door een steenen fo rt, d a t, na in de lucht gesprongen te zijn,
in 1689 werd verruild voor eene versterking van palissaden, Pagger-
defensie genaamd. Die palissadeering is in 1778 vervangen door een Vierkant
steenen fort van meer solieden aanleg, dat den eenvoudigen naam
van Defensie hehield. De hezetting is doorgaans ten minste het duhhel
van hetgeen Wallace opgeeft, en hestaat uit Javanen met een Europeeschen
luitenant en Europeesche onderofficieren. Zie Willer, “het eiland Boeroe ,
hl. 93, 97.
(3) De hedoelde rivier is de Wai Apoe of rivier van Kajeli, die ont-
springt op het gebergte dat de vlakte van Kajeli ten Z. begrenst, en die
geheele vlakte in noordoostelijke richting met tallooze kronkelingen door-
stroomt. De beschrijving van de tooneelen die deze rivier aanbiedt, door
Willer, “het eiland Boeroe” , hl. 149 v., komt zeer met die van Wallace
overeen. Waar het Alfoersche dorp of gehucht, door Wallace hedoeld, is
te zoeken, durf ik niet hepalen. Hij noemt het iets later ook Wai Apoe, dus
met den naam der rivier zelve; en ofschoon Willer van geen dorp of gehucht
van dien naam gewaagt, kent toch ook Bleeker, “ Reize” , II, hl.
29 , eene marktplaats Wai Apoe in het regentschap Kajeli. Men hedenke
hierbij dat Wallace van het dorp spreekt als een pas gesticht, en dat de
Alfoeren van Boeroe, ook volgens Willer, hunne vestigingen dikwijls op-
breken, pm elders nieuwe tuinen en akkers aan te leggen.
(4) Boeroe is verdeeld in regentschappen; de regenten zijn Mohammedanen
en voeren verschillende tite ls , waaronder die van Radja als de
hoogste geldt. Maar de geheele Mohammedaansche hevolking des eilands
woont met hare hoofden ter hoofdplaats. Na de onderwerping van Boeroe
door Arnold de Vlaming, in 1657, zijn al de Mohammedaansche negerien
van Boeroe naar Kajeli verlegd, en ofschoon zij tot de tegenwoordige hoofdplaats
zijn samengesmolten, hehhen zij de namen der oude regentschappen
hehouden. Tegenover de Mohammedanen zijn de regenten niet veel meer
dan wijkmeesters, maar zij hebhen tevens hun gezag hehouden over de
Alfoersche hevolking, in hunne respectieve regentschappen of fogmorins
verspreid, • en dragen hij deze den titel van Johoe. Behalve de Mohamme-:
daansche negerien omvat Kajeli hoofdzakelijk nog eene wijk van inlandsche
christenen, “hurgers” genoemd en omstreeks 200 in getal, die onder het
onmiddellijk bestuur van den Nederlandschen gezaghehher zijn geplaatst.
(D) Zie noot 3. Daar ik omtrent Wai Apoe, als naam van een dorp
hier ter plaatse, niet geheel zeker hen, heb ik met moeite de verzoeking
wederstaan, daarvoor “de oevers van de Wai Apoe” te schrijven.
(6) Pela, hij Wallace Pelah geschreven, is de Noordoosthoek van de
landtong die de haai van Kajeli aan de Zuidoostzijde begrenst. Te Pela
had voormaals de 0. I. Comp, eene houtzagerij.
(7) Koesoe of koesoe-koesoe, hij Valentijn coescoes (verg. het Ka-
wische kosa)', is in de Molukken, de Minahasa en Timor de naam van het
hekende alang-gras ( Imperata arundinacea), wellicht zonder juiste onder-
scheiding van andere, groepsgewijze daartusschen groeiende grassoorten, zoo-
als het glagah (Saccharum spontaneum) en eenige soorten van Andropogon.