gemelde ruidige huidziekte behept. Het oude hoofd scheen zeer
ingenomen met mijn geschenk, en beloofde mij (door tusschenkomst
van een tolk dien hij had
medegebracht) dat bij mijn volk,
als zij kwamen schieten, zou
beschermen en mij aan eenige
vogels en dieren zou helpen.
Onder ons gesprek rookten deze
lieden tabak dien zij zelven ge-
teeld hadden, in pijpen uit een
enkel stuk hout gesneden met
een lang overeind staandhand-
vatsel.
Wij waren te Doreh gekomen
tegen het einde van het natte
jaargetijde, toen het gansche
Papoesche pijp. land van vocht doorweekt was.
De paden der inboorlingen waren zoo verwaarloosd, dat zij
dikwijls niet meer dan goten waren, met plantengroei over-
dek t, en op zulke plaatsen was er altijd een vreeselijke op-
hooping van modder. Yoor den naakten Papoea is dit geen
bezwaar. Hij waadt er door heen en wascht zieh weder schoon
in den eersten stroom die hem voorkomt; maar voor iemand
die, zooals ik , een broek en laarzen draagt, was het een
alleronaangenaamste zaak, elken morgen tot aan de knieen
door slijkgaten te moeten waden. De man dien ik met mij had
gebracht om hout te veilen, werd spoedig na onze aankomst
ziek; anders zou ik hem op de ergste plaatsen nieuwe paden
hebben laten openhakken. Gedurende de tien eerste dagen
regende het gewoonlijk elken namiddag en den ganschen
nacht; maar door van ieder günstig oogenblik gebruik te
maken, slaagde ik er toch in mijne verzameling van vogels
en insecten tamelijk wel uit te breiden. Ik verkreeg meest al
de soorten die Lesson verzameld had tijdens zijn bezoek te
dezer plaatse met de Coquille (l9) , en bovendien een aantal
nieuwe. Het bleek mij evenwel dat Doreh geen geschikte plaats
is voör paradijsvogels, daar de inboorlingen hier niet gewoon
zijn ze te vangen om de vederen in den handel te brengen.
Yoor zoover zij hier worden te koop geboden, worden zij aan-
gebracht van Amberbaki (2Ü) , eene plaats die een honderd palen
meer westwaarts ligt, en waarheen die van Doreh gaan om
handel te drijven.
De eilanden in de baai en de läge landen omstreeks de kust
schijnen gevormd te zijn door kortelings opgeheven koraalrif-
fen, en zijn sterk bestrooid met koraalmassa’s, die slechts
weinig verandering ondergaan hebben. De heuvelrug achter
mijn huis, die in een voorgebergte uitloopt, bestaat mede ge-
heel uit koraalrots, ofschoon zieh in de ravijnen sporen ver-
toonen van een “laagvormigen grondslag, terwijl de rots zelve
dichter en meer kristalvormig is dan in het läge land. Zij is
dus waarschijnlijk ouder, terwijl eene opheffing van later dag-
teekening de läge grönden en eilanden aan het water ontto-
gen heeft. Aan de andere zijde van de baai verrijst de groote
massa van het Arfak-gebergte) dat, naar de schatting der
Fransche reizigers, omstreeks 10,000 voet hoog is (21) en door
woeste stammen bewoond wordt. Deze worden door de bewo-
ners van Doreh zeer gevreesd; want dikwijls zijn zij door
hen aangevallen en geplunderd en de schedels van enkelen
hunner hangen aan de buitenzijde van de woningen der Ar-
fakkers ten toon. Wanneer men mij ergens in de richtingvan
het gebergte het bosch zag'ingaan, riepen mij de kleine jon-
gens van het dorp “Arfaki, Arfaki!” n a , juist zooals zij bijna
40 jaren te voren Lesson näriepen.
Op den 15den Mei kwam de Nederlandsche oorlogsstoomboot
Etna hier aan; maar daar het kolenschip was weggevaren,
was zij genoodzaakt zijne terugkomst af te wachten. De kapi