eene vreemde Industrie in meer ontwikkelde landen als concurrent ran eene
mlandsche Industrie optreedt, en die door de goedkoopheid harer voort-
brengselen ondermijnt, zooals met de inlandsche katoen-industrie op Java
het geval is. Wenschelijk wäre het echter dat de vrije handel in zaken
die den wilde tot verderf strekken, zooals sterke dranken, opium, wape-
nen en ammunitie, kon worden beteugeld; en ik zou de laatste zijn om
het te yerdedigen, wanneer van de kracht der kanonnen wordt gebruik ge-
maakt, om voor Industrie en handel nieuwe d<5bouch(5’s te openen, en het
gebruik van Europeesche manufacturen, of, wat nog erger is, van Ben-
gaalsch opium , aan onwillige volken op te dringen.
(9) Deze geslachten behooren tot de familie Scolytaria, allen kleine
kevers die deels in de schors, deels in den hast of zelfs in het hout van
sommige boomen leven, waaraan ze groote schade toebrengen en die ze vaak
doen wegkwijnen en sterven. In Europa zijn het meest bekend Platypus
cylindricus, Tomicus typographus, Scolytus ulmi.
(,0) De Brenthidae vormen onder de Curculionieden of snuitkevers een
afconderlijke groep, eigen aan de tropische gewesten, en die zieh door een
verwonderlijk lange en schrale gestalte en vooral door een verbazend ge-
rekten suuit onderscheidt.
(" ) Behalve de vijf dagelijksche gebeden, die'men naar omstandigheden
in of buiten het bedehuis verricht, wordt in Mohammedaansche landen
eene openbare godsdienstoefening in de moskee op Vrijdag gehouden, waarbij
de priester eene preek in de Arabische taal behoort uit te spreken. Men
noemt deze het “vrijdaggebed”.
( ) In t Engelsch sta a t: ‘ sago, bread”; doch dit zal wel een drukfout wezen.
Klaarblijkelijk zijn de lempengs of harde sagobroodjes bedoeld, die, omdat ze als
scheepsbeschuit kunnen bewaard worden , een gewoon handelsartikel uitmaken.
(” ) De Christen-negerien zijn Djoerdjalla, Wangiel, Wokam en Maikoor
(vgl. boven bl. 237, noot 3). Bosscher schatte in 1851 de Christenbe-
volking op 309, de Mohammedaansche op 188 zielen. Tien jaren later was,
volgens v. d. Crab, “de Moluksche eilanden” , bl. 83, de Christen-bevol-
king bijna niet toegenomen, maar de Mohammedaansche ten minste ver-
dubbeld. Over de scholen vindt men vele bijzonderheden in de rapporten
van van Eybergen; men kan wel nagaan dat het onderwijs niet veel te
beteekenen heeft.
(,4) Over den handel der Aroe-eilanden geven Bosscher (vgl. boven blz. 288,
noot 1) en van der Crab uitvoerigeberichten. Deklacht dat de handel afneemt,
wordt door de cijfers niet bevestigd; want volgens Bosscher was in 1850 de
waard; van den invoer /!6 6 ,0 6 6 en van den uitvoer / 176,418, terwijl v. d.
Crab (“de Moluksche eilanden” , bl. 94,) in 1860 in ronde cijfers den invoer op
/3 0 0 ,0 0 0 , den uitvoer op /2 9 3 ,5 0 0 stelt. Olifantstanden, die, zegt van der
Crab, “ op de Aroe-eilanden een middel van betaling zijn en tot geen ander einde
hoegenaamd dienen” , waren in 1860 in geen drie of vier jaren aange-
bracht, naar der Boegineezen bewering wegens de onlusten in Britsch-
Indie. Ziehier de gedetailleerde opgave van den uit- en invoer in 1860.
INVOER.
Lijn waden f 50,000
Arak, 2600 kelders „ 20,800
Jenever, wijn enz............................................... „ 1,000
Buskruit • • . „ 3,000
S a b e ls ; „ 200
Geweren „ 6,000
IJz e rw e rk .......................................................... „ 4,000
Koperwerk......................................................„ 6,000
Aardewerk „ 10,000
Sago in broodjes. ..............................................10,000
Rflst „ 35,000
Opium........................................................... 24,000
Kramerijen en diversen » ■ 30 000
Contant zilver g e l d ......................................... | 100,000
/ 300,000
UITVOER.
2500 pikols pare lmoer.................................f 190,000
1510 „ tripang .............................................63,000
5 » k a r e t............................................. „ 3,500
10 „ vogelnestjes . . . .................| 12,000
P a a r le n .................................................. I 20,000
Diversen . . . . ................................................. 5,000
/ 293,500'
De gezamenlijke bevolking der Aroe-eilanden wordt door Bosscher en
van der Crab niet hooger geschat dan 10,000 ä 12,000 zielen; maar men
kan zieh op die cijfers volstrekt niet verlaten.