ten kommen en bladen enz., enz., waarvan elk der vijftigbe-
woners van onze pranw voor eigen rekening scheen te koopen,
totdat alle beschikbare en het grootste deel der niet beschik-
bare ruimte in ons schip door dit mengelmoes van allerlei
waren was ingenomen; want ieder man aan boord eener
prauw acbt zieh gerechtigd handel te drijven en alles mede
te voeren wat hij in Staat is zieh aan te schaffen.
Geld ish ie r onbekend en zonder waarde: messen, manufacturen
en arak, met tabak voor pasmunt, zijn de eenige ruil-
middelen. ledere ruil is het onderwerp eener lange onderhan-
deling, en geeft aanleiding tot efndeloos gekakel. Het is vol-
strekt noodzakelijk om te beginnen met weinig te bieden; want
de inboorlingen zijn nooit tevreden als men er niet wat op-
legt. Doet men d i t , dan zijn zij veel meer in hun schik, dan
wanneer men hun dadelijk het dubbele bedrag had geboden,
maar geweigerd dit te verhoogen.
Ook ik deed hier zaken op mijn manier, daar ik sommigen
der inboorlingen had overgehaald, om insecten voor mij te
verzamelen; en toen het bleek dat zij voor tot niets nutte
zwarte en groene torren den geurigsten tabak konden krijgen,
kwamen de bezoekers, mannen, vrouwen en kinderen, bij do-
zijnen tot mij, bamboeleden volkruipend gedierteaandragende,
dat, om zieh gedurende de lange vervelende gevangenschap den
tijd te körten, helaas! maar al te dikwijls elkander aan stukken
had geknabbeld. Van ééne nieuwe prächtige to r, schitterende met
den gloed van smaragden en robijnen, kreeg ik een groot aantal
exemplaren, nadat ik eerst bemerkt had dat een zijner vleu-
gelschilden de buitenzijde van den tabakszak eens inlanders
versierde. De soort was mij nog geheel onbekend en is nergens
buiten dit kleine eiland gevonden. Zij behoort tot de Bupres-
tidae, en heeft den naam ontvangen van Cyphogastra calepyga.
Elken morgen ging ik , na een vroegtijdig ontbijt, alleen in
het bosch dolen, waar ik eene aangename bezigheid vond in
het vangen van groote en schoone vlinders, die tamelijk over-
vloedig en meerendeeis nieuw voor mij waren; want ik bevond
mij hier op de grenzen der Molukken en der groep van Nieuw-
Guinea, — een gebied waarvan de voortbrengselen toen nog
tot de kostbaarste en zeldzaamste in de Europeesche kabmet-
ten behoorden (•); Hier vergastten zieh mijne oogen het eerst
aan de schitterende scharlaken lori’s in de vlucht ( ’) , alsook
aan het gezicht van dien vorst der vlinders, den “Priamus der
verzamelaars of eene zeer nauw verwante soort, die echter
steeds zoo hoog vloog, dat ik er geen exemplaar van kon mächtig
worden ( I0j. Eens wel is waar werd er mij een gebracht,
die met een partij torren in een bamboelid was opgesloten,
maar hij was natuurlijk aan flarden gescheurd. De voornaamste
hinderpaal die het eiland den verzamelaar in den weg le g t,
is het gebrek aan bruikbare paden en de vreeselijk oneffen
gesteldheid van denbodem. Hieraan toch is het toe teschrijven
dat men gedurig wordt afgetrokken door de zorg om een vei-
lige plaats voor den voet te vinden. Terwijl gij het oog laat
dwalen om toe te zien dat gij niet bij de volgende schrede in
een kloof of een afgrond terecht komt, is reeds het kleine vlugge
goedje dat gij najaagt, buiten uwbereik. Een andere la s tis dat
hier nergens stroomende wateren zijn, daar de rots van zulk
een poreuzen aard is, dat het op de oppervlakte vallende water
overal door den bodem wordt opgeslorpt. Dit was althans het
geval in de streek die door ons werd bezocht; men vindt er
alleen dicht bij het Strand kleine wellen waarvan het water in
zee zijpelt.
In de böschen van Groot-Kei zijn boomachtige Liliaceeenen
Pandanaceeen overvloedig en geven aan den plantengroei der
meer opene rotsachtige plekken een eigenaardig karakter. Bloe-
men waren schaarsch, met name ook de orchideeen, maar ik
merkte er de fraaie witte vlinder-orchidee Phalaenopsis gran-
diflora op (M). De frischheid en kracht van den plantengroei