tein wist wanneer het kolenschip zou kornen, en hoe lang het
volgens zijn contract gehonden was te vertoeven; hij had in
tijds kunnen terug zijn, maar vooronderstelde dat het op hem
wachten zou en had dus geen haast gemaakt (3':). De stoom-
boot kwam ten anker juist tegenover mijn huis, en ik had het
genoegen, ieder half uur de klok te hooren luiden, wat na
de eentonige stilte van het bosch zeer gezellig klonk. De
kapitein, dokter, machinist en eenige andere van de officieren
brachten mij een bezoek; de bedienden kwamen naar de beek
om kleederen te wasschen, en de zoon van den vorst van Tidore,
door een of twee personen vergezeld, om te baden; maar voor
’t overige zag ik weinig van hen en werd ik veel minder door
bezoekers gestoord dan ik verwacht had (ss).
Omstreeks dezen tijd begon het weder vrij goed te worden,
maar noch vogels noch insecten werden daarom overvloediger,
en nieuwe vogels waren uiterst schaarsch. Van paradijsvogels
was, behalve de gewone soort, niets hoegenaamd te vinden,
en te vergeefs zochten wij nog altijd naar onderscheidene van
de fraaie vogels die Lesson hier geschoten had. Insecten waren
tamelijk overvloedig, maar over het geheel lang niet zoo
fraai als die van Amboina, en schoorvoetend kwam ik tot
de erkentenis, dat Doreh voor een verzamelaar van natuur-
voorwerpen geen verkieselijke plaats is. Kapellen waren zeer
schaarsch cn behoorden meest tot dezelfde soorten die ik reeds
op Aroe gevangen had.
Onder de insecten van andere orden waren de merkwaar-
digste en nieuwste eene groep van gehoornde vliegen, waar-
van ik vier verschillende soorten * mächtig werd, die alien op
omgevallen boomen en vermolmende stammen huizen. Deze
zonderlinge insecten, die door den heer W. W. Saunders (24)
als een nieuw geslacht beschreven zijn, onder den naam van
Elaphomia of hert-vliegen, zijn ongeveer een halven duim lang,
slank van lijf, en voorzien van zeer lange beenen, die zij te
zamen trekken, zoodat hun lichaam zieh boog verheft boven
het vlak waarop zij staan. Het voorste paar pooten is veel
korter, en deze zijn vaak recht naar voren uitgestrekt, zoodat
zij op sprieten gelijken. De hoorns komen te voorschijn bene-
den het oog en schijnen eene verlenging te zijn van het be-
nedendeel der oogkassen. In de grootste en zonderlingste soort,
Elapbomia cervicornis (herthoornige hert-vlieg) genoemd, zijn
deze hoorns nagenoeg zoo lang als het lijf, en hebben zij twee
Gehoornde' vliegen.
Elaphomia cervicornis E- Wallacei^
E. brevicornis. E. aleieörnis.
takken, met twee kleine knobbels nabij hunne vertakking, zoo
dat zij op de hoorns van een hert gelijken. Zij zijn zwart met
bleeke punten, terwijl het lichaam en de pooten geelachtig
bruin, en de oogen (bij het levend insect) violet en groen zijn.
De tweede soort, Elaphomia Wallacei, is van donker-bruine
k leu r, gestreept en gevlekt met geel. De hoorns hebben ongeveer
een derde van de lengte van het insect, en hebben een
breeden, platten, uitgerekt driehoekigen vorm. Hunne kleur
is fraai licht rood, met zwarten rand en een bleeke streep
door het midden. De voorkant van den kop is mede lichtrood,
en de oogen paars met een groene streep er over, welk een
en ander aan het insect een vreemd en sierlijk voorkomen