oorspronkelijk meSgedeeld in Brehm's “Illustrirtes T h ie rle b e n e n hebben,
evenals die van v. Martens, eigenlijk slecbts betrekking op het gebruik
dat de vogel van zijne tong maakt: “Er nimmt das Putter mit dem
Fusse an, bringt es an den Schnabel, zerstückelt es und drückt nur die
Spitze seiner Zunge, welche mit einem runden, hornartigen Blättchen
versehen is t, auf den abgetrennten Bissen, welcher auf dem Blättchen
kleben bleibt. Nun wird die Zunge zurückgezogen und der Bissen verschluckt.
Das geht langsam vor sich und daraus folgt, dass die Mahlzeit
sehr lange währt.”
( " ) Die namelijk op blz. 242 (vgl. noot 1) vermeld.
(l1) Men noemt zulke kisten “kelders.” Volgens een staat van den uit-
en invoer op de Aröe-eilanden gedurende het jaar 1849, door Bosscher
medegedeeld in Deel I van het Tijdschrift van het Batav. Gen., bedroeg
in dat jaar de aanvoer van arak 1930 kelders, en de prijs ,per kelder
siechts f 9. Bovendien kan deze opgave, volgens Bosscher zelven, veilig
met een tiende verhoogd worden voor 'hetgeen door kleine handelaren
rechtstreeks naar den Achterwal wordt gevoerd. Wallace zelf schat in het
volgend hoofdstuk de jaarlijksche consumtie van arak op de Aroe-eilanden
op 3000 kisten. Een flesch arak bevat volgens Wallace een halve gallon •
en daar een gallon met omstreeks 4} Ned. kan gelijk staat, heb ik daar-
voor “twee en een kwart kan” gesteld. Maar voor de juistheid kan ik
niet instaan. Ik heb te vergeefs naar eene opgave van den juisten inhoud
van een kelder arak gezöcht.
C2) “Het hoofdgebrek van den Aroenees is zijne drift naar geestrijke
dranken, die veeltijds de bron wordt van allerlei rampen en ongelukken
en hem en zijn gezin ten verderve sleept. Geen feest , geen terugkeer van
de drinkplaats [?], of drank in groöten overvloed moet er wezen, en hij
rust niet vöördat hij smoordronken nederzijgt. Zieh zelven, vrouwen en
kinderen, alles zou hij verkoopen of verpanden, om maar op zulk een
oogenhlik aan zijn lust naar drank den teugel te kunnen vieren. Dat de
sluwe handelaar van dit gebrek op een schandelijke wijze partij trekt, zal
nauwelijks behoeven gezegd te worden, en dikwerf ziet men dan ook in
körten tijd zulk een ongelukkige van den rang van vrij man afdalen tot
den stand, dien der slaven nabij körnende.” Bosscher, Tijdschr. v. h.
Bat. Gen., Dl. H, bl. 360. Op bl. 376 teekent Bosscher aan, dat som-
mige hoofden het gebruik van arak en jenever beginnen te vervangen door
dat van Franschen wijn, omdat zij daarvan meer leunnen drinken zonder
dronken te worden. Ygl. ook von Rosenberg, “Reis naar de Zuidooster-
eilanden,” bl. 29.
(,3) Men schrijft echter in het Portugeesch “ acabo,” en dit beteekent
niet gedaan, geeindigd, maar ten laatste, ten slotte. Gedaan is “acabado,”
(van “acabar,” eindigen), als in de spreekwijze: “bem acabado!” wel
gedaan !
(H) In goed Portugeesch in twee woorden: “ja foi” (“ja” al, reeds,
het Lat. jam; “foi,” 3“ pers. enk. volm. verl. tijd, van “ser,” zijn, en
van “ir” of “h ir,” gaan). “Ja fui” beteekent: ik ben al weg.
(15) Namelijk varken. Maar wat beteekent het dan bij de Aroe-eilan-
ders? Is de bedoeling dat het bij hen- slechts als scheldwoord wordt
gebruikt ?
( 16) Hieruit laat zieh nu gemakkelijk verklären waarom men de Papoe-
sche afkomst der Aroe-eilanders soms geheel verworpen, of hen als een
overgangsvorm tusschen Maleiers en Papoea’s beschouwd heeft. Zie b. v.
Bosscher, t. a p ., bl. 341 v. en 356, v. Rosenberg, t. a. p ., bl. 28.
( l;) De schrijver had namelijk vroeger, blz. 236, gezegd dat de com-
missie dit jaar niet verwacht werd. Ambtenaren ter beschikking, vroeger
van den Gouverneur der Molukken, thans van den Resident van Amboina,
zijn met een jaarlijksche inspectie der Aroe- en Kei-eilanden belast, en
wij zijn daaraan de berichten van Bosscher, van Eybergen en van der
Crab over die eilanden verschuldigd.
( IS) De kanalen die de area dezer eilanden verdeelen, worden hier en
elders rivieren genoemd, in navolging van het inlandsch spraakgebruik,
waarover in het begin van hoofdst. XXXHI wordt gehandeld. Trouwens
uit hetgeen een weinig later van het kanaal van Watelei gezegd wordt,
laat zieh dit spraakgebruik gereedelijk verklären. Het kanaal van Watelei
is de gewone doortocht naar het Achterwals-eiland Watelei, en ontleent
daaraan zijn naam.
( |(J) Op het eiland Watelei is ook een dorp van dien naam; maar dorp
en eiland liggen aan de oostzijde van Aroe, niet, zooals hier in het Eng.
sta at, aan de westzijde. Zonderling dat eenige regels verder in het oorspronkelijk
op nieuw, in plaats van de oostelijke zee, de westelijke genoemd
wordt. Men vergelijke voor dezen tocht het kaartje van Wallace, bij hoofdst.
XXXIII gevoegd.
II. 19