mien gelegen, door anderen met' schier evenveel recht tot de Waigeoe-
groep wordt gebracht.
(*) Zie boven blz. 38 en 41, noot 11.
(3) Zie Deel I , blz. 349, noot 4.
(4) Gani di loear (d. i. buiten-Gani) vind ik , onder den verminkten naam
Gane Diloir, op de kaart van Halmaheira in den “Atlas van Ned. Indig”
aangewezen, en ook vermeld in het “Aardrijkskundig en Statistisch Woor-
denboek van N. I.” ; maar “het andere Gani” (waarschijnlijk volledig Gani
di dalam of binnen-Gani genoemd) vind ik alleen op het schetskaartje
van Wallace. Het ligt nagenoeg recht tegenover Gani di loear — slechts
iets meer zuidwaarts —■ aan de tegenovergestelde of Westkust, en dus aan
Straat Patientie, die Halmaheira van Batjan scheidt. Over zijn verblijf op
de Zuidpnnt van Halmaheira, voor zoover het tot zijne kennis van de
algemeene gesteldheid des eilands bijdroeg, sprak Wallace reeds met een
woord in het XX3Iste hoofdstuk, blz. 24.
(s) Wallace schrrjft verkeerdelijk Senadji. “Sengadji” is de gewone titel
van de hoofden der districten of djiko’s in het gebied der Sultans van
Ternate en Tidore.
(6) Blijkens den samenhang bedoelt Wallace met “het nauwste gedeelte”
het noordelijk deel, ofschoon, naar de kaarten, ook die van Wallace zel-
ven, te oordeelen, de zuidelijke ingang nog nauwer is. Op vele Nederland-
sche kaarten wordt de naam van Straat Patientie (Portug. Paciencia) niet
slechts aan eenig deel van het kanaal, maar aan het geheele kanaal tus-
schen Halmaheira en Batjan gegeven.
(7) Namelijk Goaripin, waar Wallace reeds vroeger vertoefd had. Zie
boven blz. 34 en 4 1 , noot 6.
(8) Zie over deze formule, blz. 192, noot 6. In het Eng. staat ook
hier weder het verminkte “Allah il Allah.”
(9) Zie boven blz. 367—370.
(10) Zie Deel I , blz. 469.
(") Ygl. Deel I , blz. 357 en 369, noot, 3.
(12) Namelijk uit het oogpunt van natuurlijke historie. Er bestaan anders
wel eenige aanteekeningen over dit eiland, t. w. in “de Oosterling,”
Deel H , blz. 63—86, en in het “Tijdschrift voor Ned. Indig,” jg. 1853,
Deel I , blz. 4 8—53, jg. 1855, Deel I , blz. 277—312.