nooit voorkomen. Sommige stammen die ongetwijfeld van Maleischen oor-
sprong zijn, zooals de Ternatanen, Tidoreezen en Batjanners, spreken
talen die even ontwijfelbaar het Papoesche type toonen. De reden daarvan
i s , naar xk vermoed, dat zij oorspronkelijk in kleinen getale naar deze
oilanden verhuisd zijn, en daar door het huwen van inlandsche vrouwen
zieh de inheemsche taal grootendeels hebben eigen gemaakt, zoodat de
later 'aankomende Maleiers verplicht zijn geworden die eveneens aan te
leeren en aan te nemen, wanneer zij zieh in het land wilden nederzetten.
Daar ik in mrjn verhaal zelfs de namen der stammen van wier taal ik
hier proeven geef, niet altijd vermeld heb , zal ik er thans een lijst van
geven, met die ophelderende aanteekeningen die ik meen dat voor den
ethnoloog van gewicht kunnen zijn, en daarna de woordenlijsten voor zieh
zelven laten spreken.
Opgaaf der verzamelde woordenlijsten.
De met * geteekende zijn vermist.
1 . M a l e i s c h . De gewone Maleische spreektaal, zooals men ze te Singapore
hoort; geschreven met Arabisch karakter.
2 . J a v a a n s c h . Het gewone laag Javaansch, of de Javaansche spreektaal
zooals ze öp Java gesproken wordt (b) ; geschreven met inlandsche
karakters.
* 3. Sa s a k s c h . Gesproken door de inboorlingen van Lombok, die Mohammedanen
en van zuiver Maleiseh ras zijn.
* 4. M a k a s s a a r s c h , gesproken in die distrikten van Zuid-Celebes die
in de nabijheid van Makasser liggen, geschreven met inlandsche karakters.
Mohammedanern * 5. B o e g i n e e s c h , gesproken in een
groot gedeelte van Znid-Celebes; geschreven met inlandsche karakters
verschillend, van die voor het Makassaarsch. Mohammedanen. —
6. B o e t o n s c h , gesproken op Boeton, een groot eiland ten Zuiden
van Celebes. Mohammedanen. — 7 . S a l a j a r s c h , gesproken op Sa-
lajar (Saleier), een kleiner eiland ten Zuiden van Celebes. Moham-
(i) Wallace heeft klaarblijkelijk geen begrip van bet verschil tusschen hoog en
laag Javaansch. De hooge taal is ioo goed spreektaal als de läge. Het gebmik rieht
•zieh naar deh stan d van spreker en aangesprokene. ' V e r t .
medanen. — * 8, T o m o r i s c h , gesproken in Tomori, een landschap
op de Oostkust van Celebes, en op Batjan door eene daar gevestigde
kolonie van TomoriSrs (vgl. Dl. I I , blz. 50). Heidenen.
NB. De volken die de vijf vermelde talen van Celebes spreken,
zijn van zuiver Maleisch type en allen, met uitzondering der To-
moriSrs, in beschaving aan de echte Maleiers gelijk.
* 9. T o m o h o n , * 10. L a n g o w a n , dorpen op het plateau der Minahasa. —
* 11. E a t a h a n , * 12. B e l a n g , dorpen nabij de Zuidoostkust der
Minahasa. — * 13. T a n a w a n g k o , op de Westkust. — * 14.
K e m a , op de Oostkust. — * 15. B a n t i k , voorstad (c) van Menado. —
16. M e n a d o , de hoofdplaats. — 17. B oLAäNO i t a m , een dorp
op de Noordwestkust, tusschen Menado en Likoepang.
NB. Deze negen ’talen, met nog een aantal andere, worden gesproken
in het noordoostelijk schiereiland van Celebes, door de
zoogenaamde Alfoeren, die van Maleischen stam zijn en door mid-
del van de bewoners der Sangi-eilanden schijnen samen te hangen
met de Tagala’s der Phiüppijnsche eilanden. Deze talen beginnen
in onbruik te geräken, terwijl het Maleisch meer en meer het gewone
middel van gemeenschap wordt. Het meerendeel dezer bevol-
kingen gaat allengs tot het Christendom over.
18. S a n g i - e i l a n d e n en S i a u , twee groepen van eilanden tusschen
Celebes en de Philippijnen (d). De bevolking draagt eene bijzondere
kleeding, bestaande uit een losse katoenen japón, I die van den
hals bijna tot op de voeten afhangt. Wat het physiek betreft komt
zij zeer overeen met de bevolking van Menado.
19. De S a l i b a b o - of T a i . a o e r - e i l a n d e n (e). Deze woordenlijst werd
mij door kapitein van der Beek uit het geheugen medegedeeld. Zie
Dl. II, bl. 86.
20. De S o e l a - e i l a n d e n . Deze liggen ten Oosten van Celebes; hunne
bevolking schijnt tot de Maleiers van Moluksch type te behooren
en is Mohammedaansch.
21. K a j e l i , 22. W a i A p o e ( / ) , 23. M a s s a r e t e h . Dit zijn drie dor-
'(c) Vgl. de Bijvoegsels en Verbeteringen achter het Tweede Deel, blz. 514 V e r t .
(d) Vgl. Dl. I , blz. 465 , noot 24. V e r t .
(e) Vgl. Dl. II, blz. 128, noot 2. V e r t .
( / ) Vgl. Dl. I I , blz. 148, noot 3. V e r t .