
zy by oogluiking. nog verborg , alzoo
zy geen fimuld Jhier in had. Hun wraak
tegen Bofchboudèr-gixig zoo verre, dat zy
zyn lyk zeer flegt, doch dat van zyn
zoontjeyry deftiger, ter aarde beftelden,
en h§.t laatfte deden zy , niet zoo zeer
om5de zoon ,/.als wel om dat de koning
van Denemarken over den zelven ten
Doop geftaan h ad.
Zyhâddenopk bezorgt, dat de princes
van Mingone met diy lraacdochters, en
een oude dienftmaagc , naar Candy aan
het: hof gebragt Was 3 van waar zy , ' 7
jàaren daar gemeven zynde, op ’t verzoelc
van den Deenfchen g^ncrual^Roeland Carpe,
met haar gezelfchap door den keizer Ze~
nerat Adafcyn naar Trinkenemale gezon-
den is., . •
“ Na dat Güle.Geddß zieh nu: van deze
- princes met haaren lloet ontlaft had, ver-
zeilde hy van Gotiar naar Baticalo, om
daar ’t nader goedvinden des keizers af te
wagten 3 maar zoo ras was hy niet ver-
trokken , o f ’tvolk der andere fchepen,
in de havenvän Trinkenemale verbleven,
liep een der zelve af , ’tgeen in het uit-
zenenopeen blinde klip in ftukken fldet,
en hoewel ’t volk ’er meeft a f , en met
kleine vaartuigen op de kuft van. Choro-
mandel quam , zoo hadden zy ’er niets
aan,. vennitsjiy. daar, o f by de Neder-
landers , o f by de Portugeezen , dienft
namen. *
, Dit vemam Gule Gedde niet lang daar
na met zoo veel ontzetting, dathy , voor
meer diergelyke ongevallen en oproer on-
der zyn volk , dat al by een ichaarde,
<5ule vreezende , goedvond weer naar Dene-
Gedde, marken te keeren, ’t geen de Portugeezen
hun met veel blydfchap. vernamen., vermits zy
keertnaai ^dlke nieuwe buuren daar niet van nooden
Dene- hadden, en die maar met een fcheel oog
marken, aanzagen. Dit is het a l,. ’t geen ik van
den handel der Deenen op Ceylon weet
tezeggen. jg
Zy hebben in .oude tyden 00k op Banda
Hun han- geyaaren , en het is zeker, dat de wilde
del in an- koebeeften , die men nu nog op het Bändere
Indi- <jjten eiland, Roiingein, vmd, door hen
^ ^ e"daar eerft gezet, en zedert zooyermeer-
dert. zyn., :
Dus plagten zy 00k een comptoir, al
voor den jaare 165 z. op MacaiTer te heb-
ben, alwaar de generaal des koningsvan
D.eoemarken, Roeland Carpe o f Crape, in
dat zelve jaar met z fchepen quam , en
daar zy toen een.logie hadden, vaarende
van daar naar de Kuft,. Bengale, enz.
Al-yoor ’tjaar 1646. voeren zy 00k op
Mochä, - en hadden voor die tyd daar 00k
een comptoir., maar hun handel hier op,
o f liever -hun ontzet tot voortzetting van
den zelven ,- was zoo flegt, dat zy toen \
hun. comptoir al verlaaten hadden.
Van meerder belang was hun handel i
op dekuft van Ghoromandel, hoewel zy
jaarlyks maar een fchip z of 3 uit Denemarken
-kregen, ’tgeen nogwel fomtyds
een jaartje o f twee mifter, en overgefla-
gen wierd.
Zy hebben hunne voomaamfte handel-y0Mn,
plaats en vaftigheid tpt Trangebaar al varimelyk op
ouds her gehad, alwaar zy zedert ’tjaar Trange-
de vefting Dansburg gebouwt, en!?ar’
die, met 4 punten , ; z hooge en z la g e ,;^ ^ ^
voorzien.. hebben 4 -van het welke, een
Deenfch Edelman, Offe Godde •uaa'Pome-
rup - Gaard, wel eer zeevoogt >in. Denemarken
j, de b.onwheei? was.5 Het legt
ontrenttwee musquetfchooten van ftrand,
in een effen land, ofop een vlakte, op
eenigrond , die .fteenagtig is , hoewel
van een zandige landftreek omringt. Het
flot is vierkant, en yan gebakken. ileen
gebouwt , rondom het welke een drooge,
S^ g t, die met pallifladen bezet is 4 loopt.
Men heeft in ’t zelve ter regterhand, zoo
als men daar in komt;,, een vry groot huis ,
waar in de opperbeftierder van hunnen
handel in Indien woont, nevens welke
nog eenige andere fteene, hoewel kleine,
huizen uonden, bezet van in de 30 be-
dienden, waar onder l f o f \6 krygslie-
den waren.. d r -^.4.
Beweiten deze vefting legt de iladt
Trangebaar, die wel mim van anderhalf
1600 , doch maar leeme en zeer Hegte
huizen voorzien is, welkers ingezetenen
zy voor yder huis een ryksdäalder jaai lyks ,
voor hun vrydom en handel hier, aan hun
opperbeftierder doen betalen 3 hoewel
00k de Deenen uit kragt van zeker oud
traftaat gehouden waren jaarlyks aan de
vorft van Taosjouwer zooo ryksdaalders
te-, geven., c:
Dezeftadt, die in ’tjaar 171 y. redelyk
volkryk was , is met een iterke muur
omringt, gelyk 00k haare bol werken van
gefchut en ammunitie (volgens opgave
der Deenen zelf) zeer wel voorzien.. Men
heeft ’er 3 kerken 3 dieder Deenen, Sion ,
die der. Luterfche nieuw bekeerden,(zedert
’tjaar *70$:. tot iy if.) Jerufalem ge-
naamt, en die der Roomfch Catholyken 5
behalven nog een Mohhammedaanfehen
en v y f Pagoden o f Heidenfche tempels.
Onder het territoir dezer ftadt behooren 1 y
bürgten, o f dorpen, van welkeBorejaar
’t grootfte, by na zoo volkryk als Tran-
gebaar., en van verfcheide Pagoden en
Mohhammedaanfche tempels voorzien is,
Tiliaar word het tweede genaamt, waar
haar toe men van Trangebaar op een
froote weg gaat, die met twee .reijen
oomen beplant is, „volvan veelerlei roo-
de,'Witte en geele bloemen, dierzy ge-
ftadig,dragen. Behalven deze zyn ’er nog
verfcheide andere plaatzen, die ik , alzoo
haare naamen my niet- te binnen komen,
overltap. Aan de zeekapt heeft men daar
. op de tuflehenwydte van alle 6 o f meer
roylen , tot p o f 10 toe , geftadig of
een fort, o f ftedeken^ o f eendorp, van
Europeers bewoont. . r
Opperbe- Zy hebben van tyd tot tyd hier ver-
ilicrders fcheide opperbeftierders van hunnen han-
der Dee- del in Indien gehad.
De oudfte, die my voorkomt , is ge-
weeft de voomoemde bpuwheer der 1
vefting, Gule Gedde, eq daar na Roeland
Carpe, die ’tal eenige jaaren aan eenge-
weelt is, en 103z. opMacaflar.was, daar
zy toen 00k een logie hadden.
. Na dien tyd is’er zekere Barent Pejffdart,
o f Pelfaart, geweeft, die (zoo Georg An-
driesz omftanaig befchryft, en voor wiens
rekening wy dit verhaal laaten) voorge-
nomen had van Dansburg een tocht naar
Japan te doen , waar toe hy een groote
menigte rocchevellen , daar tot het maa-
ken van cabinetten en comptoiren zeer
fetrokken, vergadert en reeds ingeicheept
ad, in hope van daar groote wintten op te
doen. Hy Degaf zieh dan op de reis, doch,
by, Malacca gekomen zynde, wilde hy de
gewoone viütatie .aldaar niet ondergaan,
en belaftte den fchipper het maar te laten
dborftaan , envoorby te Zeilen 3 doch hy
va» wierc agterhaalt, en eerft daar, en daar
Barent na te Batavia, met zyn fchip opgebragt,
Pelfiart in en vermits. zy hem verdagt, en het daar
Manilha. voorhielden, dat hydoordeftraatPalim-
bang naar Batavia zogt te ftevenen , zoo
ftont men in beraad aldaar, om fchip en
goederen verbeurt te verklaaren 3 doch ,
op: zyn emftig verzoek ^ wiert hy na
veel talmeryen ontflageny doch op deze
voorwaarde, dat hy naar Manilha, en :de
Phiüppynfche eilanden, daar de Spaanjaar-
den ’tgezagvoerden, zeilen, en men hem
verfcheide waaren , daar zeer getrokken ,
medegeven , en verder van volk en leef-
togt ten zynen koften voorzien zoude: :,
< Pelfaart nam deze voorwaarde, met ze-
keren geheimen -laft, daar het de Neder-
landers meeft om te doen wasj aan, en
de affpraäk was, dat hy onder een Deen-
fche vlag (alzoo de Nederlanders toen
met de Spaanjaarden in oorlog waren)
dien tocht doen zou. i
r 'Deze reukelooze daad van Pelfaart
wiert egter niet vartalle , die op dit fchip .
waren, goedgekeurt, ja daar zyn ’er onder
geweeft, die hem voor een openbaren
fchelm uitfcholden, en niet meer met hem
vaaren wilden. . .
Pelfaart vertrok ondertuflehen met nog
fo Holländers, die hem toegevoegt wier-
den, en met zoodamge waaren, als inen
oordeelde daar beft gewilt te zyn.. Na
dat hy te Manilha, de nooftftadt der Spaan-
jaarden op ’t eiland Lucon , ten anker
gekomen, en by die natie gemerkt was,
aat het een Deenfch fchip was, zoo wiert
hy zeer wel ontfangen, en hem veel eer
en vermaak aangedaan. Ook was zyii
L D e e 1. ö 1
geluk, dat hy zeer wel van al zyne medefenomene
goederen afraakte 3 maar .als
y nu weer zeilree lag, en na genomen af-
fcheid van denSpaanfchen opperbeftierder,
nog maar een anker te ligten,, , en al de
andere reeds binnen boord had, zoo be-
gaf hy zieh in de chaloep naar; ftrand,
voorgevende daar nog eens te willen vis*
fchen 5 hoewel het hem niet om de vifch ,
maar om ’t peilen der gronden alleen, te
doen was. Dit wiert zoo behendig niet
fedaan , o f de omzigtige Spaanjaards,
erigt dat’er een lootlyn in dat vaartuig
was , en wel wetende dat die, iot 4t vis-
fchen niet te pas quam , kregen ’er de
fiiuf af in de neus voeren hem na, en
bragten hem als een veripieder, door de
Holländers uitgezonden , naät ftrand toe ,
en lieten hem , zonder eenige verdere
regtspleging, door een fcherpregter, door
hen aaar toe medegenomen , maar op
’t ftrand de kopafllaan, en ’t.zelve ontrent
de plaats , da:ir hy viflchen wilde , op een
ftaak zetten 3. verklaarden het fchip, en
de goederen verbeurt , enrhielden al de
Deenen, tot. dat zy hun losg?ldbetaalden ,
als vrve gevangenen, maar al de Holländers
floegen zy in de kefcn ¿ en verwe*
zen hen tot allerlei flaafagtige dienften;
Al deze ongelulcken quanaen Pelfaart,,
en al de anderen, over, door een Mala-
baarichen jongen , dien hy ’s avonds te
vooren over het breken van een glas elendig
geilagen , en die zieh 5 .öyer, böord
ipringende, naar land begeven, zyn gantfch
voornemen aan. de Spaanjaards .ontd^t ?
en zieh dus- aan hem;gewroken had 3,,over
al het welke de gevangene Deenen naar
Dansburg omftandig berigt overzonden.
Deze Pelfaart komt my in, ’t jaar 164?.
den 8fteu Mey., als een contra<5fc van ze-
keren handel met ons makende, voor; -
Ontrent' ’t jaar 1646. niet- läng na dat
Pelfaart zyn hoofd dus met viflehen verloren
had, wiert Willem Layali: een Deen
van Elzeneur, met het fchip Chriftiaans-
haven, uit Denemarken gezonden, om
als oppergeSieder der Deenfche Natie tot
Trangebaar in Zyn plaats te.yolgenf.
Hy had de dood vicn P.elfaaj't o.p, zyn
reize, eey ]by te Dansburg quam.,, al ver-
ftaany doch als hy daar aan ,.■ en verdefi te
land, gekomen; was,; wilden deDeenen 3
die met twee Bfarheeren in de vefting waren,
hem daar niet inlaaten, i maar'haälden
de brug ypöj?; hem op, en zeideöy :heni
niet te zullen erkennen, vooxdat zy.rzyne
brieven van geloof eerft gezien hadden 3
voor reden gevende, dat hy te voren in
den dienft der Holländers geweeft:^, en
hen niet bekent was, dat hy van den koning
van Denemarken , om dat'smpt te
bekleeden 3 daar zou gezonddn 5 ja dat
het dwaasheid zou zyn, hem hier in op
zyn bloot zeggeri te gelooven,
T Layal