
B E S Ç H . R YV. I N O d é *
Lafteh
dczer
Volkeren,
die zy
dragen
moetco.
Ver:'’
gezogte
bezuini-
ging van
de Heer
Fadbrug-
ge omirent
kerkely-
kc zaken.
Aart der
Volkeren
bier, die-
per land-
waarcin.
h a a re koHen, te können gebruikt worden
, daar beHellesgÿ en bovcn dien
jaarlyks nog een goed gcdeeltc planken
tot de gemeene-werken leveren, behal-
ven nog andere zaken, die met hen ver-
iproken zyn, en die zy aangenomen hebben
, volgens zekere voorwaarden y te
bezorgeffjr gelyk dat omftandig in de
Dag-regiflers van ’t jaar 1678. en 167p.
(voor al op den tiende January des laat-
fien jaars) kan nagezien worden.
Kerken, en Schoolen te onderhouden
(behalven de Atap,die de E. Maatfchappy
bezorgt, en tegen een halve ryxdaal-
dcr de honderd betaalt) flaat 00k tot
hunnen laHen* dogniét het huis van den
Predikant, o f Krank-bezoeker, waar
voor de E. Maatfchappy zorg draagt.
Wegens de koHen van 't onderhouden
van het huis des Krank-bezoekers oor-
deelde de CommiiTaris en Landvoogt,
de Hecr Padbrugge, dat de Krank-bczoe-
ker dit voortaan, voor den vrydom van
’t bewoonen van dit huis, wel dragen
mögt. Een wonderlyke uitgevondene
bezuiniging, en een gçoote ontlafting
voor de E. Maatfchappy, die nog groo-
tcr geweeft zou hebben, als hy dat den
Predikant (alzo ’er evenveel billykheit in
was, en zy beiden vrye wooning hadden)
mede maar aangeplakt .had, dat hy
zekerlyk, volgens zyn naeuwcn aart omirent
de kerkelykc, wel gedaan zou hebben,
had hy zo wel aan den Predikant,
als aan dien armen Krank-bezoeker, dur-
ver tomcn: want dit zou de jaarlykfche
laften van de landvoogdy mçrkelyk vermindert,
en hem een zeergoedennaamby
hunne Hoog Edelheden gegeven hcbbenj
maar het'is te verwonderen, dat de Heeren
land-yoogden (waar, en hoe, zy
00k zyn) gemcenelyk dat punt van bezuiniging
zo flerk omtrent zecr geringe
zaaken van anderen, en noit omtrent zieh
zelven, behartigen, daar zy nogtans de
E. Maatfchappy veel grooter dienft doen
zouden , met verfcheide groote en vol-
ilage onnoodige pollen, daar zy al vry
veel voor trekken, a f te fchaffen, daar
zy egter noit aan denken 5 maar gemee-
nelyk komt al hun zuinigheit (waàr in
zy dan hun groot veriland betoonen). al-
leen uit op het befnoeien van een kleinig-
heit, die een Predikant, Krank-bezoeker,
Schoolmeefler, o f 00k wel een arm
Boekhoudcr, o f fmal Opperhoofdje, te ,
veel naar hunne gedagten trekt.
Het volk landwaard in is vry beter
van aart, als dat aan de Hranden woont.
De boeren zyn vroomer^ eenvoudiger,
en opregter, doordien zy weinig met
vreemdelingen omgaan * de andere in te- I
gendeel zyn, door hunnen ommegang
met allerlei volken, geflépener j dog
meeft ten quade hellende * maar, by voor-
val van gefchil met de Alfoerezen hier,
-of elders in Tcmate, was de lall hunncr
Edelhedtfn al in ’t jaar 1671. by huu
fchryvens van den veertienden January,
van ’er zig niet mede te bemoeien.
.De wrevelmoedigllc van deze krakkeel-
zugtige en ligtgeraakte inlandcrs (diedog
in ’t yuur der gefchillen leven) zyn die
van Ton-Dano, o f anders de Water-
landers, genaamt; want Ton beteekent
een volk, enDano, water. Deze wre-
vel wert yeel door de tolken zelf veroor-
zaakt, die onder de?e bergboeren, om
hun eigen voordecl,, te veel Heeren
maakten,. waar uit dan onder de anderen,
die het met werken tc .fwaar hadden,
twift ontllont j . dog die van Ton-Sea,.of
de watervals-Volkeren, fchoon maar ze-
ventig weerbare mannen llerk, weten
hen gemakkelyk in toom te houden* en
tot reden te brengen. met het water aan *t
naauw voor hunnen. water-val maar met
pallifladen op te kroppen, waar door zy
al hun gezaaide, längs de boorden van
hun niet wel genaakbaar binnen-water .
Haande, en zelthun huizen, onder water
zetten, en hen volkomen dwingen können.
Met deze Tondaners hadden wy
volgens de tyding van die van ’t Huis ter
Haan, in ’t jaar 17t 1 nog oorlog, datal
van 170p geduurt had, endatdierte in de
ryll, en witte turkfe boontjes op de kuft
van Manado gaf.
De wegen landewaard in , naar Data- Die nt-
han, Paflan, en Saccan aan de eene, en
naar Saban aan de andere zyde plagten in worden
vorige tyden voor ’t jaar 1680, veel be- nevens
ter, dan naderhand tc wezen, vermits de Iand*
zy door het vervolgens fpringen, en op-
vliegen van verfcheide bergen , lande- *
waard in meeil in ’t midden van deze
finalle fireek van de Kemas o f Grootc
Oeller-Bergen a f , tot gehcel aan Go-
rontale gelegen, en meeil in brandende
fwavel-bergen bellaande, onbrijikbaar geworden
zyn.
Men heeft daar van cen voornameblyk
in de Mogonde (een landlchap, 00k
midden in ’t land , agter Amocra , Boe-
lan en Äuwn, gelegen) gezien, alwaar
een geheel ftreek lands met düizendenvan
Calappus-bopmen, längs een aangenamen
ilroom geitaan h ebbende , zoodanig ’t
onderile boven gekeerd is, dat de poll-
houders van Manado, fchoon maar kort
te voren dien weg gebruikt hebbendc ,
den zelven naauwelyx , en niet dan met
over een groote menigte van wortels en
Hammen te klimmen, willen te vinden,
verwondert zynde, dat zy de meeile
Clappus-, en andre fware boomen met de
kruinen beneden , en met de wortels om
hoog zagen, en in de plaats van den vo-
rigea
•M O L U C C O S.
Zwavcl
bier.
Ycrdere
waarep» :
die men
hierheeft,
«ig*a
koop be-
komt.
Heeriyk
tbben-
hout liier.
Waar de
vogel-
':neftjens
"hier val-
len.
rigen ftroom hier een nieuw binnen-water
vernamen.
Dit gebergte geeft 00k zeer goede en
zuivre zwavel. Byzond^ nogtans geeft
de kull van Manado wafeh, honig ( hoe-
wel djt laatile zo overvloedig niet) bind-
Rotang, Cadjang,Turkfe boontjens (al
vry overvloedig) zeer veel Miel je , of
Turkle terw j maar voomamelyk over-
vlped van Padi, en ryll, ’t geen men daar
by afmeten kan, yermits by zekeren brand
in een dezer dorpen,_ Tömpn genaamt,
drie duizend lallen te gelyk verbrand zyn.
Öek is de ryil-maat hier vry gropter dan
gemeenelyk: Want daar men gemeenelyk
in Ternate vy f en zeventig pond in een
maat heeft, zo heeft men hierby na acht
en taehtig pond ’er in.. De levens-mid-
delen zyn hier doorgaanszeer goed lcoopj
’t geen onder ons volk oprzaak van een
vry dartel, .en ongebonden leven is.--
Men vint meeil over al o.p de eilanden
rondom dezen Noord-Ooft-hoek tot aan
de Datahans, en y verder landewaard in *
omtrent de Dorpen Datahan, en Paflan,
zo groöten overvloed van Ebben-hout dat
de Inländers daar af niet alleen hun mee-
llen huisraadj maar 00k de Hutten van
hunne huizen maken.
Deze Hutten zyn dikker, dan een man
ömvademen kant en niet genomen (gelyk
men Wel op andere, plaatzen doet)
van het hart>van den Ebben-Boom, maar
van den geheelcn boom zelf * die daar
buiten den baH, en een weinig ipint, niet
anders. dan zuiver ebben-hout uitlevert.
Ja de onzen hebbenin ’t. jaar i 6(5o* by
den optpgt van den Heer:..Göx, naar Ton?:
dano, een ebben-houte vaartuig van vyf-
tien voeten breed, en uit eenen Doom uit-
geholt gezien.
Hunne boflehen zyn 00k vol van allerlei
fchoon en zwaar hout, eri verder van
een overvloed van allerlei fchoone vrugt-
boomen.
Hier vallen 00k al vry veel vogel-neil-
jens, die een van de lekkerfle Indilche,
en zelf oolc van de Hollandfche fpyzen
uitleyeren. Men vind f? meeil omtrent ’t
eiiand Lembe, de Datahans, en andere
eilanden daar omtrent, en men plagt ’er
jaarlyx wel tien o f twaalf pikol van te
verzatflelen, het eene jaar meer, het [ander
jaar minder.
t>it plagt in de vorige tyden* omtrent
’t jaar id8p,zo wel een byzonderen han-
del vah ’t Manado’s opper-hoofd, of van
den , bezoekdoenden Predikant , gelyk
öok wel die van ’t Caret,en van deGlap-
pus-olie voor hen, te gevert-y dog in eeq
tyd, dat de E. Maatichapp.y dien handel
. iiog aan zieh niet getrokken had, ’t geen
meer door nyd, om dat men niet alles aan.
den landvoogd ten offer bragt, als wel
J. D e e l ,
uit noodzäkelykheid van gfööt vöordeel,
voor de E; Maatichappy, hen ontnomeri,
en zoo aan de E. Maatfchappy gebragt is,
die het als men de onkoHeh ’er aHrekt,
niet veel geeft* noggevenkan, yermits
al de vogel-ncfljens, Cn ’t Garet , omtrerit
twintig Piköl in een jaar uitmaken kon- H
nen , daar het voor zulk eeri bezoek-'
doenden Predikant, die op zulk een togt j
van vier o f vy f maanden Veel, ja dubble '
onkoHen voor zig * en zyn huishouden
doen moet, zonder dat hy ’er na matfe
van.dien by na icts Voor trekt* nog al
iets (maar zo veel niet, als men’er vän
opgegeven heeft ) opbrengen kon 5 ’t geen
h y , met zoo veel moeiten* gebrek * lang-
durige ongemakken* en groote gevaaren
op zulke tpgten * eerft met zo een opper- ¿¡kant
hoofd nogdcelen moet* en het ook niet wel een .
dan al te wel verdiende* alzoo tpg een k*ein,
Predikant geen voordeel ter wereld * bui- tj°°^pee
ten zyne befolding heeft* die wel groot een be^-
fchynt* maar met welke hy * fatzoönlyk zock ¿öu
na ’s lands wys , en na zyn fläät levendd*
onmogelyk, op geen Hiikken hä* toe-
reiken kan , indien hy rhaaf een kleih
huisgezin heeft, dog zo dat zWaaris,
moet hy ’er veel byleggcn* o f in grootfe
fchulden geräken * waar van ik al ver- i
feheide voorbeelden zou können aanwy-
zen: hoewfel het ook waaris, dat hy*
vryer zynde* ’er mede toekomen* dog
niet veel over houden Jean.
Kan het, zal deze o f gene zeggen,
een Predikant met zulk een groote fol-
dye, en met zo-veel buiten-voordecleil
daarenboven, niet Hellen, hoc zal ’t
dan een onder-koopman, een arm Affi-
ftent, o f ander dienaar^?doen ? die. al
mede die zelve togteh* zb wel als de
Predikanten* öndernemen * en öok veel
onkoflen daar op dragen mocten. Ik
antwoord hier op, dat zulke bewints-
luiden het eenige jaaren zeer quaad, maar
öndertuflehen hope, cn* by verlopp van tyd
engoed gedrag* meeilookjt gelük hebben
om naderhand bedieningen van Koopman*
opperKoopman, enz. te krygen* die in
een jaar o f twee niet alleen alle die on-*
koHen goed maken, en hen in Haät
brengen können (voör al, als zy Gouverneurs
, o f Landvoogden werden) otil
in zeer weinig jaaren zo veel over te
winnen* dät zy als kleene Princen leveil
können (waar van ik veel:voorbeeldeii
zou können geven) daar een Predikant* *
altyd een Predikant is * en een Predikant
blyft. Voorbeelden van zulke afliftenten*
en onder-kooplieden in ’t körte zo groot
en zo ryk geworden zyn ’er genoeg* als
de Heer Rofelaar gewecH wona-heelep* eö
namaals Land-voogd van Ternate * eil
Malacca, de Heer Beernink van.'onder-
Koöpman , daar na Landvoogd van Ma-
I • eaflar,