
B"E S C H R Y V r N G » er
Zy worden
in '
genade,
na veel
tegen-
fporling,
aangeno-
mcn.
om hen, was ’t mogelyk, weder onder
zig te brengen.
De Heer Zeifi vond dan goed , inet
voorkennis van den Koning, den Fifcaal,
Daniel ÖttenSyi en den Koopman, Vol-
lenhoven, nevens den Marinho, o f die*-
naar der kerky 'naar dczeLaboewa ’s af te
vaardigen, 9m te zien, o f men - hen zoti
können bewegen, na verleening van een
algemeene vergiffenis , weder af te körnen,
om zig weder onder ons te be-
geven.
Z y vertrokken den zöften der zdver
maand ’s morgens derwaards, quamenden
zytten ’s nagts by hen aan de andere zyde
des lands, in de ftraat van Patientie, daar
zy een weinig van ftrand zig op een fter-
ke hoogte onthielden. Zy verfchenen
den z^ftcn weder , mede brengendc drie
inlanders, door de gevlugten afgezonden,
om met ons te handelen, onder welke
Joan Gabefidi, eenroekeloozc gaft, was,
die uit naam van zyne principalen wel
zeer Itouc aan den Commifiaris Zeifi, en
den landvoogd, Le Febre voorftellen
dorrt, om wat reden zy hunnenSengadji,
en andere opperhpofden, hun ontvoert,
en ’t leven benomen hadden.
De Koning van Batsjan zclf, verbood
hem dit veraer te vragen, a|zo hem die
reden, en hunne fchuld, al te wel be-
kent was,
Na dat men hen dan verder had voor-
gehouden, o f hy niet anders te zeggen
had, zeide hy gekoraen te zyn, om ver-
giffenis voor hem, en alle de gevlugten
re verzoeken.
. Dit verzoek wierd aan alle de gevlugten
toegertaan, uitgenomen aan vier per-
Zoonen, die men uitzonderde, en op
welker hoofden geld gezet was.
Men vraagde hen 00k , waarom zy
vergiftenis yerzogten, indien zy (gelyk
zy voorgaven) niets misdaan hadden,
waar op, zy daags ’er na, o f den 3 iäcd tot
bekentenis quamen, dat huh Sengadji,en
de andere, te regt geftraft waren.
Deze vergiffenis wierd hen onder die
voorwaarde verleent, dat zy ten eerften
aan ’t Fort Barneveld onder zulkenhoofd,
als gehoorzame onderdanen, zig zouden
moeten begeven, als de landvoogd over
hen ftellen zoude.
Z y druifchten hier wel in ’t eerft te-
gen, waar in zy 00k van den Koning,
den Kapitcin Laoet, o f hunnen zee-
voogd, en den verderen Batsjanzen adel,
met zeer harde woorde geftyft wierden,
fchreeuwendedie Koning al ftampvoetende
uit, dat men hem zyn onderdanen, die
altyd onder hem gertaan hadden, zogt
te onttrekken maar men toonde hem
en hun allen, hoe de Labocwa ’s al van
den onder-zeevoogd Hoens .tyd a f , zedert
’t jaar iöop, niet zyne, mäar onze
onderdanen, geweeft waren, en dat hy
nöit denken moeft:, dat wy onsdeugde-
lyk regt op hen zouden latenHippen j
tegen al het welke zy egter zig zödanig
metrazen en fchreeuwen, dat men hen
verongelykten, aankantten , dat zy met
den Koning onverrigter zake naar huis
gingen.
• Men ontbood den Batsjanfenzee-voogt
weder, en liet door hem den Koning
nogmaals zeggen, dat wy om geen reden
ter wereld van dit regt zouden afftaan,
en dat hy, wilde hy een vriend van de
Holländers zyn en blyven, zyn onge-
gronde eifchen en vgorwendingen zou
hebben te laten varen, en de Laboewers
in hun onregtveerdige voorftellinge niet
meer te ftyven, al ’t welke op deritwec-
den July nog nader door den Fifcaal, den
Koopman , Ambrofius Coenraads , een
Vaandrig, en den Marinho, den Koning
aangedient wiert, dog tegen al ’t welke
die hardnekkige vorrt egter by zynen
eifch en ftelling pnvcrzettelyk bleef,
waar op dan den Laboewa *s?t yrygeleide
opgezegt, gelyk 00k hieF uit kläar ge-
bleken i s , hoe deze Koning.de handln
dit ganfeh verraad, en om geen andere
reden j daar deel in gehad heeft, als om
door zulk een flingzen trek , was ’t mogelyk,
ons te dwingen , de Laboewa’s
weder aan hem a f te ftaan j waar in hy
zig grootelyx misleid vond.
Hy was zelf zo ftout, dat hy durfde Stöutheid
verzoeken eenige perfbonen in gezant- Sff Ko-
fehap aan haar Edelheden naar Batavia 'te
zenaen, om de zelve te verzoeken j hem jn *tj aar
met een o f twee fcheepen te onderfteu^ 1617.
nen, om zyne ongehoorzame ooderzaten
in Amboina, en in de Papocfe eilanden
naar Batsjan te halen, vermits hy zelf
niet magts genoeg daar toe had, nevens
’t welke hy hunne Edelheden 00k bidden
wilde, dat de Laboewa ’s Weder onder
hem mogten geftelt worden.
Het zenden van Gezanten wierd hem
vlak afgeflagen, onder voorgeven , dat
daar toe van Batavia eerft verlof verzogt
moeft worden j dogt ’t fchryven van een
brief aan haar Edelheden wierd hem toe-
geftaan , waar aan hy niet veel had-, al-
zo de Heer Zeifi ov er dezen vorft aan de
Hooge regeering fehreef, dat men hem
niet grooter maken moeft, als hy nu was,
vermits ’t nu reeds met hem zig flim
genoeg aanzien liet, beter agtende, dat
men dit ge weit der Laboewas met,eenig
ander volle (dog gcenzins met Molukze)
bcvolkte, te meer, alzo hier zeer veel
Nagelen , allerlei vrugten, en overvloed
van alle foorten van leeftogt vielen j
waar door zy rykelyk zouden können be-
ftaan, en op welke :d’E. Maatfchappy
viy
M O L ü
C C a ö S. ica#
• Barneveld genaamtj immers van dien fyd
1 af komt ze met dien naam voor, gelyk
hy toeh op -den i6<kn ¿er zelve maand, AdriaaÄ
yJdriaan van dir Duffen ,.opper-koopman, van def
; als eetftc hooftl hier geplaatii, en hem
een bezeteingr van vyftig Nederlanders hoofa.
heeft toegevoegt, öolc heeft deze onder-*
zeevoogd iin dat zelve jaar een verdrag
met de Köningen van Batsjan, en van
Ternate aangegaan , al ’t welke hier na
I onder de zaaken van Ternate in dat zelve
, jaar zal biyken. ,
VryJjeter ftaat, dan op deze verraderfchc ,
Laboewa ’s , zou können maken, die in
alles ten dezen tyde omtretit hbnderd en
twintig perfoonen fterk waren.
Üit al dit ter neder.geftelde blykt dän
,. .middagklaar, dat d’E . Maatfchappy vbl-
ä ftrekt op dit haar regt is blyVen ftaan , en
het noit aan den Koning van Batsjan,
hoe menigmaal hy bok naderhand eifchen
d a a r op gedaan heeft f heeft willen over-
geven.
De Koning Alcvifjaddien de elfde^'iZogt
in ’f jäar 1677 den Heer Padbrügge, by
zyn komft, mede in te boezemen, als of
de Laboewa ’s zyn onderdanen ;waren j
dbg die Heer, naderhand van alles betet
önderrigt, toonde aan dien Kortihg, höe
ongegrond zyn voorftel, en hoe kläar ,
en oud het regt der E. Maätfchatmy hier
öp was., met aanwyzing, dat zelf 00k t
land,.waar- dp 6nZe vafxifiheit BameVclt
legt, nog eenige ändere plaätzen, zelf de
’ Glap^üs-boomen, wäaf over hy aan haar 1
■/’ Edelheden, z o wonderlyke klagten gd-
- daan had, hem niet toequamen, gelyk hy
öok naderhand zelf, in de tegenwööfdig-
^ heid van den fchipper van ’t fchip Middelburg,
Men heeft in deze fterkte Bameveld
niet altyd- even veel volks gehad, dog zy
i is altydf van de E. Maatfchappy ordente*-
bezet gehouden,tot dat zy ini’t jaar i<5p<5
aan;den voörnoemden Koning Alawaddien
den zSken July, ter ördre harer Edelheden
guiryn de Rande v en van den
Luitenant Krdtnhüii&eftf belyden moeft,
dat dit alles de -Ei Maatfchappy ;toe-
qüam. ; r ,
6'nS0ud Het is waar, dat dö bevel^hebbef öp
recht na- Batsjan, Pitter Lyn, zig veele van deze
der be- Glappus-boöiiien aangefflaiigt, en door t
freien. voordeel, by hem ’ef af getrokken, öok.
den Koning aanleidiiig gegeven had',- om
z ig de verderejoe |e eigenen y- maat-
bkltt kläar v dardib bböfflen, tachtig in
getal, in ’t jaar 1617 al Vööt de reekc-
ning der E. Maatfchappy, als haar eigen,
voor f. 341-14-0 verpagt zyn-, gelyk dit
daar in ’t bericht, töen door dep Cbm-
miflaris Zeyfi gedaan, te zien is, BehaU
ven dat wy beVorens öok al aartgewezen
i: hebben, hoe die Koning Alatiaddien
- - zelf aan den Heer Padbrugge de fcheiding
der landen dp Batsjan, zo die hem, als
die de E. Maatfchappy toen toequameö j
ap deeen gmad opgegeveti heeft.
h r W» hebben hiet op een Foftrcs kg-
iSg B«-gen, Bärnevelt geBdftttlt. Doof ^ie ¿e
hcvcld zelve geboUWt zy , o f wänttecr blykt rter-
gensj hoewel zy Wäarfchynelyk döbr de
Poftugeezen aangelegt, en opgerigt iSi
Het is zeker , dät de Zelve dööt de
ln taar öhzen in ’t jaar 1Ö09 , onder ’t öpper-
1609, bevel van den tneergeftbemden ottder^zee-
onder Si-yoogd, Simon JaHfizen Hoenj döorKapi-
monjanf- t6ift Louis Schot* hoofd der foldätenjeri
Ho« 7*» Dirkfizoon , Hdöfd der matrooZen,
verovert; itt-*t laatft van Novemiber Verovert ^
Ook heeft die onder-zeevoogd de zelve
dentiendenDecembermet vier boiwerken
Verfterkt,en toen (zo my toefchynt) ook
ingeruimt, en van zyn-vorige Höl-
landfe bezetting ontblööt is, hoewel echter
,- om een wettige redefi vän ftäät, nog
een zergeant tuet zes földäatbn in een daar
agter ftaande Lögie is blyven pdft-hbu-
den, om tot een wacht voor dien Koning
te- dienen , en Vöör al öm dien,
gevaarlyken Vörft wat in ’tö ö g te hoüf-
den: ; I '"T
. B e h a lv e n B a t s ja n , plägtfen o ftd e r d e z e h yerder«
Koning ook de eilanden Oebi, Oebi La- ¿Dj°re *
toe, en alle de kleine eilanden , binnen ’t dezenKö-
beftek-van drie mylen gelegen , te ftaan1, ning.
dog de zelve zyn iii ’t jaar 1683 door
Köning Alaviaddicn aan de E, Maatfclrap-
p.y voor-een czomma van acht hönderd
lyxdaalders fverkogt, met verlöf om daar
hümnodddrüfrvan Sagofe te -mögen haa-
len^- maar met uitdrukkelyken laft, Van ,
den ü t t f Padbrugge aan zy^eft vervainger
den Heer Jacob Lobs*} Väii'hijtn nitts meer <.nz.aan
in te'willigen^ %lzo de Bätsjanders onbe- ons in’t
fchaamt iii hün cifleheneil zeer ondanki-
baar tegeh alles, wat hen na en dan door ^ 6
haar Edelheden toegeftaan ls (gelyk men
uit haar Edelheden fchiyven van ’t jaar
H l zien’kan) geworden zyltj .behalven
dat ’er op Batsjan zelf ovfetvlöed van Sa-
goe valt, ■ en om dat hün verzoek wel
meeil tot het aanqueken van Nagel-
taorfferyen', Set diergelyks j dienen^
de is. - ■ ' ■ ■, ■
De KbftiBg van Batsjan zogt dok, dat Zyneiiai
hy eenige dotipen, of alatidekens in de “ “ s<!
Papbefche eilanden heeft'; dog welke die ,c^
zyn, iä my önbekent. : ■■ ■'" pen._
In -t ja6r 1S71 den ij-am-February, :
blykt uit ichryVen barer' Edelheden aan
die van Ternate, dat'de Köning van T i-
dore aan dien vafl Batsjan negentig Pa-
poefche htiisgezinneii, in Batsjan woo-
nendej by gefchrifte oVetgedragen lad.
ln Amböina heeft hy ook, volgenszyn
opgeven , van bude tydenaf, eenige dor-
pen op ’t eiland Ceram gehad., die hy
zeet zyne onderdaanen te zyn.
, Zya