
B E S C H R Y V I N G t> e r
deel vanTiunnen eiich op’t zelve gegrond
is,- ■ Öok quam dezen Bakar naderhand
op de kuft van Hitoe handelen, gelyk
wy onder de zaaken Yan Amboina zien. *
Onder de Molukfe: Köningen is die van
Batfjan , fchoon de geringfte, de allen-
hoogmoedigfte, tragtende gedurig (gelyk
van tyd tot tyd gebleken is) zieh zelven
hoe langer hoe grooter temaken.
ln ’t jaar 1660 den zyften February j
zag men ’er geen kleinen blyk af, wanneer
de Koning van dien tyd, Alawaddin de
tweede, met twee Cpracora ’s in Amboina
op Hila met zynen Capitein Laoet,
o f zee-voogd, Paunoeffli , ver(cheen 5
maar aangezien hy geen pas ( gelyk
noodig wa s ) van den Ternataanfchen
landvoogd aan den Amboriichen mede
genomen had, ' zo wilde de Ambonfche
landvoogd , de Heer Huflaart, hem niet
ontiängen, waar over dit korfelig Ko-
ninkje onverrichter Zake weder naar de
Moluccos vertrok , alzo hy meende, dat
het beneden zyn rang was, een pas te ver-
zoeken. •_ v> ■
Ondertuflchen ipeelde zyn zee-voogd
op Hatoewe, op Cerams Noordkuft gelegen,
niet weinig den meefter, van daar
wel twee honderd menfchen riaaf Batsjan
vervoerende, en die verkoopende, onder
voorgeven, dat de Heer landvoogd Cos
in Temate hem magt over de dorpen Hatoewe,
Toeloefey, Ptolematta, en meer
andere, om die te beftieren, gegeven
hadj dog na dat de orangkaja vari Hatoewe
den z6ften Ödtober hier over aan
den landvoogd van Amboina geklaagt
had, 'z.o wiert hy ontboden, in hegtenis
gezet, en met een chäloep naar Batavia
gezonden, daar al die Batsjanze fnorke-
ryen dezen zee-voogt zecr qualyk op-
braken.
■ De oudfte dezer vorften , die my met
zyn naam voorkomt, is devoomoemde
S/da HaJJan.
Na den zelven weten zy Van Zeytüfiab-
dyn , of Zeynulabeddten hunnen eerileri
Moorfchen Koning, die in ’tjaar i r n
leefde, teipreken.
Hy wiert van zyn zoon, Bajang'Scru-
läa, en die weder van Alawaddien de
eerile, gevolgt. Des zelfs vervanger is
zyn zoön, Noer Salaat (dat is^t licht des
gebeds ) geweeft, öp den' welken Koning
Aalt, gelyk na den zelven weder
Alawaddien de tweede gevolgt isy die
kort voory ’t jaar 1660 aan de kfoon
quam.
In de plaats van die vorfl: is zyn broe-
der, Moefom, gekomen, die door zyn
zoon, Kaitsjili Mantfoer , vervangen is.
Men wil, dat deze Köningen fterk in
magt toegenomen hebben, tot zo verre,
dat z y , zonder hunne andere onderdaanen
te rekenen , alleen maar vari de
Batsjanders wel veertig Coracora’s kon-
•den bemannen.
: In dien ftaat waren zy niet alleen onder
Alawaddien de eerfte, eri zyn zoon
Noer Salaat, maar zelf 00k onder Koning
, jXioboe Doeboe, o f Alaivaddien de
tweede, die een zoon van Noer Salaat
geweeft is, endie tentyde vAn de Heer
Padbrugge, en nog omtrent ’t jaar' 1704
geregeert heeft.
Hy wörd doof dieh Heer als een zeer
laatdunkend en opgeblazen vörft , en,
fchoon onvermogendc, in opzicht der
andere vorften , nogtans zeer tröts van
aart befchreven, hoewel hy zieh tegen
ons in zyne gemecnzame ommegang , en
in zaaken , die ’t vereifchten, wel be-
fcheiden, redelyk, en medegaande, wift
aan te ftellen.
Een blyk echter van zyn trotsheid
zag men daar in, dat h y , zonder zyn
vlag voor ons Kafteel Oranje tc ftryken,
zo maar op de Rheede quam, dat hem
in ’t jaar 1683 by nader order harer Edelheden
van den ipdenJuly benomen is,, alzo
dat aan alle Köningen, eh huririe ge-
zanten, wel uitdrukkelyk belaft is , dat
zy hunne vlaggen voor *t kafteel zullen
hebben te ftryken, en die daar na weder
können opeiiehen.
Deze Koning was fcherp van oordeel, Alawad-
en van een groot vernuft, ’t geen hy 00k dien de
zelf in perfoon in’t öefienen van verichei- twcedc
de ambachten , getoont heeft (wetende zyn^roe-
zeer konftig in goud, zilver , koper, der.Moe-
jder, enz. te arbeiden , en alles 00k zelf j°m> M
te draaijen ) waar van men vericheide CVCIU
fraaije ftukken, door hem Zelfgemaakt ,
in zyn hof beichouwen kan.
Even zodanig had hy cierlyke vaartüi-
gen, netten, en andere dingen met veel
geeft; gemaakt, s waar van zyne nazaatpn
al veel fchynen. overgenpmen te hebben.
Hy haakte zeer na "vreemde macht,' en
was derhalven niet veel te vertrouwen.
Oök was hy zo fterk in de vuift, dat hy
een buffel ter neder kon werpen.
Zyne regeering was zeer ftreng, gelyk
hy 00k een ftrenge gemalin had, waar
door veel van zyn volk verliep.
Na hem is zynen broeder, Moefom ( die
bevörens ' zyn Goegoegoe , o f cerfte
dienaar vaft ftaat was) hem in de regering
in ’t jaar 170p (o f daar omtrent) gevolgt.
Deze was van een heel anderen aart,
als zyn broeder, te weten, zeer hard-
nekkig, dom, boos, trouwloos, en op-
föerig.
Onder dezaivorft isdeBatsjanze macht De magt
zeer veel afgenomen: want daar hy in ’t ^.eze?
jaar 1706, nog wel tien o f twaalf dui-
zend mannen fterk was, zo heeft hy in minderr.
’tjaw. 1707, wel tien duizend man, zo
door
IST“ I V .