
Hare
oucfer-
dom,
Gcwaad
En bare
kindercn.
Ouder-
dora der
Princen.
Radja
Laoet,
met zyn
Gemälin,
befchre-
ycn.
daar vrfcemd, der gewoonte eh wyze'
van’de' Koninginin re halen onkundig,
ert däär beneven gehouden was (gelyk
het haar Hoogheit mede wel wift) laft
te volgen. Ik rekcn u, Mejuffer, zei zy,
dit geertzins toe, maar *voyte bet de» Land-
•.voogd, die bet er ixeten moefl, en uanderen
laß behoorde' gegeven te bebbnty dog ik
zal 00k weten anderen zo te eeren, als men
my nie doet.
- Hoe äanzienlyk zy in ’t Hof, en hoe
geagt? z y ' by de Holländers is, zois zy
egterf gehouden den' Koning, haar Ge-
maal, met de zelve nederigheit en eer-
biedj~als zynminfte vrouw, te haderen.
• _ Zy ' was by ’t kroonen des Konings
een vrouw van vyf o f Zeseritwintig jaren.
• Gemeenelyk draagt zy zeer koftelyke
Cabajen , ’t z y van Goude Allegia’s öf
yan andere Stoffen, die ongemeen fraai
-zyn; en zy heeft in plaats van een
Hollands: vrouwen-hülzel* niet anders,
dan een diergelyke fraaier lap van eenig
fchoon Stof, dat. zy onder de kin vaft
maakt, op- het hoofd; En even*zo is
pojfc deßrinces, Haar- döchter, gekleed.
' Zy is moeder yan drie Princen; en
van den Prinees; ert fchoon ’er nog een
Zoon van den Koning by een By zitis,
zo wordt die niet gerekent, nog door de
E. Maatfchappy in *t minfte geen eer-
bied ( die zy aan de drie andere Princen
doen) bewezen, eh zy daar in even eens,
gelyk des Konings andere vrouwen,
buiten de Koningin ( die men zelf niet
eens ziet) gehandelt.
De drie Princen zyn genaamd: Radja
Laoet, dat is, Koning der Zee, die de
oudfte, omtrent zeven o f agtentwintig
jaren, enal in !t jaar 1680, eenige jaren
voor ’s Konings krooning, geboren is.
De tweede is Outhoorn ( na den opper-
Landvoogd van Indien, den Heer PPiU
lern van Outhoorn) en de derde Oetsman
genaamd, zynde de een in ’t jaar 16pp.
in July, en de andere nog wat eer, geboren.
Zy gaan eVen eens by na, als de
Koning,gekleedt, en verzellen hem 00k
den meeften tyd, waar hy gaat.
Radja Laoet is met zyn eigen Nigt,
o f met de dogter van Koning jimfierdam,
Bokje Mari am, dat is , de Prinees 'Maria,
getrouwt.
Dit is een brave Prinees, die de Holländers:
zeer genegen is, en- 00k menig-
maal gezegt heeft Chriften te willen
worden, voor al, als zy met den Koning
( ’t geenal dikwils gebeurde) gefchil hao.
Z y is erfgenaam van alle de middelen,
by de Prinees Gamma Lamma, hare
Moeje, nagelaten, die wel drie o f vier
Pikol (een gewigt van honderd vyfen-
twintig pona) Goud, buiten veel andere
jdierbare fchatten, bedragen, van al het
welke zy maar den naarn van erfgçnaam îiÿii
draagt; dog de Koning, haar Oom, en
Vader, heeft alles ingeflokt j zonder dat
z y , o f de Prins haar Gemaal, met al
Zyn verzoeken daar over by den Koning
zyn «vader, o f 00k wel by de Land-
voogden, en den Raadt ( die ’er zieh
niet mede bemoejen willen ) gedaan, iets
'er a f heeft können bekqinen.
Radja Laoet, fchooft. de oudfte, en, Welken
na de Regten, de Kroon-Prins, is.nog- Jpo«? de
tans die niet , dien de Koning daar toe t0°n^y®
gefchikt heeft,, maar die, zo om het vervan-
gedurig eiffGhen van zyn erfgoed , als gcrfchikt.
om ’t beletten van zeker Huwelyk van
de Prinees, zyn,zufter, ten uiterften van
hem gehaat is.
De Koning meende vaft zyn derden
zoon j Oetsman, in zyn plaats te laten
volgen; dog ik geloove, dat het 00k
nièt verder als meinen is j en dat egter
Radja Laoet, fchoön gcenzins de. ver-
ftandigfte,, om dat de verftandigfté .dé
E. Maatfchappy niet dient, en:. hy v{aj^
de zelve heimelyk. gedragen werd , .zyn
qpvplger wezen; behalvendat de Länd-
vöogd in der tyd het wel zo ßhikken
zal, dat hy , ab de wettigfte daar toe,
en ons 00k ’t beft gelykende, gekoren
worde.
Buiten deze drie Princen, gélyk wv De Prin-
'bevorens zeiden, heeft de Koning by clé cesbë-
Koningin nog een eenige dogter, een fchreven*
Prinees, die Poetri, o f Bokje Mahir
Ihbfaan (dog in ’t gemeen rfhafan, of
wel Eejfan) genaamt, en omtrent het
jaar idp i. geboren is.
Zy is ten huwelyk verzogt door den Die tcn
Koning van Tidore, Hhamza Faharod- huwelyk
dien, dog de Ryks-Grooten van Tidore veraogt
ftaken ’er tegen, om geen andere reden, werd‘
dan dat ’er zo groot een Bruids-fchat
; (na’s Lands wyze) vereifcht wierd, dat
i die Vorft dien onmogelyk, dan met
zware belafting der ingezetenen y zou
hebben können öpbrengen, om welk
gefchil te myden, de Köningen van
Ternate, en Tidore, het zo verre eens
waren, dat de Koning van Tidore deze Koning60
Prinees (die hy zeer liefhad) nietpleg- van
telyk trou wen, maar ichaaken zou op Tidore.
zekere dag, dat de Koning van Ternate
met zyn Koningin, en de Princen, bc-
nevens deze Prinees ( die in een byzondere
Orembaai zitten zou) uit foeelen voe-
ren , op welken tyd de Koning van
Tidore zieh mede eens verluftigen, dan
op ’t vaartuig dezer Prinees aanvallen,
en haar zo wegvoeren, en tot zyn Koningin
op Tidore trouwen zou, in hoeda-
nigen geval hy ’t zelve, 00k zonder ’t
geven van dien Bruid-fchat, totzynen des
Konings van Ternate genoegCn, zeerge-
makkelyk zou hebben können volbrengen.
D it,
x6çï. D it, by hen zo ontworpen, .zou 00k
gelukt hebben; maar Radja Laoet kreeg,
hoe ftil men dit 00k aan weêrzyden be-
diffelt had , ’er de lugt af, en gaf ’er
zeer heimelyk kennis van aan den Land-
voogd,die zulk een naauw verwandfchap
tuffchen die twee Koningen, zo liftig
buiten zyne kennis befteken, niet goed
keurende, dezen Prins zodanige onder-
rigting van zaaken g a f, als vereifcht
wierd, om dit Huwelyk te ftremmen,
cn veel ecr verwydcring, o f mistrouwen
tuffchen deze twee Vorften te verwek-
ken. Deze zaak is eenige jaren later
( gelyk wy hier na dien tyd aanhalen zullen)
voorgevallèn.
’t Geen De dag, om uit fpeelen-varen te gaan,
doqr gekomen zynde, verfcheen de Koning
Laoet met c*e Koningin, de Princes alleen, en
belet 00k de Princen, yder in hunne byzondere
werd. vaartuigeri, gelyk mede de Koning van
Tidore ; dog zo als by de Orembaai van
4e Princes wilde naderen, fchoot dc
Prins Radja Laoet, die zieh ftil, en van
alles, onkundig, gehouden had, met zyn
vaartuig tuffchen beide, niet alleen, om
dat te beletten, maar maakte zelf 00k
febaarden, om op ’t vaartuig van dien
Zoning aan te vallen, en hem weg te
nemen ; waar na die Vorft het niet alleen
terftond op een vlugten ftelde, maar
zedert altyd vail geloofd heeft, dat dd iSdijä
Koning van Ternate in dit geheele ftuk
niet trouw gehandelt, e n , in plaats
van hem op die wyze zyn dogter ten
Huwelyk te geven, niet anders voor
gehad heeft, dan hem gevangen te nemen
, en meefter van zyn ryk te werden.
De Koning van Ternate in tegendeel
nam deze daad van den Prins , dien hy
den eenigen beletter van dit Huwelyk
noemde, zo qualyk, dat hy hem zederc
doodelyk gehaat, en daarom meeft als
zyn opvolger verworpen heeft; en hoe-
wel de Prins voorgaf, dat de Koning
zyn väder hem niets daar van gezegt, en
hy dierhalven onwetende hier in mis-
daan, en na zyn meining wel een zeer
trouw ftuk voor zyn zufter, de Prinees, .
gedaan had, ’t mögt alles niet helpen;
dog Radja Laoet, en de Landvoogd,
wiften beft, wat van de waarheit was,
en bereikten hun oogwit vry wat beter,
dan een van deze twee Köningen.
Naderhand is zy ten Huwelyk ver- ^ wcr(j
zogt door den Prins van Mangindanao^ Qok
den zoon van een zeer magtig Vorftr,
die 00k alleen om hären’t wil in Ter*-
nate gekomen, eh ’er wel anderhälfjaar,
van ’t jaar 1708. tot 170p, gebleven is-,
buiten dat hy haar 00k zeer plegtelyk
, door Gezanten verzogt heeft; maar zy is
Z z 2. hem