
p p * f f l iW
s p
1
■ s i f i l
*S.f I
^ ||i 1 1 oe Bill® Hülsi■H
1m
B i i■l1i »■: 1
ifiS
; 1 I
I !
« I As
w m
i y t M O U K
ruwcfe. 'Hy radd Brit tot den oorlog, ‘ die daar toe overJldat: Dejonge Kohirig,
en zyn btocders, worden op zyn laß gevdngen. De Koningirv red zieh door de vlhcni.
Opfihudding der Ternataanen hier oyer. Die van Brit en Tarruwefe, gefiilt werd.
De Ternataanen vlieden na gebergte. 7 Geen Brit tot groote henaauwdheit' brengt.
Urtberfting des vorlogs aan de zydeyan die van Tidore. Brits deftige aanfpraak aan de
Ternataanen,' y Hy vefzoekt aan den ondPr^Koriirig ^ » Indien om zyn verloßngp Be-,
fluit den Tidotees in 7 openbaar te beooflogen. Hy maakt een begin daar af. Pinto
word elendig vermoort. Ontfiehenis ¿fer Landvoogds hier over. -Twecde ongelukkige
ondcrneniing onder Alfjpnfo de Melo. De Landvoogd wil den oorlog ftaaken. Tarru-
wefegaat op den Tidorees a/. Befchryving van Marieko. Tarruwefe verließ zyn
meefte Portugeezen. - Krygt nog een kleen ontzet van Brit. En wint die vefling. Die
verbrand, en gefleeht word. Verfcheide veroveringen van Tarruwefe op Makjan; ''Ook
op Gilolo. De Koning van Tidore doet vrede verzoeken. Garfias Henrik van Malacca
gezonden, om Brit te vervangen. Word benevens Alfonio de Melo d y de Ban-
daneezen wakker gehavent. Körnt in Mei in Terriate. Zyn fcherp voorfiel aan Brit.
Moejelykheden daar over, bygelegt.
Geore
Brit in’t
jaar i j i i .
na de
Moluc-
cos als ;
eerften
Land-
YO O g i
Die op
Atsjien
gedood
werd.
Antoni
.'Brit komt
in zyn
KOrt Voor dezen tyd Zond
Jacob, o f Diego Lopes Siquei-
ra, vierde onder-Koning van
Indien, Georg Brit af, om
als eerfte Landvoögd der Moluccos
’ derwaarts te ftevenen, en aldaar,
volgens uitdrukkelyken laft van Koning
Emanuely ’t opper-beveltevoerenj dog,
zo hem ondertuilbhen eenig ongeyal tref~
fen mögt, zou Zyn broedef f Antoni, in
zyn plaäts volgen.
Daar op vertrok Georg Brit met vy f o f
zes fchepen na de Moluccos, i n ’t einde
van January desjaars i y z i , gierde met
zyn vloot op Atsjien aan, en liet van dien
Koning ( een dood - vyand van hen ) de
geroofde goederen van de Portugeezen,
die daar op goed geloof, aangekomen
en geplündert waren, in der minne we-
derom eiflchen..
De Koning van Atsjien, een geveinm,]
en loos vorft, gaf hem in ’t eerft zeer
goe4p woorden,. om tyd te winnen, en
hem in ’t net te krygerij dog Brit, be-
ipeurende, dat men hena om den thuin
leide, overvält de Atsjinders, en dryftze
met zulk eeri hevigheit öp de vlugt, dat
h y , onder’t najagen van dezelve, m de
Stad geraakt, en, meenende nu al vol-
komen overwinnaar te zyn, met verfchei-
de Poitugeezen van de Atsjinders fchie-
lyk omcingelt, na zig zeer dapper ge-
weert te hebben, gedoodwordj zo dat
maar weinig van de Portugeezeri dezen
dans, door, dien zy tydig van daar de
vlugt namen, ontiprohgeri, in ’t eerft
geen andere gedagten gemaakt hebbende,
aan dät daar alles'zou blyven, vermits zy
zieh te diep onder den vyänd, en te ver-
re van de hunnen, begeven hadden, die
derhalven niet wiften waar zy gebleven'
waren, en zieh daarom niet in ftaat von-
den, om hen eenig ontzet toe te zenden.
I Na Georg Brit ’s dood volgde zyn breeder,
Antoni Brit, inzynplaats, dieon-
def weeg omtrent Pacem (o f Paii) Georg
Albukèrk, doör den zelvèn ortdef-Koning
Sequeira als Landvoogd na Malaeéa ger pjaats>ea
zonden, aantrof, en met hem.voor die'giert op
grooten vermaarde Koópitad van het Malacca
Ooften aanlandde. ■ ^ . ^ ;aan.
In dat zelve jaar, in ’t eindigen van ’t Vertrekt
goede MoefTon j- o f Saifoen, vertrok hy na de
van Malacca , òm zyn reis na de Moluc-Moluc-
cos te vervölgen. ' ^ -r
; Hy kreeg , na verloop van eenigeh
tyd, het eiland Java in ’t gezigt, en
wierp het anker voor Agagime, eigent-
lyk Greffic genaamt, niet verre van Soe-
ra Baja, op Java VNoord-Ooft-küft gelegen..
Daar was hy gerioodzaakt te overwirft over-
teren, alzo ’t Saifoen des jaars, wegens wintert
het fterk doorwaajen van den Ooften- °P ASa_
wind, verloopen was, en hem niettoe- Greffic.°f
(lict zyne reize ,te können vervorderen.
Hy bleef op Java tot in ’t begin van
het jaar iy z z , alwaar Garßas Henrik
,( een neef van den Majakfen. Landvoogd ,
G^otg. Albùkerk, met ’eqnig volk na. Ban-
da gezonden) hem in.’t einde van Janiiaiy
riqg leggeri vond.
. Hy vertrok dan van daar in dé mriand'Komt in
van Feoruay,K èri quanr iri *t eindèrderiBanda.
zelvè in Banda.
Hy vond Garßas Henrik, evén vpor Hoord
hem van Java vertrokken, daarV al te» * ark” nft
anker leggen, en hoorde vaff hem'.met van twee
veel yerwondering, dat'’er tweeSpaàn- Spaan-
iche ichepen in de Mòluccbs gélcdmen, ■'•»efehe-
,en byden Koning van Tidore wel ontfan- 5^1°
gen waren. . "
Hy vòegde■ daar nog by , dat beide
deze fchepen , met Speperypn gelad|}j
òmtrent twee màanden geleden v a n i t e
wederom na *t Koninkryk van Spanjen,
o f Gaililien (met'wéllien naam 'dit ryk
doorgaans in ’t- Ooften beft bekend is )
vertrokken waren ; dog dat een van de
zelve, zeer lek op dìe reiza£geworden,
tegen de gedagten van. alle de" Cafti-
liaanén j" had' moctai'^rederomkeerenì
t K N. l ì ?
Veraoekt
Garfias
bmhulp.
Recht
daar een
Sou op.
cn aldus by hunne makkers, door hen op
Tidore gelaten, op het onvoorzienlt
gekomen was, en dat dit een zaak vaii
zo veel gevolg en gevaar voov de Pörtu-
geezen was, dat die den voqrtgang van
alle hunne belangen in de Moluccos of
ftondt te {hemmen, o f ten allerminften
aan de zelve veel hinderpaalen, en onver-
mydelyke beletzelen , toe te brengen.
Een tyding die Brit wonderlyk in de
ooreri klonk, en hem van zyn aanftaande
beftier der Moluccos weinig goeds be-
loofde.
Vertrekt
na Ter-,
nate.
Dit nu was het al, ’t gene hy hem,
; volgens de opgave van een vaartuig, uit
Ternate daar ten anker gekomen , wift
mede te,deelen, zorider dat hy toen nog
iets van de dood van Koning Bajang in
Ternate vernomen had, weshalven die
vorft toeri nog niet j maar kort daar aan,
aan zyn einde geraakt moeft zyn;
Niet tegenftaande; dat den Portugeezen
zeer veel aan Banda gelegen was, verzogt
nogtans Brit cip Garfias Henrik, of
hy hem$ om den voortgang der Spaan-
Jche ondernemingeh dp de Moluccos af
te fnyden, met zyn volk wilde byftaan,
en met hem derwaards trekken* ’t geen
hem Garßas, na eenig gefprek daar över,
cindelyk beloofdc.
Voor zyn vqrtrek liet de Molukfe
Landvooga in; Banda een gedenk-Suil,
volgens de wyze der Portugeezen, op-
rechten, hoewel zulx met ongenoegen
der Bandaneezen gefchieddej dat zo verre
ging, dat zy daar over in hevige woorden
geraakten, en van woorden zelf tot daa-
denvervoert wierderi. Dit gefchil wierd
egter eindelyk nög bygelegt, alzo men
een middel vond om de verftoorde Bandaneezen
tot bedaaren te brengen, en
hen te doen begrypen, dat die Suil daar
inet een geheeF ander oogwit, dan zy
dachten, opgerecht was.
B r it, en Garfias, vertrokken däri in
Mei uit Banda na Ternate, hebbende een
vlopt.van zeven fchepen, vyf van de zyne,
en twee yap Garfias, die iredelyk
wel van ’t noodige voorzien waaren,
by zieh. : T anF
Deze waren met over df drie honderd
iriflehe mannen bezet, en gefchikt, zo
om de Caftiliaanen van daar te verdryven,
als, om zieh met te meer luifter in zyn
nieuwe Landvoogdy, door ’t bouwen
van een vefting, te komen nederzetten.
Over deze fterkte had Koning Bajang
aan den Koning van Portugal, en aan
den onder-Koning van Indien, i;eeds ge-
ichreven, gelyk die Molukfen vorft ook
de noodige Orders om daar van, zo ras
’er maar eeft Landvoogd der Portugeezen
quam, een begin te maken, al gege-
ven had.
I. D e e l »
ln het laatft der maand Mei quamen *5«;
zy omtrent Tidore, alwaar zy de Span- Dwingt
jaards met een grooten ernft en dappeiv deSpan-
heit niet allecn aant^ten, maar ook
dwongen om zieh met hun fchip (dat geveni
men goedvond aanftonds te iloopen ) aan voor
de Portugeezen, die hen veel te fterk Tidorci
waren, over te geven.
Zy wierden van dezelve vry belecfder,
dan zy wel verdient hadden, gehandelt,
en naderhand met Portugeefcne badems
van daar, eerft; na den onder-Koning van
Indien, en daar na met de vloot, die
jaarlyks uit Indien na Portugal vertrekt,
weêr in,Sparijen (daar zy ganfeh niet gewacht
wierden) gebragt;
Na dat nu Brit dit op Tidore verricht Antoni
had j verzeilde hy van daar na Ternate,
daar hy in. ’t begin van Juny in ’t jaar ggcfcjJé ’
iy iz . zyn intredejals eerfte Pprtugeeiche Land-
Landvooga dier plaats, deed; , . .. voogd
Niet weinig ftond hy verwondert ’, v*jC ” “
wanneer hy hoorde,dat de Koning dood,
en Serraan, kort ’er na , geftorven was;
Zo ras had de Koningin geen kennis,
dat het anker geworpen was, of zy lie t111 re c*
hein door eenige aanzienlyke Ternataan- Wcr^
felie Hovelingen zeer vriendelyk verwel- door de
komen -, en verzekeren , dat, fchoon afgezan-
■ häar Gemaal, Koning Bajang, overleden
was, zy niet nalaten zou hem , en de ningin
zynen,in allen deelen behulpzaam te zyn, ontfon?'
en aan hen te toonen, dat hun komft haar 8en-
van herten aangenaam was.
Zy voegde hier nog by, dat zy even, Krygi
gelyk haar Gemaal in zVn leven’ aan de
Portugeezen beloofd haa, aan Brit vol-> bouwen
komen toeftont jeen vaftigheit , o f 'hoofd- van een
vefting i ter plaatze daar ’t hem behagen vefting,
mögt, op haar land te bouwen, endät
zy nern, zo veel in haar vermögen was,
ook daar in de behulpzame hand bieden
zou, dewyl dit door haar Gemaal, op
zyn uiterfte, zeer ernftig op haar verzogt
was, gelyk zy dat ook neiuglyk aan hem
belooft had.
Indien Brit over Koning Bajangs dood
verfielt ftond, hy ftond niet minder ver^ ,
wondert over de edelriioedigheit der Koningin,
als mede over de goede zorge,
door den overleden Koning voor de zaa-
ken der Portugeezen gedragen; weshalb
ven hy die vorftin hertelyk bedankte,
en van ftonden aan verlof tot het te land
treden verzogt, op dat hy zieh van hare
genegene aanbieding ten eerften zoude
können bedienen, en een bequame plaats
tot het bouwin van een vefting afzien,
dat hem ook met bewys van veel eere
toegeftaan wierd.
By zyne landing verftond Brit ook, j)e Ko-
dat Koning Bajang, voor zyn pverlyden, ningin'
de Koningin in de volle regeering van ’t Wyft in ’t
ryk gelaten had , om ’t. zelve:in den naam
V * van