
X7 4 M o
die weér
na Ter-;-
nate
keeit.. 1
Nieuwe
aanflag
der Span-
jaarden
tegen de
Portugeezen.
Komft
van Saavedra
uit'
nieuw
Spanjcn.
Haren
aanflag
op Mohy
fcon niemand bewegen ; die mede te
nemen, ’t z y otn dat zy liefdevoor ,Gar-~.
fias hadden, en dit hen hier to,e bewoog,
’t zy dat Zy vreefden, dat hy hun, by
zyn komit pp Malaeca, hier crver een.
quäden crek fpelen mögt; om welke
reden Fonfeca onverrigter zake weer in
Ternate.keerde.
Wy\ hcbbenbevorens gfctööht, in hoe
flegten ftaat de Ternataanfclie Landvöog-
‘ den, door den ouden Landvoogdj Gar-
ßas Henrik gelaten , fcn hoe ;verre de
zaaken v-tuiTchen Menefez, en Ferdinand
de ia 'tour, verwyderd waren.
De nette berigten nu, die de Spanjaarden
daar af hadden, deden hen, ne-
vens hunne bondgenoten de Köningen
van Tidore en Gilolo, een befluit nemen,
om de Portugeezen, dien hetby-
zonder aan volle , aan levensmiddelen, ja
aan alles begon te ontbreken , aan te
taften,. en hen voor eerft als beiloten te
houden, om hun alzo de levensmiddelen
te meer af tefnyden.
Terwy 1. zy te zapaen dit werk wel
overleggen, korpi, ’er, buiten alle ver-
Iwagting, een. Spaanfch fchip. onder den
hoofdman Alvarez Saävedra voor T idore
ten anker.
Hy was inet drie fchepen uit nieuw
Sparijen uitdrukkelyk gezonden, om de
Spanjaarden op-Tidore alle mogelyke
"Hulp te bewyzen.
De fterk doorblazende winden hadden
hem wel een zeer körte reis van drie
maanden, gegeven; maar hy had onder
weeg Zulke zware ftormen moeten uit-
.ftaan, dat hy twee van zyne fchepen daar
by verloren, en ook in ’t uiterfte gevaar
van te vergaan geweeft was. Dezehulp-
troepen, hoe gering ook die waren,
gaven de Spanjaarden en hunne bondgenoten
nogtans geen kleinen maed, en
U K S E
ftelde. Ja de onder-Kpning bood zyn
dienft aan, om ze lf derwaarts te gaan, Bereidici
en gaf örder, dat men aide Correcorren, len der
en Gilala ’s, zo veel ’er maar eenigzins in Tcrna-
ftaat waren, ten eerilen zou in zee P o S cee“
brengen. $ , ‘ ■ >• v .. - tot "
deden hen hopen, dat zy nu gemakkelyk
Be Portugeezen verjagen, en de Terna-
taanen dwingen zouden na hunne pypen
te danflen.
De jonge Koning van Tidore, en de
vorft van Gilolo, die van de Portugeezen
wat gekortwiekt wären, meenden beft
te zullen doen, by aldien zy op ’t eiland
Motil o f Mötir, ’t geen onder de Tcr-
nataanfche kroon ftond, zo ftil en fpoe-
dig , als hun mogelyk was, een inval
deden , en ’er zieh zonder ilag o f ftoot
maar meefter a f maakten. Doch dit ging
zo grif niet, als z y z ic h dat verbecld
hadden ; want die van Motir kregen ty- :
dig berigt van den aanflag dier Köningen,
en gaven daar af kennis aan den onder-
Koning Kdytsjiti tarruwefe, die terftont
den Landvoogd Menefez de noodzakelyk-
heit van die menfchen by te.fpringen met
veel emff en kragt van redenen voor-
Menefez vona derbalven goed, ziende °nder-
den nood der Motireezen, en het bekng, ^"^eer
*t geen zo de Ternataanen, als hy zelf, 2eq.
by derzelver behoudenis. hadden, van
tachtig man, die hy toen nog had, dertig
onder Ferdinand Baldajo met den onder-
Koning derwaarts te zendeh in een hegt
Galjoot, zedert onlangs uitgerull.
De Spanjaarden, die ook diergelyk een
vaartuig hadden doen klaar maken, zon-
den een gelyk getal manfchap, onder
den nieiiwaangekömen -hoofdman Saävedra
op de Portugeezen af. Dcze twee Ontmoe-
vaartuigen ontmoetten malkanderen in tingvan't
de maand van Mei, en raakten aan een.
De Spanjaarden verloren vy f man, en de tugeefeh
Portugeezen agt, waar onder ook huq Galjoot.
hopfd , ’t geen oorzaak was , dat de Waar j,y
overige genoodzaakt. wierden zieh met de Por-
hun Galjoot aan de; .Spanjaarden over togeezen
te. geven. . * I “ fchade
Indien de zaaken der Portugeezen f en'
daar oit flegt geitaan hadden, zo was
het toen.
Ook bequam de Landvoogd hier af zo
ras de weet niet, o f hy oordeelde,~dat
het,nu,daar mede gedaan, en dat’er, ten
wäre (poedig eenig ontzet quam , geen
I herftellen aan was.
Midden in die bekommering quam De
Vincent de Fonfeca van zyn vrugteloozen Pottu-
Bandafchen togt wederom met berigt, La^ llcn
dat niemand zyne papieren had willen Voogd
mede nemen; maar met een gaf hy den hier door
i Landvoogd kennis, dathy d'Azeve.de in in nood.
Banda gevonden had, die met een fraaje Dekomft
1 magt van hulp-troepcn op weg, en reeds cenrde"
niet verre , zo hy vertrouwde, van Ter-' Fonfeca
nate was. J en d’AHet
was ook in der daad zo ; en.de Mvedo*
Spanjaarden, die zieh dat onzet zo grpot
niet verbeeld hadden 9 zonden Saävedra
met beide de Galjoots, en verfcheide andere
vaartuigen, door hen en den Tido-
rees bemana, daar op a f, in die yafte
verbeelding, dat zy hem in zegepraal,
als ’t vorige- Galjoot, zouden opbrengen.
Maar dit ontfchppt hun geweldig :
want zo als iy d'Azevedo met de vlaggen
en wimpels op al zyn fchepen gewaar
wierden, hielden zy zieh ilil zonder,iets
te durven ondememen, niet tegcnjlaan-
de hy in ’t voorby zeilen hen, door ’t
ileken van al zyn trompetten, ’t geklank
van zyn ipeeltuigen , als opentlyk uit
tartte., .
Hy quam te Talingame ten anker, en
wierd van Menefez zeer minnelyk ontfan? '
geni
2 . k e m W m
jr5x8;
d’Azevedo
werd
gehl en verzekeit, dat, buiten dit ontzet,
KafteleiD-
enopper-
bevel-
hebber,
ter zee.
Voorflag
Van
vrede.
Die af-
gedagen
word.
Menefez
heeft M
weinig.
aan d’A-
icvedo.
hy niet in ilaat zou geweeft zyn,
het langer gaande te können,houden.
De onder-Koning van Indien had by
den byzonderen brief aan Menefez , die
■ d'Azevedo mede bragt, gelaft, dat, zo
ras de laatfte in de Moluccos gelandt was,
hy Kaftclein Majoor, o f overfte der
vefting, en opper-bevelhebber ter zee ,
zyn zoude.
Zo ras nu waren hetil beide die ampten
van Menefez niet opgedragen, of zy
overleiden te zamen , wat hen nu beft te
doen ftohd; en vonden om zeer gewig-
tige redenen geraden aan Ferdinand de Ja
Sour een voorflag van vrede aan te bieden;
eri dat, byaldien zy de zaaken eens wierden,
de Köningen van Ternate , Tidore,
niet uitvoeren, te meer, dewyl ook zyne isi8¿
Soldaaten daar heen beiden, en het met
de ruft hielden ; j en hoewel hy ¿PAzevedo
overreed had, onl iñ gezelfchap van .
Kaytsjiti tdrrwwefe mede na Malcjan té
gaan, Was dit nogtans mefer opgèvolgt,
om den qüaden naam ván bloodaard té
ontgaan, dan om iets gewigtigs uit te
voeren; zo dat het byna ereiiveel was,
ó f hy Was t’huis gebleven. Ook lag hy d'Azevc;
eindelyk , om'van diergelyké beleefde
verftrikkingèn bévrydt té zyn, zyn b e* ampten
dieningen van Kaftelein, é>f overften der neder.
Vefting, cn van Zeevoogd j neder. Me- Menefcz
nefez vérvutde zyn plaats mét Leone'l de kieft .,..,r'
Leme-, maar had aan hem nog minder, L e owU
dan aan d'Azevedo. Het befte was, dat g g |
d'Azevedo ’s ‘hulp-troepen ’er de fchrik piaats,dié
nog wat ih hièlden, en dàt de Spanjaar- nog erger
den, dòor gebrelc van Volk , hiet in ftaat
waren, -om hem ààti te ¡dóeh m andérs zou
het ’er géweldig zuur uitgezieh Hebbérf;
daar het nu nog al heneh fchokte, Zon-
der dat mèn zeggen kon, dat dé zaakén
véel tegen liépen.
/ OndertuiTcnen was de fiieuwc Tèrtìa-Simon dé
taanfche Làndvoogd y ' Simon de Soiifa,
van Cofetsj ien vertrokken , om èerft na ®ervan_
Malakka, en van daar na zyri Landvoog- ger van
dy, te gaan. Mrtcfetó
Gilolo en andere Bondgenoten aan wc-
derzyden ^ daar mede in zouden begre-
pen zyn.
Dit wierd äanftonds. ih ’t werk geftelt,
en een Edelman als gezant afgevaardigt,
met laft om een vaften en bondigen vrede
met de Spanjaarden aari te gaan, op deie
voorwaarderi: dat men, namelyk, de ge-
vangenen aan wederzyden vry overlbve-
ren, Ja tour van de helft van Makjan*
de Temataanen gedurende Menefez gc-
vankenis ontnonien, afftaan, en heiliglyk
beloven zou, op een eerlyke wyze in
allen deelen den vrede te zulleft houden ,
en dien ook te zullen doen houden by de
Bohdgenoten, zonder hun, zo zy die
verbraken, oit by te fpringen, maar, dat
hy zieh, by zulk een voorval, altyd als
herftelder van den vrede tot fehäde en
nadeel van de bondbreukigen, zöuden
gedragen; onder belofte r dat de Portu-
gezen van hunne zyde dit wederom zo*
danig j zo voor zieh zelveri, als voor
hunne bondgenoten,zouden behartigen.
Alles wierd van Ia tour toegeffaan,
uitgeZondert de poft van de helft vari
Makjan Weder af te ftaan.
H y z e i d e , d a t d i t een zakfe was, over
w e lk e h y , buiten n ade r la ft v a n Z yn
m e e f t e r , n i e t k o n h a n d e le n ; m a a r d a t h y
g en C g e n w a s a l ’ t an d e re n a t e konien.
cCAzevedo, en verfchöide met heiii,
zouden dit ovbrgeftapt hebben; maar de
Landvoogd wilde daar niet toe verftaan.
Derhalven deed weSr ieder Zyn beft, om
zieh van hulp-troepen te vöorzien, en
daarom te fchryven. Indien d'Azeyedo
zo wel als Menefet de zaak hadt willen
voortzetten, daar waar de befte gelegen-
heit ter wereld geweeft, om den Span-
iaarden groot afbrCuk te doen ; maar
aangezien hy zieh geftadig daaröp ont-
. fchuldigde, dat hy maar enkel om te
lcoopmanfchappen en te handelen , en
niet om te vegten daar gekomen was,
zo kon de Landvoogd zyn voornemert
Hy verviel, éer hy tè Malakka belatid- y ervaii ■
de, door een ftorm omtrent Atsjien, doòr
welkers Kóning hem door Vleyerjrén «>
ftrik-redenen van beleéfdheit (waar in die Atsj ien,
Natie gékònfyt is ) zyn diéhft en hulp het
aanbiedè»; geìyk hy bok' éen Zèévoogd
met duifcend kry^knègteh, fen-twintig
vaartuigeh j hem den nagt daar àan toe-
Zond; maar met laft, ohi de Soufa^ met Diens
lift o f , wilde dit niet geltikken, met £°°ln8
geweld gévàngen te brengen , o f zyn
vaartuig , en al de zynen, te ver-verilrik-;
meefteren. .. . kcn.
De Zeevopgd, om dit op het gemak-
kelykft in ’t werk te ftellén-, rzbhd hem
iemand met een Gilala toe, om hem te
verzoeken, daar in over te komeii, en
alzo verder gevaar te ontgaan.
Terwyl de ' Soufa zyn antwootd ver-, p e Soufà
traagdè, naderde hy ondertuflchen mét Aa« 't
het gros zynér vloot, ’t geen de Soufa dé yan
meening des Koninks* vari Atsjien klaar Àtsjìer^ •
deéd ;verftaan. • . ichen
Hy ftelde zig dàn ih ftaat, om b e n g ^ | | g g
Pntfangén. . rs
De Atsjienfche Zeévoógd, zich ont- . .
dekt ziende, gelaftte, dat fnen de Galejr dc^vJ‘
aanftohds àan ooord klampen, en ovcr^ len-op de
weldigen zòu ; maar voor eerft bequgrn Galey
dàt den zynen, dìe reeds in de Galey
óvergefprohgen wareù, zo quàlyk, dat (
zy niet min gezwind waren om aie
i weder te verlàten, als zy verwoed geweeft
l waren, om dezelveaantetaftem
D i