
« e t ei-
land Pan-
gafare,
o f Tagulanda.
Door
Koning
Hair ver-
overd.
Dé dorpen,
en
manfchap
van dit -,
ciland.
E Ë S C H R Y V I N G n f. *
zo veelhieefters,* heeft,. zo ftaat het hier
egter daarom niet een- hair becer, dan,
met veel andere inlanders hier omtrent*
met den- Godsdjetfft.
In ’t jaar *1671 * de-vyftiende Mey*
Waren de Heeren Zeventienen al yan g c r
dagten, dat--men zig van Sjauw* als ge-
zien zynde-in ’t kort veel Nagele» te
zullen üitieveren, - behoordc -meelter- te
mak-eni v
Dit is het dat wy van ’t eiland Sjauw
hebben te zeggen* waar van wy geen by-
zonder kaartje- geven 5 dog men ziet het
in- de kaart van Ternate op zyn plaats
leggen.
Van Sjauw- nu alv Zuiden op gaande,
kömt- men -äan ’t eiland Pangafare, dat
meeft- met den -naam. van Tagulanda be-
kent is* een naam, die ’t na een der
dorpeh, hier op-gelegen* draagtj dog
qualyk van Jarricus, Regalanda* genaamt.
1
.Den naam van Pangaiäre draagt dit
eiland egter-nict te vergeefs : want gelyk
de Inländers*- volgens hun oud by-geloo-
ve * alle de eilanden niet even goed, ö f
öiet even gelukkig en ongelukkig ftH len,
alzo zyn zy vän oudsher ook gewoon,
in ’t overfteken het altyd aan te gieren ,
en- tegen -hun völ k , Pangafare, dat is,
Schept daar aan, te zeggen-, waar. van
het-dus- zyn naam bekomen, heeft. -
Uit zeker öüd Maleits fchriftblykt,
dät- Koning -Htar dit eiland. ( zonden-dat:
ik egter het- nette jaar daar aangeteekent1
vinde) verovert, en ’t aan de Teraataan-
iehe kroön gehegt heeft. »
Het legt op' ruim twee graaden be-
iioorden den Evenaar, en is omtrent twee
en twintig myl van Ternate, tien van
Sangir, en achtien- mylen van Manado-
gelegen, zonder dat zieh hier- tuflehen
beide eenige eilanden opdoen.
• Het heeft twee-dorpen, waar van het
vöomaamfte Tagükndä, en ’t -ander Mi-
nanga genaamt is* hoeWel- ’er meer- ge-
hugtjens längs ftrand ftaän * niet waardig
om de zelve te noemen * alzo zy door
ruggert van ’ t geborgte, tot op ’t ftrand
löopende* maar van een geicheiden zyn.
Een der zelve is-Pehe genaamt.
; In ’t eerfte houd de Koning van dit
eiland (die in ’t- jaar 1690. eenen iPhilip
Antomßoon^txi in’t jaar 1676. een Bapeas
was , zonder dat de jeeenwoordige Koning
kenne) zyn Hofj en, dat dit al
van eenig aanzien zyn moet* blykt daar!
uit, alzo het in ’t jaar 170p. een getal
van duizent vyf hondert en negentig
Zielen, en ;v y f hönderd weerbare mannen,
opbrengen konde.
Het anddr dorp legt ’er drie mylen-van
daan, zynde zo vermögende niet als Ta-
gulanda, gölyk het opk maar dric honderd
en twintig ingezetenen, en pas hönderd
weerbare mannen , opbrengen kan.
i: Zo dat het, ganfeh. eiland Tagulanda
maar. duizend negen honderd en .tien,
,(dog voor de E. Maatfthappy wel van
de gehoorzaamfte) ingezetenen heeft , en
maar zes- hondert weerbare mannen uit-
leveren kanj een bewys, dat het maar
een klein Koninkie isj hoewel ’er van
die zoort nog.al kleeher zyn.
Hier plagt.öok.een Corporaal te leggen,
vo.or al om op den K o n in g e n de
zynen,. te letten* en om te belettem, dat
z y elders henen trekken, en na’gelen
fluiken mogten.
Het fchynt het befte eiland . niet te
zyn, alzo die inlanders al dikwils aan de
Moluk(e Landvoogden verzogt, hebben ,
na Amboina* o f elders,, te mögen ver*
huizen.
De Koning, en de twee Goegoegoe’sj ‘
beftieren ’t land ¡.volgens de gemeene
lands-wyze aldaar. r
Hier valt ook. veeLClappus-olie, ver- Watop
mits ’er veel Clappus j hoomen zyn,-zo, 't wlve
dat zy ’er aan de EcMaatfehappy meer * al
als ’er noodig is, tegenfefen tiendeiyxdaalder
de kan, af konnenleveren, mits dat men die
heu komen afhalen, dat ai de pyne waar-
dig 1 is,. alzo Taboecan duizent, Canda-
har, Taroena * en Mangenitoe te zamen
duizent,. Sjauw v y f hondert, en Tagu-
landa.* vyf.hondert kannen ölie'(dat te za»
men ^drie-^duizent .oiiimaakt) opbrengen
kan.} behalven dat deze inlanders.ook wel,
Zommige kalk 9 en andere weer h out werken,
aan de E. Maatfchappy leveren.
*3 -In ’t jaar 168 z.. zyn ’er tien duizend
kannen olie door,deze.-drie .eilanden gele-
vert, waar mede men. veel van de buuren
aldaar gerieft heeft.
Dat hier ook nagelen valleri ,-blykt mede
uit het Kerk-bericht van Z). Peregri-
nus, hier na volgende.
Vermits . dit nu het laatfte van de
Noorder, eilanden is , zo^zullen w y , om-
de macht des Konings van Ternate (eny
na de verovering van zyn ryk door ons*
dus.. ook. van -de -E. Maatlchappy) die
ftreek uit te weeten, de weerbare manfchap
, en de ingezetenen van Sjauw, en
Pangaiäre, eer wy na de kuft van Celebes
overfteken, by die der vorige Noorder
eilanden yoegen.
De weeibäre man- . -
ichap der vorige
Noorder cilanden
levert uit 73 80. cfi ¿3^40. Zielen.
Het eiland Sjauw 107Ö.' 3 298. dito.
Het eiland _ Pän-
gafäre, o f .Tagulanda
600. ip ib . ditOi^ *’
Weerbare mannen 8pyo. z87p8.Zielen>-
De
M O L Ü C C O S.
s De Zée hier omtrent geeft- nu en-dan
(zo my door zeker vriend, die zé daar
zelf : opgevifeht heeft , bericht is) zeer
goede Amber.
In ’t jaar 1676 < verzogten zy op Manado
De iee-
macht
vaa .
Sangir,
Sjauw,.
en Tagü
landa.
hier om een Sergeant, en eenige
foldaaten, die ’er bevorens -meer gelegen
hadden, dog die door< den Heer Francx
’er van daan ©glicht waren.
Men heeft hier mede twee fchoolen *
en z a veel- meefters-, en door de naarftig-1
heit;des Konings hier, ftond hét- ’er met
den Godsdienfty al van oudsher äf, vry
beter, dan wel op de eilanden Sangir en
Sjauw, om dat hier geen Mooren zyn,
.en om-dat de Koning, en zyn oriderzaten
:betoonen van een zeer goeden imborft,
en doorgaans zeer ieverig te wezen, behalven
dat zy ook^den roem- hebben, van
zeer- goede zee-iieden , en* dat wel by
uitfteky te zyn, waai<:vah zy * en hunne
vopr-ouders * nu en dah al zeerilofwäardi-
ge preuven* wannepr deze ofgeneväar-
tuigen in nood van te vergaan waren,
zo inanmoedig-gegevèn hebben, dat mén
de behoudenis van de zelvè en van vélér
levens, enkelyk aan hunne ftöutö zee-
kunde, met veelvqor-zichrigheit en över-J
leg igepaart, heeft- moeten tqefchryven.
Een zäak, die -wy -hier , als zéer opmer-
: kbnswaardig * aanhalen , om dat men dit
• anders zeer - feldèn- by - de inlanders vind,
r die, behalven dät-hunne v-aartuigen door-
- gaans zeer flecht * en ganfch niet' ih ftaat
-zyn - om dé zee te können- wederftaan,
oqk. gemeenplyk , als de noo.d àan den >
-man,,- pf als ’er -eçn^ftorm öpkomt, zöer
verlegenden* en* om;ziendbot fwem-
-men te redden * maar ten eerften- in' zee
ipringen, latende '’t-vaaTtuig :op genade
vah weder, en wind henen'dryvën.- ■
j' Deze drie-Nöordereilanden, Sangir,
Sjauw * en Tagulanda, o f Pangaiäre,
zyn ook gewoon- op order van den Mo-
dukfenlandvoogt, en-by tyden van oorlög,
tot het uitmakert van een Moflel-vlöot,
deze navolgende Coracoras en manfchap
’er toe * ieder- Koning, o f dorp, na
advenant, op te brengen.
'Coffecörren. Mannen ’er
toe,
, qp Sängit. 1
Taböecan . 6 3°o
,Taroena,en Calongan 4 -200(I
öandahär 3 i s ° ,.
^Mangenitoe . 3 m .
Sjauw-
Pehe ; . . ; 4 ¿00
jO elq e . - •; >■- . : z . .10,01
. Togulanda.
-Tagulanda?
Minanga v. Wf : IfO
Z f ” izyo
■ Dit zou nog al een fraei vlootje* en
eeh redelyke maniehap, - zonder dat men
van dit eiland byna .eenig. volk mift, o f
’t zien kan , uitmaken, waren het maar
foldaten 3 maar zyn zy niet goed , om
eenen aanval te doen, zy -zyn deugdelyk
goed om te gaan moes-koppen in het
boiph * als de Holländers ,de baan eerft
klaar -gemaakt hebben* en om alles, wät
van den vyand op het veld ftaat, te ver-
derven* en hen daar door in onze nanden
¡zo veel te eer te doen vatlen.
Ook plagten zy* vöor de lcortift van
den -Heer Padbrügge in de Moluccos,
ftoute zee-rovers te zyri, ’t geen hen na
die-tyd belet is. Wanneer dit eiland Hoe lang
Tagulanda onder de- kroon van Ternate
geraakt*- ofdot«- wät-Koning het ’er on- j,ekend
der gebragt is, is my onbekend;' Maar geweclh
het-if^l mede den-Pqttugeezen *; voor al <
Zödert het jäär Kiod', ;bekeht geweeff* \
gelyk dit nader in 'de'-Kerk-zaken* ten' ‘
tyden der Portugeczen * bier na te zien is.
Beweften -het eiland j Pangaiäre heeft Eilandea
men tw ee1 kleine eiländeh * het een j,eweft^
Roang,! Ön'« het- ändier Paffigj* genaamt, c zc vc'
waar van het eerfte redelyk höog * dog ’t
ander laag, en vlak land iä> "
Vän het laatfte ftrekt zig een groot rif
naai? het Ooften üit* ’t geen egter niet
belet * dat men , zelf met een grpot
ichip* tuflehen beide die eilanden door
loopen kan.
Wat - yerder ¡als ,’t eiland Tagulanda *
en byna tuflehen ’t zelve, en- ’t eiland
-Banea , -lögt het eiland B-'iaroe * beftaän-
de meeft uit eenige gebrokeap. eilande-
kens * die onbewboj^-zyn * |gelyk ook
deJ 'verdere eilanden töt den' väften wäl
van Celebes töe* 'flie'de ftraat- Banca uit- ,
maken. -
De naamen dezer eilanden zyn Banca*
en Talifle, welk eerftedejftraat tuflehen
Banca* eh den Nöord-hoelc van Celebes,
maakt. Talifle legt wat Weftelyker als
[Banca. •
■ Ten Zuid-Ooften van het zelve heeft
men ook, wat buiten den Celebifchen
wal, de drie eilandekens Wafli , :of de
Yfer-eilandekens, dog -vän- die van Manado,
op:, de kuft' van Celbbes gelegen,
Ganga* May-in* en Pilo genaamt, ten
Zuiden der welke ook het eilandie, Oud
Manadö legt , welke drie laatfte Zuid-
Ooft uit op een rei zodanig leggen, dät
men ’t eiland May-irieerft weldriemylen
beweften Gänga (’dat regt Zuiden van
Talifle legt) ftellen möe't.
Tuflehen Pifo, en Öüd Manado is,
wat nader na de wal to e , nog een eiland-
je zonder naam,, en wat Weit ten Züi-
den van Pifo legt al een fraei groot rif
a l l e e n in zee, en ook nog een klein ciland-
je zonder naam ten Zuiden van Ganga pas.
J H 3 Ten