
B E R I C H T voor den B O E K B I N D E R
Om deKaarten en Teekeningen, behoorende tot deze twee eerfte Deelen,
te plaatzen.
In hec eerfte Deel van O u d en N i e u w O o s t - I n d i e n , en des felfs eerfte onder-
d e e l, genaamd N e d e r i ^ a n d s M o g e n t h e i d .
by de
In de Beichryving der M O L U C C O S »
zynde het tweede onderdeel
A-A. De Kaart derMoluccós,
B. B. De Stadt Ternate, en Malejo,
C- C. Gamma Lamma ’sVeftiug,,. . «g
op de zelveTlaat vm Ternate.
D.D. Een Miftice Vrouw,
E. E. Kaart der Talautfe Eylanden,
e ! F. De fiaart van ’tEyland Sangir,
G.G. ’tEyland Malcjan.
IV. Brief des Konings van Batsjan.
H.H. 't Eyland Batsjan.
De Titel-Prent.
D.e Afbeelding des Schmers . * * *
Gedichten.
No. I. A. DeAlgemeeneKaart vanOoft-Indien,
Fol. i
I. Een Kaart der Philippines. r4°
II. De Baey van Manilha
4. De Stad Manilhä. " x|4
- j . Aquapulcö. tdx
Fol* 2
S
37
4»
91
121
12 s
T o t het tweede Deels eerfte onderdeel, genaamd de Beichryving van
A M B O 1 N A.
Nö. I. DeLandvoogdy van AM BO IN A , met
des felfs onderhoorige Eylanden
II. De Kaart van ’tEyländ BO ERO , 1
IV. Het Binnen-Meir op BO E R O ’S »3
Gebergte, J
III. De Hoofd-Vetting van BO E R O , *
en de Pagger Defenfie.
V. De Dörpen op fd A N fP A . en de
Vefiing Wauttonwr, , - . < r
VII. Cambellö enaes ielfs Vetting,
VIII.- - - - Platte 'Grond, en een Land-
Geficht van ’twelve,
VI. Het Eyland M A N IP A , en een
Manipees Orang Kaja op zyn Lands-
wyfe fchermuueknd^, item een
Manipees in zyn gewoon Gewaad.
X I X . Kaart van’t Eyländ Noeflälaoet,
XXI. Kaart van ’tEyland Honimoa, .
XXIII. Kaart van ’tEyland Oma, J
IX. Laala, en Compagnies Sagoe -Bofch,}
X. Loehoe, en de Veiling Overburg,
XII. Saway,
XI. Nieuw Liflabatta,
XIII. Rarackit,
XIV- Xeffing,
XV. Roemakay, 5"3
XVI. Kamari'en,
XVII. Caybobo,
XX. De VeftingBeverwyk op Noeflalaoet,
met de Dörpen Sila, en Leynitoe,
XXII. A. De Veiling Duurftede, &c. op g
Honimoa, [
XXII. B. Platte Grond dezer Veiling,
XXIV. Haroeko, en de Veiling Zeelandia, J
XXV. Kaart van ’tEyland Amboina op zieh
zelven, 9^
XXVI. Hila, en de Veiling Amilerdam, 1
XXVII. De Moorfche Tempel op Hila, l
. XXVIII. De Veiling Rotterdam op Larike, ?ioo
XXIX. De Pas Baguwala, en de Veßing 1
Middelburg, J
XXX.
XXXI.
XXXII.
XXXIII.
XXXIV.
XXXV. sjEjcsesvr
XXXVII.
XXXVIII.
XXXVIII.
XXXIX.
De Stadt Amboina, of Ambon*,
Het Kaileel Vi&oria, met de Ring-
XL.
XL!
XLII
XLIII.
XLIV
XLIX.
muur, - . 3
Wie
De Paifar, of Markt van Ambon, i
Het oud Ziekenhuys, of ’t Raad-J
huys, >13*
Het Nieuw Ziekenhma.^, ■ j
Het Armen--ffieeshuys, _ I
,Hdtv ‘Odd" Huys van den Laud-**
voogd, f ,33
De Oude Hollandfche Kerk, r 66
De Nieuwe Hollandfche Kerk, J
Verfcheyde Tifa’s, of Trommels
der Ouden,. *64
De Cymbalen der Ouden, enz. i6y
, Een Amboinees met zya
182
en Swaard, '
Een Boeginees met een rond
Schild jP
De Coracora van Titaway,
184
. DeHongi, ofCoracora-vloot, _.T
’. Goude Arm-ringen Hoofd- en Oor-
cieraaden der Amboineezen, 170
Een Theeng, of verfcheyde Chineefche
Lanteerns by een, 166
In het tweede onderdeel» genaamd AMBON*
S C H E S A A K E N .
L. Een Goude Zegel - ring. "1
Een Goude Hoedband. I
LI. De Goude Penning van de Heer I f
Speelman aan de negen Orang- ■
kaja’s Gefchonken.
LII. Vier Begravenis Penningen, ■ J
XXX. A. De Platte Grond der Stadt Amboina,
van deHr. van der Stei» 282
OUD
OUD e„ N I E UW
ÖOSTINDIEN,
b e v a t t e n d e
Een Naauwkeurige en Uitvoerige Verhandeling van
N E P E R L A N D S M O G E N T H E I D
• * | P | J | ’ I ' In die_
G E W E S T E N,
Met het vòornaamfte, ’t geen ook andere ^^iropeers^aldaar Beireft,
;zynde een VOORLOOPER van t G R O O T E WERK,
daar op volgendè.
E E R S T E B O E K.
' E E R S T E H O O F D S T U K .
DE Redeneri , diede eerfte aardeidiftg tòt Reizen gavén , warm oorlog, luft tot
Wvsgeerte,. of gebrefc van eenige goedéren. Oorlog, een groote Reden. Oo/e
«fe bèeeérte ^'Wysheid. Het Reizen by^ alle wlke» niet -«»ed^gjkeuit. By-.devmxen •
nogtam Sevxezcn en noodig geacht* WtMroni ze ook zefis reisden.^ -Afe/^gebrek van
eenize goeaeren «e» voorname Rèdeiì, om te Reizen. De koophandel hier uit voortge-
kamen Waar mède » en hoe die eerß begm te land met Karavaanen. De Icheepvaart
mttter voor den koophandel. Door wie die eerfi uitgevonden is. Fan wat fa f c wm
Je fchepen eerft »,m ite . Wie- de byfondere foolten U te yaartwgen^gevmdm beefit.
Form, « M i der (IP L «er uitvinding w» fchepen.. Wat volken deor.
hm fcheepvaart al beroemt ivaren, en met■ wat fcheepstuigen^ het in t eerfi aanletden.
De fchrik der Ouden voor de zee. Die foo groot was, datfy den eerften uitvmder der
zeevaart vervloekten. Zy zeilden .dicht by den wal. Eny daar wat afgeraakt zynde9
zeilden zy op eenige ftarren » die zy kenden.
De rede-T T E t befoeken» kennen» en verder
nen, die |wr' 1' ontdekken van vreemde Landen,
de eerfte JL JL heeft van ouds her verfcheide
Sngtot oorzaaken, en redenen gehad.
Reizen Zommigen werden daar toe gedrongen,
gaven, het zj? doorden oorlog, het zydoor h.e~
waren tpt Wysheid, het zy door gebrek
M. tot van zekere goeder^n, diezy in hun eigen
wysgeer-lpnd nietyonden, en welke zy derhalven,
te, ofge-ak die Zeer noodig hebbende, in andere
brek van m0eß;en gaan zoeken.
goeaeren. De oorlog bragt de beoorlogers niet
alleen in de landen hunner nabuuren j
maar yervqerde ^ook veelen der overwon-
nenen mede naar de landen des over-
winnaai-s > behalycm dat 00k veelen der
beoorlogden , den vyand niet willende
afwagten , van z^lfs wel de vlugt naar
andere landen genomen, en die ook zoo
Ontdekthebben.
Ditzynzaaken, dieons ten oyervloede
by de fware oorlogen » door. Ninus, Se-
miramis» Bacchus, Öfifis, Sefoßrisy Sai-
manajfar , Nebucadnezar, Cyrus^ Xerxes ,
Alexander denGrooten, en meer anderen,
gevoert, blyken.
Veelen echter zyn ook gedrongen ge-
weeft hun land te verlatep, en andere ge-
weften op te zoeken, niet, om dat hen
de oorlog l maar eenige luft tot kennis
van grooter zaäken , en een net bericht,
der zeden . van andere volken » daar toe
perite.
Oorlog
een
groote
reden. .
Alle volken egter keurden dit buitens-
länds reizen niet even goed. ¿¡MF-
By Homerus, in het IjLboek van zyn
Odyjf.y raadt Euriclea, Tekmachus minne
hem dat fterk ,
Plutarchus {eg t , dat ook de Locrenfen
dit aan hunnè ingezetenón verboden, jtgeen
A ook
Ook de
begeerte -
tot Wys-
heid.
Het reizen
.by •
alle volken
niet
;eurt,
I. D e s i.