
j-u B E S C H R Y
geleek. Deze had twee zooncn, Rodoali,
en den anderen dan eens Salvador, dan eens
Fernando, genaarut, die, na dat die van
Gorontalo èn Limbotto in ’tjaar 1680,
ftun dorp vcrwpcft, en verbrand, veele
gedood en een grooteh roof van goed en
menfchen j;naar de Léwas (efen plaats,
tuflchen Caudipan en Bwool aan de Ooil-
zyde. der inbogt gelegen) met zig ge-
ileept haddcn, ons eem om ’t Chriften-
gelooye, èn hulp tegen de Gorontaalers
verzogten, van de welke verloil zynde,
z y zogten aan de regering te komen, en
de Nederländers in hare brief van den 18.
O&ober 1680 wys te maken , dat hun
vader (dièns vrouw al mède Radja Pa-
rampoewah genaamt, maar dat 00k al
verbodèn wierd ) in ’t verwoeilen van
Bwool dòòr die van Gorontalo omgeko-
riien was, hèt géeftè wy daar na valfch
bevönden , gèlyk wy toen òok gezien
hebben dat hun dorp door een loozeGoe-
goegöe, en zeker fchrander jongeling,
ßalamagile genaamt, yoornamentlyk be-
iHerd wierd.__
Na dat men hen al mede toen zö gèred,
eh veel van hun gevangeneri vcrlöft had,
zo heeft men naderhand hunnen wiipel-
turigen aart oók al befpeurt, en te gelyk
bemerkt, dat Zy nèrgens anders om vermögt
haddcn om .Chriften te worden,
dan alleen, op dat wy heii vän Onder de
flaverny der Gorontaalers rédden zouden,
’t welk Zo haail niet gedäan was, ó fmen j
heeft hen tén eerften weder riaär die van
Mandar (datMohhammedaanenzyn) zien i
överhellen, aan welkers afgezanten zy zes
lläveri, èn vier CoraCora’s (zo Koning
Binangkal Ohs berigt heeft) vereert, en
met welke Mandarezen zy vier Èadjofche
vaartuigen afgcloopen, veel Van die vif-
fchers gedood, en ’er wel dertig gevan-
gen gevoerd hebben, ’t geen nader diend
oi?derzogt,en (.zo de Heer Padbrugge aan
de Heer Lobs in läft liet) geftraft te worden.
Hoe zeer nu dit dorp verwoell, enhoe
zeer het 00k by dieri mòórd, dóor de
Gorontaalers en Limbotters in ’t voor-
noemt jaar daar aangeregt, in manfchap
verzwakt is, zo moet het in eenige jaaren
daar aan al vry weder toegenomen zyn,
vèrmits het in ’t jaar 1707 (behalven de
Heidenen en. Mooren daar) een duizend
zes honderd en achtien Chriflenen (ten
minilen in naam) had, waarom men hier
00k, al zedert eem'ge jaaren te voren,
een fchool-meeiler, en in vorige tyden
00k een Corporaal Jan Blaauw genaamt,
die daar om de zaken der E . Maatfchappy
waar tenemen lag, plag te hebben; voor
Wat hier al 00k, om dat hier ichoon Lingoa- en
van’waar baftard-yfcr-hout valt, waar van men
dezein- aldaàr, des noods, kon geriefd wor-
gezct> den,
V I N G d e r
Die van Bwool zeggen afibfiflig te nt» „i.
zyn .van een verken, waarom zyooknoit koaftig
verkens vleefeh o f fpek zullen eeten.
Tuflchen Caudipan, en Bwool, aan
Im ° ? if’ ?yde i e“ inbogE» leg§en twee be eilan-
eilandekens , Middelburg en Vliffingen den Mid-
genaamt, alwaar de belle, en naafte, de^urg ‘
overgangis, vandeecne tot de andere z e e ,S 0Vlif-
wclke weg tot Limbotto uitkomt. Tuf- B B I
ichen dit Bobane, o f dezen overgang en een over-
tulTchen Caudipan, i^’er in den naaften San8 van
mbogt nog een nader overgang, dog die i«,'0n'ie
moeijelyker is, en over ’t gäergte van ändereis,
Andagiele loopt, welke weg omtrent tot
Dommoegoe, o f Attingola (dat andere S 5 0t-
00k Wel Boelangas genaamt word, ver- komt'
önts de naam van Doemoegoe aldaar, hoewel
wegens des zelft verplaatzing van daar» ’" “ S
üit heeft) uitkomt. - eenan-
Uit den bogt van Bwool zeild men is?rC
twmtig mylen tot in dien van , en tot De boAt
voor de nevier van Tontoli. De bögt van Tot.
zelf is vol revenj maar des niet temin toi',cn
heeft men ’er een goede anker-grond ß ö R *
acht en twintig vadem water ltek-arönd ders. '
tuflchen een eüandje zonder naam , en
de rivier, wel het naaft aan dat eilandie.
en omtrent een en een half ipyfvan den
mond van die rievier. -
Hier llond wel eer het beftier aan drie
broeders , van welke de een Koning ,
de ander Goegoegoe , en de derde,
zee-voogd, Deä Manempa genaamt, was.
Deze lägen altyd over hoop, de twee eer*
fte, dat fyne Mohhammedanen waren*
tegen den derden, die geerne fpek at, en
eens Saguweer ’er toe dronk',' zonder zig
.veel aan zyn Godsdienft te kreunen. En
deze twee eerfte hebben middel weten te
vinden, om den zee-voogd geheel onder
dwang te kiygen, met het daar toe te
brengen, dat h y , na eerft gevlücht te
zyn, weder met al de zynen, en met het
dorpDondo, dat hem aanhing, by.zyne '
broeders, dog tot zyn ongeluk gekomen
IS, aaugezien zy de Mandarezen inge-
roepoi, die Dondo vemielt, veele yan
hen doodgeflagen, gevangen genomen,
or verltroit, en hem dus einaelyk ge-
dwongen hebben, geheel en al onder
hen (te weten, zyne broedbs) te ftaan,
die onder den ichyn, van hem te plagen,
met anders voor hebben, dan om zig 00k
tegen de. E. Maatfchappy aan te zetten,
1 g« n (in ’tjaar i 58 i ) toen al gelall: is
tegen tegaan.
Deze Tontoliers zyn een ryk volk,
die zekerlyk een andere bron dan hunne groot
arme Sagoe, Maflby, Coelit-lawan o f vermos
t weinige Caret, daar vallende, hebben, v?lrn
alzo men daar. zeer veel goud, zilver,
Tonkinze Lakwerken,,Porcelynen, en
meer andere Chineefche waaren ziet, dat al
te zamen veel vrugteq van dezen ofgenei.
SjM
M O L U
opgdegt.
Het dorp
Dondo.
fluikhandel met vreemdelingen zouden
können zyn , waarom men goedgevon-
den heeft daar een Corporaal te leggcn,
o f den voomoemden Jan Blaeww het-Op-
zicht tot hier mede aan te beveelen, en
alle vaartuigen pas-cedullen af te vorderen,
om daar uit te zien, van waar, en
waar mede zy daar komen, en waar zy
naar toe gaan.
Laß aan -Ten lafte van die van Tontoli is, dat
4cTon- zy alle voort-beftellingen der E. Maat-
toliers fchappy naar Bwool, en die van Bwool
tot Caudipan, die weder tot Boelan, en
de Boelanders tot Manado toe verzorgen,
gelyk dit 00k van Manado af tot Ton-
toli, enPaloe, toe , door alle de zelve
van dorp tot dorp, dus befielt, en ver-
iorgt, moet worden.
■ Het dorp Dondo, dat negen mylen van
Tontoli legt,zou nu wel moeten volgen,
dog vermits het door de Mandarezen
vemielt is, zo valt hier af dit alleen,nog
te zeggen, dat die van Dondo, haliler-
*rige boeren zynde, liever altyd in’tbofeh
omiwerven, dan onder die van Tontoli
llaan, willen 5 hoewel zy egter allengs-
kens met vröuw en kinderen al weder
komen afzakken.
^ Hier is 00k een overgang naarTomini,
overgang gelyk pok tot Silenfak, en Bala-iflan,
Wer naar die by een leggen, welke
m ’ weg tot Dincoeloe, en Tolibagi (dorpen,
naarSi- die opk maar een myltje in den binnen-
lenfak, en boefem van den anderen leggen ) weder
‘ uitkomtj dog de zelve is korter dan de
yorige van Dondo, alzo men in eenen
dag'daar over geräken kan , daar men tot
den overgang van den anderen, dieby het
dorp Biga uitkomt, wel vyf dagen van
npoden Heeft.
Digt hier by legt Damphalas o f Dam-
pelas, een dorp,waar van men plag deze
dorp hier Fabel te verhalen , dat hier, een goud-
omtrent rjvjer waS} dog dat als men die opvoer,
om na dat goud, dat ’erinovervloedwas.
te zien, het dan begon te ilormen, del
aarde tebeven, en de lugt zodanig met I
donder en blixem vervult.te worden, dat
de goud-zoekers bly waren, datze maar
onverrigter zake wederom mogten keeren.
Dog dit is maar een liilig voorgeven,
om de weg, waar door die van Tontoli
zo veel goud krygen, voor den inlander,-
die’er wat aflegt , bedekttc houden} gelyk
zy wel door de eene ofdeanderegreep
o f door eenige z waaren inlandfen en na-
tuurlyken water-val, die genen, die de
rievier hooger opvaren-willen, door een
zware water-ftorting weten af te ichrik-
ken, van hooger op te varen} hoewel
z y , als men ’er hen zelf na vraagt, vein-
z en ’er niets af te weten} zo dat het maar |
Een
iffan, en
vaardie
weg vorder
uitkomt.
Dampelas.
een
en tver-
dichtfel
van des
«16
goud-,
rivier.
C C O S * 7 3
begrypen können, hoe die van Tontoli
anders aan zo veel goud zouden können
komen.
In den mond van deze rievier van Dam- Twed-
.pelas, die al vry fterk afloopt, leggen,
omtrent een quart myl van llrand, twee vanpdic
dorpen fchuyns over een, waar van het naam.
eene, Dampelas Maulano, en ’t ander,
Dampelas Tando, genaamt is, waar van
twee broeders, - Oewala en Lolofana genaamt,
hoofden zyn.
In het Zuiden ten Ooften, vier o f vy f Het dorp
mylen van daar landewaard in gelegen, is
nog een dorp, Cool genaamt,: alleen uit
berg-boeren beftaande , welker Orang-
Kaja, o f Koning, toen ’Tonlaar genaamt,
en een onderdaan van den Koning van
Tontoli was.
Tontoli kan wel. zes bemande Cora- Macht
cora’s , en omtrent vier honderd man met
fchild en zwaard uitleveren, en zyn des 0
zelft onderdaanen omtrent twaalf honderd
zielen fterk. $
Men heeft agterBala-Iflan, landewaard Het dorp
, een groot binnen-water, en niet verre Cotta.,
van daar een dorp, Cotta genaamt.
De Weil-hoek van dezen bogt van
Tontoli, Caydang genaamt, heeft een
groot r if , dat wel een myltje van het
eüandje Tontoni in zee ftrekt. j|
Van Dondo, o f liever van dit eilandie
tot Silenläk, Bala-iiTan , en Dampelas
(die alle digt by een leggen) zyn elf o f v“ r°*
twaalf mylen } 00k heeft. men tuflchen Dondo
Dondo, en de.laatftgemelde plaatfen, de van Silent
eilandekens Petti, Mapetti, Niapoeloe faltlegt.
en Machflea }* van welk laatfte eiland tot
Balaiflan men geen anker-grond vind ^
voor en al eer men in de bogt is* Al
deze eilandekens, gelyk oök die in den
bogt leggen, zyn röndsomme vuil, en-
met reven bezet.
De uit-hoek van Balaiflan word by de
inwoonders de Duivels-hoek genaamt j
mogelyk, om dat hy voor hen wat moei-
jelyk cm ’er te komen is. Vän de Zuid-
Weil-kant dezes hoek een en een half
myl regt Weil en Zuid-Weil, o f een
half Zuidelyker in zee van het eilandje
den Eendragt, legt dat rif, waar op in ’t
jaar 1671 een jagt van den Koning Man-
' r' 1 Batavia genaamt, gebleven is.
Deze hoek wat om, zo begint de grootc De bogt
bogt van Cajeli, en’t dorp van dien naam. van Cajeli
In -’t midden van dezen bogt legt het
dorpTabali, alwaar hetdorps-hoofd^/iz, Uithbek
o f 00k -wel.Reale, genaamt, zyn verblyf vanBala-
houd, die over drie en twintig Koninkjens iffan*
(waar onder ’er v y f van de berg-boeren
zyn) het opper-bevel voert. De andere
woonen daar in zcer fchooneenvrugtbare
vlaktens, waar door zy , vet en weelderig
verdicht zeggen is van onnoolele lie- \ geworden, tot allerlei dertelheden
den, die verre van daar woonen, en piet ^ gruwelen uitfpatten.
I . D e e l . M De