
B E S C H R Y V I N G d e r
E n ondc r Indien geraakte Makjan (gelyk Wy on-
wiena- der ’t jaar ifzq. in ’t verhaal der Portu-
dcrhand. g cefche zaaken zien zullen) weder half
onder Tidore; en in dat zelve jaar nog
herwon het de Onder-koning Tarruwefe.
r- Door flofheid-'van den Portugeelchen
landvöogd Garfias wicrden de Spanjaarden
in’t jäari yaymeefters van Makjan, dogin
*t jaar iy ip möeften de Tiaorezen het
»an die van Ternate, by een vrede, toen
gemaakt, weder overgeveri.
In ’t jaar 1606 geraakte het door hulp
der Spanjaarden wederom onder die van
Tidore.
Van In ’ t ja ar 1 5 o 8 w ie rd T affafoho d o o ron z cü
Gaarden z e e -v o o g d , Paulus van Gaarden in Tunv , verovert • ° j j
TafafoKo ^genomen.
in’t jaar In het jaar 1613 den 16 den January
16 0 8 . maakten de overftcn van dit eiland een
verdrag met den eerften opper-landvoogd
van Indien, den Heer Pieter Both, het
welk wy in ’t leven van Koning Moda-
fa r , onder dat jaar 00k elders ingevoegt
hebben.
Hoe flegt zy met ons in ’t jaar 1617
handelden, toen zy de party der Tema-
tanen volgden, zien wy al mede onder
de regeering van den Heer landvoögd ,
Gillis Zeißßop datj’aat.
In ’t jaar iö jy lag hier als koopman,
en hoofd, Nicolaas Cloet, en 1648 quam
hier de opper-koopman, Jacob Hußaart,
in de plaats van den Heer Gafpar van den
Bogaarde, die toen landvoogd der Mo-
luccos wierd.
zakcn Wat moeijelykheden de Heer de Vla-
met den ming met den Sengadji van Makjan, en
vanltfak vcr^ere ingezetcnCn van,dit eiland,die
jan'in 't ' met ^en mu*tcr Saldi van hunnen Koning
jaar 1651. Mandarfjah medeafgevallen waren,in’t jaar
it f f i gehad heeft,en hoe zy weder onder
hunnen vorft, uit ichrik voor onze wa-
pencn gebragt zyn, können wy brcqder
onder dat jaar ini ’t leven van dezen Koning
zien, gelyk mede, wat betrekking zy
iri ’t jaar i 5f 2 tot het verdragöp den 31 ftcn
■'January tünchen dien Koning, en den
qpper-landvoogd van Indien, den Heer
> Carel Reinierß'oongemaakt, gehad hebben.
Na^elen Hoe 00k alle de Nagelen zedert’tjaar
hier uit- 1 d a a r , en verder oök in geheel Ter-
geroeit.i nata, met bewilliging van aezen vorft
uitgeroit , en hen daar voor jaarlyx
' twee duizend ryxdaalders toegelegt zyn,
* _• zal elders breeder blyken daar van de
boomen, en den nagel-boom in het by-
zondcr, gelproken ftaat te worden.
AanRhe- - De zee-voogd Rheti, die in ’t jaar
tiverbo- i(581 nog leefde, matigde zig zeer geer-
Tite’fv11 ne ^en T ite l, van Koning van Makjan
Koning311 aän 5 ’t geen de Cbmmiflaris, de Heer
vanMak- Padbrugge belafte te bcletten, enhem noit
jan te op Makjan te laten komen , vecl min
voeren. hem hoofd aldaar te maken, gelyk haar
Edelheden ( die zaak qualyk begrepen
hebbende) nogtans toen ordonneerden.
Het verdere, dat ’er van het eiland
Makjan te zeggen zou mögen vallen, zal
ons hier en daar in ’t »verhaal der Tema-
taanfehe Zaaken breeder ontmoeten, wes-
halvert wy , om een en de zelve zaak
geen tweemaal tefchryven, hier van af,
en tot het eiland Motir, tuflehen Makjan,
err’t klein eilandje Pottebakker, of
anders Cavali, gelegen, overftappen.
M O T I R is wat Noordelykcr, dan
eiland Makjan , gelegen , en ’t word
mede onder de Molukze eilanden getelt.
In ’t jaar 1284, roofüen die van Motir
al, nevens eenige andere, op die van Ternate.
Op dit eiland Motir wierd in ’t jaar
13 22, het cerile verbond tuflehen de vier
Molukze Köningen gemaakt.
In ’t jaar 1 yz8, hadden die van Tidore
en Gilolo eenen aanilag, om op Mo*
tir , toen al onder Ternate ftaande, ftil
aan te vallen ; dog de goede uitflag daar
van wierd door een tydig ontzet, daar
de onder-koning Tarruiuefe zelfs by was ,
Verhindert.
Int ’t jaar i 5i o , hadden wy hier een
ftéene vefting, NaflaU gènaamt, die *er
i(5op door den zee-voogt, Francois Wittert
y öp ’t verzoèk der Tematanen, gelegt,
en met inwoonders van Gilolo *cn
deele bevolkt is. Op dezc vefting lag
in het jaar 1610 , als hoöfd van wegen de
E. Maatichappy, de Hòpman Adriaan
Clemenfzoon, en nog dat zelve jaar ver-
plaatfte de Hopman Louis Schot wel
^uizend zielen van het eiland Cajoe, en
van Gano (op Gilolo ’s Zuid-zyde gelegen)
op ’t eiland Motir, die toen met
de vorige wel twee duizend zielen uit-
maakten.
In ’t jaar 1616 lag hier Henrik Majer,
van Maaftricht, als Hopman, en in’t jaar
i <Sty is dit Fort in Maart door den onder-
zeevoogt Schapenham {die ’er den iyflen
met vier fchepen uic Ternate naar toc
g*ng ) géflccht , cn ’t volk op Makjan,
by Tabiloio geplaatft.
Wat deel die van Motir- in ’t jaar i6 f t
in ’t verbond, den 3 iftcn January tuflehen
Koning 'Mandarfjah, en den Heer Carel
Reinierfzoon, als opper-laüdvöogt Van
Indien, gemaakt, gehad hebben, kan
men onder dat jaar, en in ’t leven van
dien vorft, breeder zien.
In ’t jaar idy 3 wicrden hier al de NaÌjelen
(aieomtrent hondert Bharen jaar-
yx beliepen ) 00k door den Heer de Fläming
uitgeroit, waar voor aan de Hoof-
den van dit eiland jaarlyx hondert en vyf-
tig ryxdaalders gegeven worden. Egter
zyn ’er in ’t jaar idpi nog nagcl- en
nooten-boomen gevonden, doch 00k
uitgeroit.
Wan-
D e eilin-
denMo-
t i r , en
Pottebakker.
of
Cavali.
Nagelen
op Motir
in 't jaar
1653 uitgeroit.
Hrt eiland
Gilolo
be-
fchreren.
Rang
dezer
Köningen.
M O L U
Wanneét Motir by den laatften Ter- ?
hataanfehen opftand door ons verovert
was, had Koning Saifoddien ’t zelve,
onder den naam der Makjanders', door
de zynen al mede in bezit doen nemen 5
dog-de Heer Padbrugge deed hem van
daar verhuizen.
Het eilandje Pottebakker, anders Poe-
lo Cavali genaamt j : is' zd klein , én daar
by zo gering dat het niet verdient, dat
wy ons eenigzins daar mede zouden op-
hóuden, zynde het genoeg maar allcen
te zeggen, dat het tuflehen Motir en
Tidöre vlak in ’t midden legt.’ 1
V A N H E T
EILAND DJILOLO o f GILOLO.
VAn Motir gaan wy övef, om van ’t
C c o S.
ettelyke mylen be-Noordcn, cn op Ba-
toetljina gelegen ) gehuwt geweeft. Een
klaar bewys, dat dit eiland, volgens ’t
eigen verhaal der oudfte Tematanen,
mede een van de oudfte Molukze eilanden
is.
Niet tegenftaande dewydeuitgeftrekt-
heid van dit magtig eiland, en de grootheid
groot eiland DJ I L O L O , G I -
LO LO gemeenlyk genaamt,te fpreeken.
Dit is geen vaft länd j maar eèn eiland.
Egter noemen de Tematanen het in hun
taal Halamahera, dat vaft land beteekent ,
waar in zy , door de grootheid van dit
eiland misleid, een grooten misfläg be-
gaan.
Ptolomeus ftelt dit, nevens Amboina,
cn Celebes, voor cen der drie Sinden, öf
Menfchen-eetcrs-eilanden, teboek.
Het legt ten deele twèe 'graaden be-
Noorden , ten ddele een graad be-Zui-
den den Evenaar, vertoonende zieh met
drie groote takken, van welke de cen de
de kuft van Moro ( zynde in ’t Nöorden
gelegen ) genaamt word ; dog de tweede ,
m ’t Ooften, doet zig digt by ’t land der
Papoas, en de derde in ’t Zuideri op.
Het is wel zeventig oftachtig mylen
lang, en omtrent 00k wel zo breed.
Het Weftclyk deel van dit eiland Gilolo
word Batoetsjina genaamt, en legt
vlak na o f tegen over die de andere Mo-
lukzeeilanden (Ternate,Tidore,Cavali,
Motir, Makjan, en Batsjan) als tegen
een overwal, uitgeftrekt, gelyk alle de
zelve pas zes of zeven mylen ’er af, als
op een ry ’er tegen Over, zieh in ’t vcr<-
fchiet zeer luftig öpdoen.
5 Op dit eiland Gilolo heeft van de ou*d-
fte tyden af een dorp, en koninkryk, van
den zelven naam geweeft.
c De Köningen van Gilolo ftaan onder
de Molukze vorften als de eerfte in rang,
• cn als de oudfte, van welke men geheu-
gen heeft, bekent ; en fchoon hunne
Köningen niet mede uit eeri van die
Draaken-eiercn (van welke wy hier na
breeder fpreeken ) voortgekomen zyn,
zo is echter een dochter , o f Princes, uit
een der zelve gclproten, aan een vorft
van Loloda (meae op ’t eiland Gilolo,
van Zync ecritc vorften, können wy
echter daar niet veel’af zeggen, vermits
deHiftorie dezes lands, door de gedurige
verwoeftingen, en omwentelingen, onder
verfcheide vorften , door de lengte
van tyd, en door veel andere voorvallen ,
b y na geheel verloren, en uit de geheu-
genis der inlanderen geraakt is. |
De Koning van Gilolo word van ouds
her Djicoma Colano , dat Bogt-Koning
in ’t Temataans beteekent, en wel daar-
om zo genaamt , om dat hy zyn hof in
den boent van Gilolo ( die zieh op Ba-
toctfjiflä, en tegen over T emate o f wat
Noordelyker vertoont) plag te houden.
In ’t jaar 1284 vindik,dat Siale $ derdc '
Koning van Ternate, met den Koning fchende
van Gilolo in dien tyd moeijelykheden Konin-
had, endat hy , derwaards overftekende, |eJJ*nca
op die van Ternate uit rooven ging. Ternate.
Dus lag Cornala, de vyfde Koning van Vef_
Ternate, in’t jaar 1304, niet alleen met bondin’t
den kittel-oorigen Koning van Gilolo jaar 13iz
overhoop , maar nam hem 00k eenige
dorpen op Batoetfjina in, die hy, zo lang Moju^lc
hy leefde, behouaen heeft. vorften
By ’t verbond, dat de vier Molukze gemaakt.
Köningen, by geval op ’t eiland Motir te
Zamen gekomen,in ’t jaar 13 2a met malkan-
deren maakten, word aan den Koning van
Gilolo den eerften rang voor al de andere
vorften i voor attyd, gegeven.
Indien de Köning van Gilolo het niet be-4
lct,en zo hy denKoning van Ternate, loeloe
Malamo, in’tjaar 1343 nietgeredhad, zou
de Koning van Tidore, en die van Batsjan,
te zamen tegen die van Ternate aanipan-
nende, hem overwonnen , en onder hunne
macht gebragt hebben.
: G api Malamo de Tweede, oorlogde in *t
jaar 13JP 00k met die van Gilolo, by
alle welke tuflchen-ftribbelingen aan tve-
derzyden niet veel gevordert wierd ; maar
in ’t jaar 1 3 7 2 geraakte dit eiland, door
een huwelyk van Gapi BagOena de eerfte
zoon met de dogter des Konings ( hier na
breeder te zien) onder Ternate; dat eg- j
ter niet lang geruft fchynt bezeten tè
zyn, vermits Cornala Poeloe^ dezeftiendc
Ternataanfche Koning, in ’t jaar 1 3 80 met
den Koning van Gilolo gefchil krygende,
hem eenige dorpen òp Halamahera afge-
wonnen, en gedwongen heeft, om zyn
rang , als eerfte der vier Molukze Ko- J?goTef;
ningen, aan hem af te ftaan, en over te ücft hy
, geven. *yn rang.’
M 5 Koning