
waaront hy tot de Kroon voorbygegaan is f Calamatta, Kohing der Muiters, iii
JVIanilha 'splaats. Vlaming vertrekt na de Xoclafche eilanden. Waar na toe ook
Saidigevlugt was. Hy komt voor Xoela Befi. Daar hy fiout antwoord krygt. Waar
op hy alles verwoeß, Hy krygt beter befcbeid voor Fattoematta. Daar ze zieh met
goede redenen verfchoonen. En vergtffenis bekamen. Mits dat ze <&Ternataanen, en
Terbile, aan ons overleveren. 't Geen Sengadji Mangoli volbrengt. Tcrbile neemt
de vlugt. Dog nuord weder gekregen. Zyn vrouwen-Jcbenderyen. Naaanßellingvan
Sengadji Mangoli, als Stadhouder, vertrekt de Vlaming na Manipa, in 7 jaar lö y j.
Vlaming doet Terbile, en elf Temataanen, onthaljen. Zyn kloekmoedige dood*
Macaflar wapent zieh tegen ons. De voorloopers der Macaflaaren kamen op Boero.
Calamatta, en eenige andere, verzoenen zieh met den Koning. Reden van dien, uit
zyn brief blykende. Die den Koning geen ondienß doet. i&/ eiland Meau verovert^
en van zyn Nagelen gezuivert. De Macaflaarfchevloot verfchynt in Amboina. D i
dood van twee Hoofd-muiters. De Heer Huftaart dertiende Landvoogd der. Moluc-
cos. Van den Bogaarde na Batavia vertrokken. De Vlaming loopt Madjira in de
Xoela 's zoeken. Vind de Xoela 's wederfpanniguitgenomen Sengadji Soegi. Die hem
in zyn groot gebrek onderfieurit. Vlaming vernielt Mangoli. Vertrekt na Temate.
Eefluit den Tidorees te beoorlogen. Soen-fchrift ten voordeek der Giloloiche Muiters.
Redenen van Tidoreefchen oorlog. De afkeuring van Mandarsjah 's Huv/elyk. met
een dochter van Tidore. Vlaming vertrekt weer na Amboina} dog roeit al. de Nagelen
op Batsjan, en Motir, uit.
T k T A dat men tot vermaak Van j
Man 1^ ^ . I ^en vor^ nu byna drie maandarsjäh
I d™ doorgebragt had, zo isl
maakt 1 ’er tuflehen zyn Hoogheit, J
een en de E. Maatichappy , een
verbond n‘euw verbond in December gemaakt,
met de E. waar by bedongen wierd, dat alde Nage-
Maat- len, het zy in Temate, het zy in Am-
fchappy boina, in ’s Konings landen, en wel
v«. aUk byzonder die men na zyn Hoogheit ’s
wederkeeren op de landen, die zieh dan
nog wederfpannig dragen mogtfen, vin-
den zou, zouden ömgekapt en vemielt
Worden, mits dat de Koning daar voor j
jaarlyks een erkentenis van twaalf duizend ;
Ryksdaalders, zyn broeder , de Prins
Calamatta, vyfhonderd , en de andere [
Grooten te zamen vyftien honderd Ryks- i
daalders, zouden genieten,zo lang zy zieh
trouw en eerlyk droegenj dog dat de
Makjanfche Grooten wegens hunne Nagelen
eens voor al uitgekogt, en met 1
v y f honderd Ryksdaalders te vrede ge-
fleld zouden worden j een fomma, waaf
mede zy rykelyk zouden voldaan zyn j
dog alles onder voorwaarde, dat geen
van hunne onderdaanen we£r ergens andere
Nagelen, buiten uitdrukkelyken laft
van ons, zoude mögen aanplanten. Dit
deed men den Koning zeerligt, door ’t
begrip, dat men hem gaf, dat hy ner-
gens in zyn ryk anders ruft hebben zoude,
toeftaanj aangezien uit kragte van
dien^ ’s Konings zaaken in Amboina dan
ook geen Stadhouder meer vereiiehten,
en men hem klaar aanwees , dat daar
Met af- onder dien naam maar andere dingen,
fchaffing tot ’s Konings, en ons nadeel, gefmeed
houders* w*er<^en- Ook vond men by dit zelve
In Am- Verbond goed,- geen Kimelaha ’s , of
boina.' Stadhouders, voortaan na Amboina te
zenden, thaar die völkomen , als feha- ifati
delyk, .a f te fehafîèn.
Een verdrag, ,’t geen de E. Maatichappy
nog jaarlyjcs’ w e l veertien dui-
I Zend Ryksdaalders quam te fcoften , maar
waar by zy haar aogwit, om door geen
Nagelen overkropt te worden, en ’er
alleen volkomen meeiler van te zyn, na
lang vergeeffch wagten, eens bereikte.
Dit op Batavia in Deeëmber dus be- in ’t jaat
flotfen verdrag wierd bp den giften j6$i.
nuary in ’t jaar 165-2. door dén Koning
en zyn Grooten, aan de eene, en den
opper-Landvoogd van Nederlands lndia,
den Heer Karel Reinierszoom, en de Edele
Heeren Raaden, aan.de andere zyde,eerft
onderteékent en bezegelt. En was van
den navolgenden inhoud :
Artykelen, en voorwaarden, waat
op de grootmagtige Mandarsjah ^
Koning der Temataanen, voor hem,
zyne fubjeften, en naarkomelingen, -
ter eenre, en den Ed. Heer, Karel
Reinterszen, Gouverneur Generaa/,
en de Raaden van lndia ^ in name
ofte van wegen de Generale Com-
pagnie voor hem, en zyne Succefi
feurs, ter andere zydé ^geaccôrâeeriy
verdragen, en overeen gekomen
zyn, alsnamelyk:
DA t , geconiidereert de groot è meine edig-
beden en ongehoorde wreedheden van Van ’t
den Kimelaha Madjira, Stadhouder van Accoord.
zyn Koninklyke Majeileit van Ternate
in de landen van Amboina, met meefi alle
zyne onderdaanen op en tegens de goederen
en lieve dienaaren Van de Compagnie ge-
pleegt, de Koning aanneemt’j en belöoft
voornoemden Kimelaha, met alle de genen,
wie aan voorfebreve faut fchuldig, of hon-
dadig zyn geWeeß) 't zy in raad, of daady
dadelyk net zyn overkonten in de voorfebreve
landen te ßraffen, zo dat beboort.
' Ende byaldien het zyn Hoogheit aan
tnagt, en middelen, mögt ontbreken, om
V zelve te executeren, . zo zal het de
Compagnie vryfiaan ■> zelfs zon.der eenig
. misnoegen van den Koning, met de mtddelen,
'welke zy daar toè van Göd den Heere
aan de hand heeft, firajfc daar over te
doen, op zodanig een wyze9 als het haar
Ed; zal goed dünken van nooden te wezen^
ende te vereijfchen j 't zy aan haare per-
zoonen, en goederen, zo als 't zelve dan
befi zal gelegèn körnen, en de occafie pre-
iènteren.
Ende of bet zake wäre, dat de Koning
al de f c huldigen in handen bequam, en met
de dood firafte, gelyk zulks buiten allen
twyjfel moeß gefchieden ^ welke bekoming
ni et andersteyerhopenzy, dan met gêweU
dige tranfportering van de ohßhüiatgen, Zo
neemt de Heer Genetaal dan Met voornoèm-
de onfchuldigen weder in der mime en vriend-
fchap, als voor dezen, te willen leven,
band eien, en wandelen.
Maar zal de Koning, of zyn nazaten,
gezien hebbende de iterative trouwlooihe-
den, door de Stadhouders aan de E. Compagnie
, en ook aan zjn Majefteit zelve^ger
pleegt, daar in de landen noit weder eenen
Stadhouder fiellen, maar die plaats in zyn
Majefteit? naam door den Nederlandichen
Gouverneur bekleeden laten, mits by hem
daar in regulere na de ordre van den Koning,
Alwaar het de Compagnie zal goed- x'6^
dünken, zal zy vermögen vaftigheden te
leggen, en die ook weder in te trekken, na
dat haar fiaat en gelegenheit zal vcreijfchen..
A l het geToofde van de Compagnie, of
haré Dienaren, dat eiders nog in deze mag
werderi bevonden, zal aan haar dadelyk
Weder gereftitueert worden , ende voor hei
gene dáar af zal komen vermiß te worden ,
zulteh de goederen en middelen der fchulde-
naren, zo verre aanfprekelyk, en verbanden
zyn, als bet zelve zal komen te bedragen j
blyvende ’t verder overfchot ter difpofitie
van den Koning.
met de goede meening der E. Compagnie
overeenkomende, maar zal de Kohing
een perzoon van mindere qualiteit by
den Heer Gouverneur aan het Kafteel
mögen ßellen, om voorfchreven Gouverneur,
als de Nederlanders hun Coftümen, en
regten ten vollen niet kundig zynde, met
raad, en daad, te aflifteren.
Zo en zullen ook die landen, Welke nu
reeds van Nagelen zyn ontbloot , noit weder
met Nagelen mögen beplant, en bezeiden
dien alle de gern, welke m nog eenige
Nagelen voortbrengen, daar van mede
geheelyk werden uitgeroeit.
Het welke, zo als verhaalt is, zynde
beßeedt, dat is, dat die landen door be-
working van den Koning, by het middel,
hier voren vermeldt, weder in vrede en in
ordre zullen wezen gebragt, waar haar
ten. langßen binnen den tyd van veertien
dageir Zekere apparentien , om geen tyd
Vrugteloos te laten pafferen, moeßen ver-
toonen, of dat ändert de Compagnie de
Zelve'tot haar E. believeh zal hebben gehandelt.
Indien het de Compagnie Zo goed agt,
zalbaar E. tot bare te meerder verzekering,
zonder tegenfpreken Van den Koning, uit
zyne bevredigde landen mögen vorderen zo
veel en zodanige Gyzelaars, om onder haar
E . oogen aan 't Kafteel by den perzoon,
door zyn Hoogheit als voorfebreve daar te
ßellen , te logeren, als het haar E. zal
goed dünken, ende agten tot behoud van
baren flaat noodig te wezen, mits dat zy
in haar gevoelen aangaande 't geloove door
de Compagnie niet zullen geturbeert,
ende vorders wel ende behoorlyk getrafteert,
ende gehandelt worden.
' 1 i r
Zo neemt de Compagine aan, en belooft
by deZen ’nog te continueren in 't betalen
Van de jaarlykfche vier duizend Spaanfche
Realen , zyn Majefteit voor dezen voor 't
houden der vreemdelingen daar uit de landen
belooft, met dadrenboven nog gelyke
twee' duizend Ryksdaalders, Zynde dan te
•zamen zes duizend vöornoemde Realen,
als, den T o i van. tien per Cento van dé
Nagelen , daar in de landen omtrent
heeft komen te bedragen.
Ende nadien het zyn Hoogheit evident
komt te blyken, boe de moedwillighejt van
zyn onderdanen ten principalen. nergetos anders
baren oorfpronk neemt, als uit haré
grootsheit, die zy fehynen op bei beziiten vaft
de Nagelen te hebben, en dat de Compagnie,
uit de quartieren van Amboina tot
baren handel genoeg könnende worden gedient,
die van Ternaté haar weing, of
I niet, te ßade komen, behalVen dat haar E.
daarómme jaarlyks groote en fware kofien
heeft te' dragen, de Welke zo lang de Nagelen
daar continueren te bly ven $ befwarelyk
zullen können worden verminderd:
Zo accordeert de Koning, en ßäai by
dezen toé, dat alle Nagelen * Nooten,
ende andere Specery-boomcn, die elders
in zyne landen Worden gevonden, fiaande op
plaatzen, waar de inwoonders op zyn wederkeeren
in de Moluccos bevonden zulleri
worden nog te rebellerert, zullen omgeßa-
gén , Vernielt, daar in plaatzen, door
de inwoonders aangeplant, en in gehoor-
zaamheit tot den Koning volfiandjß-'^ge-
bléven zyndé , geen Nagel-boomen^ Zul-
I len worden befchadigt, dan met , ‘con-
lient van den eigenaar der zelve, die den
’ Könina accordeert , dat daar toe van