
1644. É*t geenegter meeft in klceden, Gongen,
flegt Goud-werk, kleen gefchut, en
Wenige Ballen, alles ten hoogften pryze
Watzy aangenomén, beftaan, heeft. Hier mede
op Mani- nog niet vergenoegt, zyn zy den 13 den
pa ver- September na Manipa gefchept, alwaar
uSlcn* iy , nog twee duizend Ryksdaalders in-
gevordert hebbende, den ouden Kime-
laha, Fakiri, met nog eenige andere
Orangkaja ’s van Boero , en Manipa ,
medenamen, om hen, volgens ’s Konings
laft, na Ternate te voeren.
Zy ontboden Madjira, en de Loehoe-
neeiehe Orangkaja ’s , voor de tweede
maal by zieh, dog zy bleven t’huis, ver-
mits de onzen het niet goed vonden 5 en
daar op zyn zy na Ternate weder ver-
trokken. 1
Jn’tjaar In Mai des jaars 164$*. quam hier uit
1645. Ternate Pieter Eduard, een T o lk , met
Een an- brieven des Konings, waar uit bleek,
der ge- <}at ¿ie Heeren gezanten des voorleden
’sKonLigs.iaars? en byzonder de eerfte, den
brieven. Koning veel leugens wys gemaakt, en
opgerokkent hadden, niet alleen om zy-
nen bevel-brief, en volmagt, aan den
Landvoogd van Amboina. gegeven, en
1 zyne beloftè van a'fftand vàn de kuft van
Hitoe,.aan den Ternataanfchen Landvoogd,
den Heer Seroyen in ’t jaar 1644.
gedaan, intetrekken, en te herroepen 5
. maar om 00k zeervreemdebevelénaànzyn
onderdaanen in Araboina te geven. Hy
had den Koning opgegeven, dat de Holländers
overal op zyn ftranden vaftighe-
den, vlak tegen *t verdrag aan, deden
opwerpen, en het dierhalven gezien
ilon d , dat zyn onderdaanen voortaan
t ’eenemaal na hun goedvinden, als hun
Slaven, zouden moeten leven. Men
dwong hen niet alleen daar, zo zy voor-
gaven, Prince-vlaggen te moeten voeren,.
maar perlte hen hier en daar ook met
gewela Chriften te werden, en dus ge-
heel van den Koning a f re vallen.
' Ook zond Konmg Hhamza aan de
gevlugte Temataanen op Kelang een
vergiffenis-briefje , hen bevelende naar
Ternate te keeren 5 maar de Landvoogd
van Amboina, daar over byzonder mis-
h oegt, vond niet goed dezen laft des
Konings op te volgen, maar de zaak aan
hare Edelheden op Batavia te vertoonen,
en daar op antwoord af te wagten.
DeHee- A ^s nu deze T o lk , volgens ’s Konings
Demmer verzoek, na Ternate met een Jagt we-
legt de derkeerde, maakte de Heer Demmer deze
zaak voor gmwelyke leugens van zyne gezanten
omT2* aan den Koning bekent, en gaf hem een
net berigt, wat van al deze zaaken de
regte waarheit was > te weten, dat alleen
aan die van Anin in ’t jaar 1643 > t?en 2y
zieh de eerfte maal met ons •bevredigden,
«* een Prince*vlag, enkelyk om hen van
onze vyanden te ondericheiden, gegeven ig4y#
wasj en dat het dorp Caibobo alleen,
na lang aanhouden, en na uitdrukkelyke.
waarfchuwjng , van dat z y , zo wel
Chriften als Heidenfeh zynde, egter
onderdaanen van Ternate bleven, Chriften
geworden Was.
Met dit Jagt ging, volgens ’s Konings
ontbod ., o«k. Kimelaha Madjira, en
Ìo/tfjbenevens KimelahaZoegi^v&a Xoela
Beli, (die nu omtrent anderhalf jaar,
hoewel op- en neder-gaande, was vaft
gehouden) om zieh nevens Kimelaha
Ter bile ì toen mede daar zynde, in Ternate
over een moord.te verantwoorden,
die gepleegt was in ’t jaar. 1636. aan den
onder - Koöpman , Pieter Pauwelszen ,
wanneer hy met een Jonk, van Key
körnende, door zeer hard weder Banda, •
èn Amboina voorby dreef, en op Xopla
Beli aanquam, en buiten hem nog aaft
-vier Holländers en drie inlanders bedre-
ven, behalven dat de E. Maatfchappy
nog drie o f vier honderd Ryksdaalders
daar by verloren, en tot nog toe niet de
minfte voldoening daar over genoten had.
O o k . wierd aan Koning Hhamza nu Hhamza
met eenen de Sagoe toegezonden, dien ’sfchat-
hy op Liflabata, Hatoewè, en Aifahoe- tin8°P
di, belali had voor zieh, in plaats van dorpen
de opgelegde lchatting, te maken. met Sa-
Ondertuflchen zonden de voomoemde 8oe v°h
Temataanen, aan welke hy een vergifte- n*
nisrbriefje verleent had, drie o f vier uit
| de hunnen na den Koning, om van hem De ont_
nader verzekering voor hunne Slaven, en bodene
Meubelen, by hunne overkomft in Ter- Tema-
nate te verzoeken j in welken tuflehen- taanen
tyd de Landvoogd, om hen van ’t ge-
bergte te lokken , vryheit gaf om te
gaan, waar het hun beliefde -, hoewel
zy , na alle minnelyke verzoeken van
den Heer Demmer y zieh daar toe onge-
negen toonden. Hy zond eenen Pati
Chodja na hen* maar die vond geen ge-
hoorj ook hadden zy zieh op Salata al
vaft gemaakt, en wierden in hunne we-
derlpannigheit, niet alleen door hun Werden
eigen hoofden , de Kaitsjili ’s , Abdul ^ fcheidén”
Pifmol, Dagga ( halve broeder van Ma- geftyfr,
djira ) maar ook van eenen Lehut van om riet
Maflavoy, onlangs van Manipa tot hen tfekken
overgeloopen, om dat hy niet genegen
was na Ternate te gaan, geftyft, waar
onder een booswigt, Anachoda Douwlp, .
door Koning Hhamza herwaards gezon-
den, om zyn Sagoe-lchatting van Ceram
in tc zamelen ( hoewel hy zyn tyd niet
dan met fchelmftukken, moorden, en
vrouwen-lchenderyen op Aflahoedi, en
Boano, doorbragt, zonder verder naar
’s Konings Jonk eens om te zien) niet
weinig roeide, die zieh ook by dit ge-
ipuis op Kelang, om dat hy vreefde
voor
2.ÖI
vöor den Köning te verfchynen, bege-
ven had.
In’tjaar 'In ’ t jaar 164.6. begon Madjira y toi
1646. | dät hy ’t jaar te voren1 uit Ternate weder-
^ y ^ * g e k e e r t was, eeriige vonken van het
ka ’s vuile vuur, dät in zyn hefte • onder de alch
aanflagen fmeulde, en te gelyk ook nieiiwe blyken
breken van Koning Hbarnza ’s aanleg tegen ons j
^ 20 klaaf te toonen, dat' men geen reden
had, om , höe fyn hy oo'k Iqhynen'wilde,
daar meör aan te twyflfelen: want
buiten dat het nu uitbrak j dat hy voorleden
jaar, als al de Oiankajä ’s van Ca-
paha (met welke de E. Mäatlchappy
toen, gelyk nu nog, in een zwaren oor-
lög was) op hunne ftranden verzamelt
waren, om vrede te maken, hen door
heimelyke boden dat afgeraden had, zo
had hy hen nu dit jaar we^r fterk aan-
geraden, den oorlog zo lang, tot hy
weder in Teraate geWeeft, en ’s Konings
iaftr hier over verftaan ; zoü hebben, te
vervolgen} vermits het aan nög rtiim
tyds genoeg zyn zoude, om tot een vrede
te k om enw a a f uit dän bleek, dat wy
aan Koning Hbarnza, en hem, even
trouwö vrienden, ja beide tot Stöoke-
branden van dezen oorlog, en, onder
den naam van vrienden,. hen als adders in
onzen boezem hadden.
V7 roa Schöon nu die k r y g , door Capaba ’s
nieuwe verovering ten einde raakte, zo was men
taoeje- daarom niet t’eenemaal vän allen toeleg
lykheden der Temataanen tegen ons vry: want zy,
volgen. ¿jg cp Kelang Waren, en allenskens
Icheilen te willen aan de hand komen,
met zieh om laag neder te zetten, wierden
door den loozen Ridjali (waar van
wy onder Amboinä breeder fpreken) ten
eerften vervoert om weder na ’t gebergte
te vlugten j hoewel zy zieh in Decembef
weer van daar, teö getälte van drie honderd
zielen (waar onder wel honderd
weerbare mamien wären) na Loehoe lie-
ten voeren*
In’t jaar 1° ’t jaar 1647. braken de ilingze ftreken
1647 . vän Madjira al meer en meer uit, wanneer
Nieuwe hy ’t af komen van die van Ihamahoe van
ftaaltjens »t gebergte niet alleen tegenhield y maar
Madjira’s ° ° k die van Caibobo verbood, zieh ver-
'valfch- der tot het Chriftendöm te begeven.
heit. jn December des jaars 1(547. Zon£^
Kaitsjili Koning Hhamza Kaitsjili Sibori met vier-
Sibori enveertig Coracöra ’s (meeft uit de
herwint Xöeläfche eilanden byeeii vetgädert) ötn
Goron- >c voikryk dorp Görontalö, op ’ t eiland
Celebes gelegen, dn van hem afgevallen,
aan te taften, en weder aan zyn Kroon
te hegten j dog, Sibori, niet in ftaät
zynde om dit uit te Voeren, verzogt de
Koning vän de E. Maatfchappy twee
Jagten, waar mede hy dit dorp verover-
de, en daar grooten buit van Slaven,'.en
ändere goederen, maaktej waar van hy$
I . D E E L .
tot erkeiiteriisi honderd Slaveti aan de
E. Maatfchappy vereerde.
In den jare 1648 , in ’t begiri vanln'tjair
April 5 vohd de Heer Landvoogd de ^48.
Fläming *van Outshoom in Amboina het Sef^dca
Jagt de Griffiöen pp de Reede inet brie- Land-
ven van Koning Hhamza^ waar by hyy voogd
gelyk bevorens ; aan andereri, weSr vol- ^e. ^ a'.
magt aan dien Landvoogd gaf, niet al-
leen öm- zyn 'landen hier in zyri naam’te zyn Tol-
beftieren, maar ook öm zyri ToUenlcnte
voortaan te öntfangen, vermits hy oör- ontiailT
deelde, dät z yn ' Stadhouder^ Madjira
te flof daar mede te werk ging 5 behalven is mis_-
dat hy opk zeer misnoegt op hem was,' noegdop
om dat hy de nieuwe Coracorä ’S, doof
’s Konings laft op Kelang gemaakt, nevens
een vän zyne bywyven * volgens
zyn beycl'niet opzön’d.
In Mei des zelven jaars pverleed Ko- Zyn
ning Hhamza ^ de loofte van al de Ko- dooi:
ningen, die Ternate pit beftiert hebben,
na omtrent eenentwintig jäaren geregeerc
te hebben , zonder dat men Weet, o f hy
Moorieh o f Chriften ftierf ( waarom de
Priefters dök-noit voor hem bidden) Waar
op den Öden dier zelvemaand de Prins Kait-
sjiliTahoebd^ o^üdfte zoon van Koning Mo- Mandar-
dafar, met den naam van' fc^l/-,xL*. sjah ne-
Manlarsjäh ( o f Mandarfaha , zo de Ter- fwinti^fte
nataanen hem noemen,' ö f wel Af«»-Koning
darsjah,) tot negen en twintigfte Ko- van
ning väri Temate Zeer plegtelyk inge- Ternate.
huldigt is j over welke krooning des
Konings in Amboina ook: drie Chargies
met Musketten, en v y f Kanon-fchootcn,
gedaan wierden. Van Modafars drie
zoonen was hy .zekerlyk de, befte , een
ZCer goedhertig-, en minnelyfc Prins , die
waarlyk veel Koninklyke detigden bezat.
Niet lang hier' na vertrok de Heer De Heer
Caan den 3 1 ^ Mei uit Temate^ heb-Seroyen
bende den Landvoogd Seroyen' van daar Se^8r*
geligt, om zieh - op Batavia over eeriige £ e H
beiehuldigingeri te verantwoorden , en van
den Heer G'afpar van den Bvgaärde, on- Bogaardc
der den Titel van Prefident, voor eerft, twaalfde
en töt nader lall van hare Edelheden, ^and‘
als twaalfden. Landvoogd der Moluccos der Mo-'
aangeftelt. ’ luccos.
Ondertuffchen döed zieh In Afnböina DeTer-
den. i 1 den September Cen gefchil tüflehen nataanen
de Ternataanön, en Loehoeneezen, eerft reS^cn
by hunne wyveri begonnen , met zö veel moeite in
hevigheit op j dat, de eerfte töt Feite- Amboina
lykheden gekomen zynde, he't' opper- aan.—-
hoöfdvan Löehöe, de Heer, Simon Cos,
genoödzaakt was met Söldaaten ’er tuf*
lehen te komen, en- verder wegens. de ^os v .
ftoütheit dezer Temataanen aan den xockt'aaä
Stadhouder Mädjird te verzoeken , dat Madjira
z y , volgens ’s Köning lang gegeven.laft, hunver-
nu toch eenmaal naar Ternate verzonden
mögtert worden 5 waar toe Madjira geen
N a ooren