
i4 6 M Ö L
1613. De veritìaarde Heer, Apollonius Schot,
' , heeft ómtrent dezen tyd in ’t begin van
het jaar 1613. een verbon# met den Koni
n g van Boeton van wegçn dé E. Máat-
íchappy gemaakt, en daar, om denhan-
del voor ons waar te nemen, den Koop-
man, Gregorius Çornelifzen gelegt. Het
voornoemde verbónd is van dezen volgen-
dcninhoud:
ContraB , en eeuwig verbond,
gemaakt by den Commandeur
Apollonius Schotte, als lait
hebbende van den Heer Gouverneur
Generaal, Bieter
Both, uit den naam van de
Hoog Mögende Heeren Staten
Generaal der Geunieerde landen,
mitsgaders zyne Brine el.
Excellentie als Gouverneur
der zelver, ende de Heeren
Bewindhebberen , der.. Ooß-
Indifche Compagnie ter eenre,
en den Grootmagtigflen. Koning
van Boeton. ter andere
zyae. :
f-r^En eerften belooft de Commandeur
K 's E
landfehe Natie iets onredelyks, ßrekkende nSrjì
tot oneentgbeit, daar tegen beftondett, daar
Over van buòne compétente rechteren ge-
firaft werden. Van gelyken zullen de Mooren,
tuffdien 1 aan den Koning Böetön, _ uit den
ons, en naame voorfebreve., dat de Hollanders
den Ko- Zym onderzaaten ende land zullen helfen
W Ê b befebermn tegen alle invàfien, en zulte
in H vyanden, als hem of zyn land zouden ml-
1613. ge- len hefebadigen ofte bindetlyk fallen , en
maakt. zu¡len toi dien einde of de ßrand van des
Koninks onderzaaten twee boiwerken óf-
gemaakt worden, of de welke de Commandeur
voor eerft zal verzorgen vier ftukken
gefebuts met bun toebehoorenals ook eenige
Hollanders om de zelve te regeeren.
Ten tweeden belooft de Commandeur
den ftaat en den ftand van dit. Koninkryk,
mitsgaders zyne gelegenbeit, aan den Heer
Gouverneur Generaal voor te dragen,
meerder guarnifoenen verzoekeride ', tnzon-
derbeit dat met den eerßen een febif , ofte
Jagt, gezonden mögt worden na hier tee,
omme bet meer noodvscndige tot welßand
van beide de Natien te helfen verzorgen.
Ten derden, belooft by mode te interce-
deren by den Koning van IVlacafTar , ten
einde by dififtere van alle hoftilitéit tegen
den Koning van Boeton, ofte eenige zyner
onderdaanen , tot welken einde of 't ffoedlg-
ß e een Praauw met febryven aan den zelven
Koning zal afgevaardigt worden, en
zal men den Koning van Boeton be/cher-
men tegen alfe gewelden.
Ten vierden, zullen zy den Koning,
ende zyne onderzaaten, niet hinderlyk wezen
in hunne Religie, Politie, ofte Regeringe}
maar zullen, zo die van de Holu
zö ze iets tot nadeel van de Hölländ-
/cheri beftonden , y un den Koning,
ofte hunne competente rechteren, geftraft
worden.
Tèn vyfden, beloven zy. by' den grooi'-
magtigße Koning van T er nate te verZòr- '
gen , dat zyne onderzaaten den Koning
van Boeton, ofte.zyne onderzaaten, geen
over laßaandoen zullen, maar dat de Koning
van Ternate zyne zaaken by den Koning
van Boeton ordentelyk zal beregten,
7 zy. met gcauthorifeerde gezanten, 'ofte
door Miffive, met zyn Koninklyk Zegel
verzegelt , alzo bywylen des KonirigS
naam ende authoriteit van zommigen mis-
bruikt is geweeß.
Ten zefden, zullen de Hollanders, tot
geryf van beide de Natien, ten einde be-
quamelyker de Koophandel ende trafycq
mag onderhouden worden, met eTeerfte gelegenbeit
verzorgen ,. dat hier gebragt wopde
een goede quantiteit van Casges, ofte aridere
Koperc" üiunte , welke' mùnte, ofte
Casges de Koning 'belooft onder zyne gemente
gangbaar te doen worden naar adve-
nant de Realen van achten.
Ten zevenden, ;beloven de Hollanders,
7 Fort gemaakt zynde , den itilanderen
geen overlaft te doen, mede niet toe te laten,
dat eenige vreemde Natie, hier körnende
, den Koning,. ofte zyne onderda-
nen, eenigen overlaft doen zal.
De Koninklykc Majeileit voorzegt,
verklaard, en zegt mitsdezen de Holland-
fche'Natie hier geroepen te hebbenj om zyn
Koninkryk te helped be jehermen tegen zyne
vyanden, die- hem', '-ofte 'de inwoonders,.
zouden willen befebadigen, als mede om een .
offenfiven ende defenfiv-enoorlog .»ite voeren
tegen de vymden van. den. gmotmagtigen
Koning van den welken by
invrìendfcbdpendè eenigbeit za f cpntinuee-
ren, naar ouäer gewoonte, mitsgaders tegen
die de Hollanders hier omirent zouden
willen befebadigen, ofte binder lyk vallen.
Ten tweeden, belooft zyne Majeileit
de Hollanders te affifteeren op den togt
van Solor, die nu voorbanden is , met wel
gemande Correcorren. , Belooft mede zyne
Majeileit aan geen andere Natie eenigen
handel of traffyeque toe te laten, en zullen
de Hollanders,^; befchermers van dit Koninkryk
de preferentie gerieten.
Ten derden, belooft Zyne Majefteit *?»
prys te ft eilen op de Koopmaníehappen,
ende. vivres in zyn lapd vallende, welke
prys zal onderhouden worden, ende zullen
de Hollanders in dit Koninkryk mögen
gaan, ende komen, ende handel dryven,
zonder eenige tollen ofte fchattingen te
beta-
Z A A '
*613. î>étaM , en bullen de zelve op bet fendt van
Bôétbtt mögen za ai en, ende planten, ende
fun gewujftn gebieten in alle zekerheit ende
•vtyheit neffens Zytie oiiderzúáten, zonder
’ietfiand's tegenjpmkifn, ittWs dat zy zulks
Sen Koaiftg zullen 'te kennen geven. Hier
Iy vergant de Köftittg aan de zelve Hollan-
rders alle genot, en vrfbeit Van Zyne Reede,
■in havenen, omirent en bp V èiland van
Boeton gelegen, zonder dat inen bun daar
wer zal mögen molefteïefi , ofte iëts daàr
Voor pretenderen i maar belooft de Kötlihg
•cp de 'zetoe plaatze, des nbdig Zynde, alte
hulpe ende by ftand, ende dat ter cönfide-
ratie, dat de Hollanders, dit guarnìfoen
tot Zyn befeherminge onderhouden.
Ten vierden, om den Welftànd, ende 7
voordeel van beide de Natien op bèt profy-
telykfte te bevoorderen, belooft zyne Maje-
íleit van nu voùrtaàn alle zyne onderdanen
Ryft le doen zaaien, alzo daar inzonder-
heit veti aan gelegen is , om de Moluccos
tot welftànd te brengett.
Tèh vyfcien, om allé eenigbeit en vtìend-
fthap te onderhouden, óòk iwrèOhMén te
fchttwcn, behoft de Koning, en laat mits
dezen toe, dai de Soldaten, ofte alzulke
K E H %
mits dezen Verbinden tot een edwbnge vriend- 16*3*
fchap , 3 Götivferiatie, en Coitinliffife, en
■dat zy elkaftderen zullen geven f allen tydtn
adle hulpe, fkveut, en byftand na vermögenj
elk een tegen des anderens vyandetr, bet welk
in alkivoegen de Holländers, als ook zyn
Majeileit met zyne Vafällärs zullen verbon-
den blyven te onderhouden, en te preileren.
•Het zelve btiVenvtrbaaläe is onder vetbin-
tenis van geltbuwigbeit, Oere, en woord,
die wy beide God, en onzen evehnaallen,
fthuldig zyn. .
11 I perzoonen, die van wegen de Holländers
Aldus gedaan VoOr Boeton , opde fran’d
Sen yäeh JaftUary in 7 jäar töi j .
in dit Koninkiyk zoude mögen blyven,
zullen mögen Hyliken met vrye vrouwen,
ofte dochteren van zyn Koninkryk, welke
niei zal belet worden het Chriftén geloof
aan te nemen} als mede dat die Hollanders
bier nevens andere Koninks onderdanen
vermögen Slaven en Slavinnen te koopen.
Eenige Slavèn van denKoiling, ofte zyne
■onderzaaten, by de Hollanders komende,
zullen zy de zelve gehouden wezen Wedet-
omme te geven, ofte. i/fel den eigenâat te
accorderen : en zo eenige SlàVén bah de
Hollanders weg gekpen zynde, door de
Boetonders weder omme gebtagt Wotdeti,
zal daar voor iedir maal gegeven Worden,
naar ad venant, àat zy koften, te weten
van de twintig Tanéttes, twee, ende Van
de tien, een. Van gelyken zullen de Boetonders
doen, zo eenige van bun weggelopen
r Slaven door de Hollanders weder gebragt
worden.
Ten zefden, belooft de Koniiig aah dte
van Banda fchriftelyk te ontbieden, hoe by
tnet de Holländers een eeuwig Contraöi en
verbond gemaakt beeft, de Zelve Batida-
neezéti mede tot een vafte vrede, ende Vit-
bond vérmanende, en ingevalle de zelve
Bàridatieezen tegen de Hollanders quamen
te oorlogen, zal de Kotting zyn broeder
met alle zyn onderdanen, die by op Batida
¡beeft, t*buis ontbieden.
Alle de voorverbaalde artykeléti beloven
de Hollanders, mitsgaders degrootmagtige
Koning van Boeton, ende zyne geallieer-
de vrienden, en Vaflallen, te onderhouden,
en te doen onderhouden, waar toe zy zieh
Onder ftond,
Apollotiius Schotte;
het merk des Kortiffigs
vafiBoetön.
Di« lag dâfl de Kaftîliâati tëgefi ofts',
eil de gfcveihsde Tidore^ van jäar tôt
jaar rtiaaf wattemotrett, tti tihhiebtik-
kelyk tiret die vrèèflelyfce vloot te drei-
gen, zonder dat men yitiand van htih
opdagen zagj o f zonder dat ’er irt eé’n
jaar o f twee ook iet aanmerkehswaardig
in dé Moluccos vöprviel j dan dat Pieter
van den Broek, van Antwerpen, de eet-
fte grondvefter van den handel van hét
Roode Meir, als mede in Stiràttèj en
Perfiën, doot deti twéedén NëdeVîând- Gérard
fcheti opÔèi-Landvoogd Van Gtoil-Îndîën, Reinft
den Heer Gérard Reinft, met het fçhip
ôud Zeëlàhd, iti gékelrchap vàti, den ver- Land-
maarden Zèevoogd StéVeti VUn det Hàgéti, voogd
iti Mai desjaars 16 i f . iiit Bâtida nâ Ter-
tiäte gezonden wierd, alwaiàr ty d'én *
ifteii Jûtiy voôr W veïling Orangie tén
anker qtiamen, en als tWéede LatidvôoMl Zee_'
der MoltiCcos den Heér LàUrétis Reàal, voogd
iti dàt zelve jâar aldaât tôt dît ampt vét- van der
heven, vondett : Want zedert de Hcer me°Pic_
van Caarden ’s gevankenis wäs ’t beilier tcr van
ondertuflehen door den opfcr-LandvoogB den
van Indien de Heer Both hier, ten diéh “ «««
tyde de Setei der Indifche H'öbge Rege- taccos by
ring, waargenomen. den der-
Na dat van den Broek hier eenige
dageh gelegen had,
Kööpffläti over op ’t fchip Middelburg, de Heer,
om de eilandert Mötir eft Bätsjan van Reaäl.
het tiöödige te voorZien. Öp het-laatile Verrig-,
eiland Uelde hy ook als hoofd den opper- M l
Köopman, Barthoîomèus van Spilbergen,
aan, en vertrok in die zelvé maand Mai
vati daàr nä Bäfltam. -T
Den Maart, in ’t jaar ifiro , Til -,¡a, r
quam in Ternate, door de Straat Mdgellancs,
deberoemdfe Zeevoogde ÿWsà'dKjqtisran
f Sfblbtrgi», na dat hy de StadPayta vrt