
i& 4 M O L
1516. en vooraad gezien, Korrea. na Banda
Garfias gezonden, en ondertuffchen geen ontzet
maakt ter wéreld gekregen had} merkte hy. wel,
met den hem niets minder, als oorlog, geleek.
Koning ^Derhalven befloot hy vaftelyk de zo me-
van Ti- nigmaal door/den Tidorees verzogten, en
dorè. Jhem nu zo djenftigen vrede aan te nemen,
en den oorlog te eindigen.
Tarru- De onder-Koning, Tarruwefe, kreeg'
wefe tragt daar zo ras de lugt niet af, b f hy ftelde
^ te . alle middelen, die hy bedenken kon, in
’tw e rk , om een ftok in ’t wiel te fteken>
aangezipnhy te gemoet zag, dat deze
vreae een zekere grond van zyn onder-
gang, zo van de zyde der Portugeezen ,
als van die van den Koning van Tidore,
ftond te werden.
De vrede niettegenftaande ging de vrede
werd ge- tuffchen den Landvoogd, enaien Koning,
flöten,en door, en wierd op zeer billyke voor-
weftU' de waar^en > tot ieders genoegen, beveftigt;
dogter maar om Tarruweje evenwel eenig genoe-
van den gen te geven, en zieh van alle vreeze
Koning voor, hem te ontlaften, vond de Koning
dorè ten van Tidore geraden, hem een van zyn
huwelyk dogters ten huwelyk behendig te laten
gegeven. aanoieden, zig verzekerende, dat hy daar
door ten vollen op hem zou korlnen ver-
. trouwenj daar hy anders altyd nog in
vreeze voor een nieuwe uitberfting ten
oorlog, door aanhitzing der Portugeezen
tegen hem, bleef.
Kaytsjilt Tarruwefe quam dit zo ras niet
te voren, o f hy vond dit huwelyk voor
hem Zo dienftig, dat.hy geen zwarigheit
inaakte, het ten eerften te fluiten 5 maar
de Landvoogd ondertuffchen vond dit
voor zieh zelven zo gevaarlyk, en van
zo quaad gevolg, in ’t toekomende 3 dat
hy het met al zyn vermögen ( hoéwèl te
vergeefs ) tragtte om ver te ftooten.
Dat Gar- Wanneer hy dan zag, dat het zo niet
fias tragt gaan wilde, wendde hy ’toycr een ande-
omver te ren boeg. By ’t verdrag tuffchen hem,
00 en. en dien Koning, was beengen, dat die
vorft hem binnen ¿es maanden, al ’tg e -
nomen en aangehouden geichut, en andere
dingen, weder leveren zou. Die
ü K S E
•genoegen te können geven) dat hy hem
een ervaren Arts geliefde te zenden, en
dat dit de grootfte dienft was, dien hy
hem zou können doen 3 vermits hy anders
geichut liet hy , fchoon de tyd nog niet
om was, van dien Koning, met deze
bedreiging, afvorderen, dat hy, zo dat
niet aanftonds aan zyn afgezondenen ge-
levert wierd, zig dan aan ’t verdrag niet
langer houden, maar den vrede breken
zou 5 een eifch, die waarlyk zeer onbil-
lyk was.
De Koning, die ten dien tyde ganfch
niet wel te pas, en in geen ftaat was,
om daar order op te ftellen, verzogt met
veel bcleefdheit, dat de Landvoogd
hem maar zo lang uitftel, tot hy een
weinig beter was, geliefde te geven 3 .
daarbeneven bad hy hem- ( om te eer in
een beteren ftaat te geräken van hem
door zyne ziekte niet bequaam was,
om order tot het fpoedig wedergeven van
’t geèifchte te ftellen.
Garßas Henrik ftond dit verzoek: van Garfias
den Koning toe , en zond hem eenen do,et den
Arts5 maar die in laft had dien vorft te ^oṇg
vergeven s gelyk hy . dat kort na zyn | | | § g ;
komft aldaar zeer behendig3 dog niet geven.
min oneerlyk, aan een Koning 3-die zyn in’t jaar
verdrag in allen deelen tragtte na te ko- 1527.
men, uitvoerde.
Dit zo trouwloos en fchendig uitge- Doet2
voert zynde, liet hy aan die van Tidore, nen.eifch
die nu midden in onuitdrukkelyke droef- vemieu-
heit over de dood van hun Koning zaten, wen<
den1 vorigen eifch j niettegenftaande hy
wel w ift, dat het hen onmogelyk was
dien te voldoen, weér op nieuw met de-
zelve bedreiging voorftellen.
De Tidoreezen gaven hem weder een *t ßillyk
billyk antwoord hier op, en verzochten antwoord
dat hy hen maar zo veel tyd wilde gun- der
nen, dat zy hunnen Koning zouden be- doreezcn*
gjaven hebben, en dat zy hem dan ’t
geichut, en verder geeifchte, zouden
leveren. H y , in de plaats van met dit
redelyk antwoord zig te vergenoegen,
zond zyn Soldaten , zonder ergens agt
op te geven , derwaards, ondér eenen
Ferdinand Baldajo, die, zo ras hy voor
Tidore gekomen was, voor ’t laatft
quantfuis dien eifch nog eens vernieuwen
het 5 en fchoon hem geantwoord wierd ,
dat al de Mantri’s, en Raden van den
pverleden Koning bezig waren om een
nieuwen Koning tekiezen, om hem alzo
tc fpoediger te vergenoegen 3 zo viel hy, Nidore
zonder langer te dralen, maar op de neer- aangetaft
flagtige ftad aan:, dreef de ingezètenen, en ver-
die .zo trouwlozcn vrede-breuk van de '3rand-
Portugeezen niet verwagtten, zich ook
derhalven.. ’er ganfch niet op gewapent
hadden, ten eerften op; de vlugts en ftak
de ftad overal aan brand.
Zy bragteri wel zeftien ftukken gefchut' *t Geen
te rüg, maar de. eeré, die zy van dezealdeom-
Godlooze fchelrnery by de omlegeende ,e88ende
Volkeren hadden, was zo klein, dat het do^om-
hen by alle de zelve zo verdagt maakte, zien.
dat niemand van hen Zig meer op de Portugeezen
wilde -vertrouwen , uit vreeze
van even trouwloos, als die van Tidore,
gehandelt te zullen werden.
Onder deze was de Koning van R •
Batsjan geenzins van de minile, en een wer{i
van de eerfte, die hen uit zyn land :deed hen
vertrekken. ontzegt.
Ondertuffchen was de toekomende
Landvoogd , Georgio Menefez^ . terwyl hy
zyn reize na de Moluccos vervolgde,
door
■ door tegenfpoedige winden, en verlei-
Z dende ftroomen, in de Papoefehe eilanden
,0ekV. vervallen, en genoodzaakt daar tot het
mende kenteren van ’t Moefbn (-’t geen in Mei
Land- iezv. zyn zòu) den tyd van zes maanden
«flcr-iang, zonder dat men iets van hem ver-
nate vèr-nam , te bly ven. .
valt in de
Papoeiche
ei-
. landen.
op tir
‘dore.
Omtrent dezen tyd waren er niet al-
leen. gerügten van Spaanfchc fchepen in
de Moluccos, maar men vernam in den
beginne des jaars 1 y27.b y verfcheide in-
gekomen berigten, dat het fehip Victoria
( waar af bevorens gefproken is) niet al-
leen in Spanjen welaangeland, maar dat
’er in den jare i f 2.f s in September, dóor
Van vyf Karel weer een nieuwe vloot van vyf
Spaanfche fchepen äfgeveerdigt, en van ^ie
fchepen maar een eenig fchip, door de ftraat
kòmt van Magaliaan , onder den höofdman
Kaikefe Martyn Ignatius Karkèfe, met omtrept
“ ’ drie honderd mannen, omtrent Tidore in
January des jaars 15*27. gekomen was.
Zo ras- had de Landvoogd , Garßas
Henrik, dit niet vemomen , o f hy zond
Korrea af, om nader berigt daar af tc
krygen 3 die gehoort hebbende, dat het
niet dan al te waar was, vaardigde Garfias,
Manuel Faucon , in gezelfchap van Kaytspli
Tarruwefe, af, met eenige vaartuigen,
vqI volk,en een brief aan den Spaanfchen
hoofdman, die, zonder de Portugeezen
te vreezen, hen zyn ganfehe magt wel
te degen liet ziens en eenige dagen. daar
aan op den ; brief antwoord aan Garfias
zond3 beheizende, dat hy aldaar uit laft
van zyn heer en meefter ( die . mt kragt
van, Magaliaans bezeiling en. ontdekking
der Moluccos van ’t Weften , der zelver
heer en gebieder was) aangekomen zynde,
bevond, dat de landdn, die zynen
vorft by de laatfte zitting en uitfpraak
daar over onwederfprekelyktoe- , enPor- 1
tugal tegengewezen waren, niet alleen I
tot nog toe door de Portugeezen bezeten
wierden 3 maar dat zy zieh ookvcrftout
hadden, het volle te dooden, de goede-
ren , door de Caftiliaanen op Tidore gc-
laten, weg te rooven, de llad Tidore,
aynde de hoofdplaats van hun meefters
getroüwen Bonagenoot, te verbranden,
en op ’t land van Ternate een vefting te
bouwen, even o f zy tot aUe dieverng-
tingen groot regt hadden. Derhalven
wifie hy weten, om wat redenen de
Portugeezen dat gedaan hadden 3 daar hen
by de komft der vorige twee fchepen,
voor Tidore, genoeg gebleken was, dat
zv de Moluccos niet van.n Ooiten,
maar van ’t Welten ontdekt, en daar
door, volgens uitfpraak van Paus Alexander
den zesden, een onbetwiftelyk regt|
daar op bekomen hadden.
De Landvoogd der Portugeezen zfflde
Van de bellifling vsn datgelehil tuflehen
Hy
jnaakt
Garfias
de reden
van zyn)
komft
bekend.
hun beider meefters niet anders te weten, ijit.
dan dat de Moluccos, ten voordeele van Gnfias.
den Koning van Spanjen, door Spaanfche brtnopt
Minillers, en alzo door zyn eigen onder- womij_
danen, die hem niet dorften .tegenfpre-
ken, toegewezenj maat dat de Portu-
geezen, die'daar over. zaten, van cen
geheel ander gevoelen waren.
Dat ook hy zieh na den laft van zyn
Koning, diens onderdaan hy was, ge-
dragen had, en voortgaan moeft de Moluccos,
als landen, toebehoorende zynen
Koning, zo lang te behandelen¿ tot hem
van den zelven bevel, om die als landen
onder ’t aandeel des Koninks van Spanjeri
aan te merken, zou worden gegeven.
Dat hy yvegens de voorgegeve quade .
behandeling van hunne lanagenoten, op
Tidore gelaten, en wegens de gerootde
goederen, niet anders kon antwoorden,
dan dat hy met hen volgens ’t regt des
oorlogs geleeft had , en wel op zoodaru-
gen tyd, als hy genoodzaakt wierd zulks
te doen, wegens vooraf• gegane quade
bejegeningen, hem door den Koning van
Tidore, en zyne Bondgenoten, gedaan3
daar byvoegende, dat hy als Bondgenoot
van den Koning vari Ternate , even zo
zeer gehoude’n was hem te helpen-, als de
Spanjaarden den Koning van Tidore , als
hunnen Bondgenoot, raeenden te hebben
moetenbyftaan. Wegens’tverbrandendef .
ftad, ’t rooven van gefchut en andere
goederen', öbk, ’t bouwen van een vefting
op Ternate, was ’t eerfte een. regtveerdi-
ge wraak op den Tidorees, hun' vyand,
over den moord vari zo veel Portugeezen^
het andere maar een billyke. T e j É | Ì 7 ’
vari ’t ‘geen de Tidoreezen by dien metord
hen zelf ontrooft hadden 3 en ,-' betrefTen-
de de vefting, dat de överleden Koning
van Ternate, en na zyn dood de Konin-
ginne, welker land dit was, hen daàr toe
volkomen magt gegeven hebbende, niemand
anders daar over reden'van klagten
hebben kon.
Eindelyk dat zy hunne makkers, op
Tidore gelaten, als broeders gehandelt,
en op een vriendelyke wyze met hun
eigen fchepen, ten tyde dat zy ’er zelrs
geen hadden, eerft na Indien overge-
voert, daar na zelf in - Spanjen gebragt,
en alzö niet minder gedaan hadden, dan
dat gene, ’t welk men hun zo onregt-
veeraig na gaf. . } . ' j t *
Hy verzogt hem derhalven, dat ny
gèen ftaat wilde maken, om aldaar t e .^
bly veri, of zieh van Speceryeri t e v o o g ^
zien, aangezien hy hem dat zou moetert
belettenj volgens de laft, hem van zvn
K o n i r t g toegezonden 3 en dat hy, als dat üreigt
in der minne riiet gaan wilde, hem door span-
I oeweM zou.moeten dwingen maar wil- jw g«»
de hy goedwiflig by hem in zyfl vefting
1 1 0 X 3 ,s r komen,