
t iJS.
Ultne-
mend
voordecl
der E.
Maatfchappy,
by deren
dienft
van de
Vlaming
genotcn.
Den ¿4flcn dier maand aan Makjan ’s
ovcrkuft in ’t bogtje Gila gekomen zynde,
"wierp hy omtrent Tocheo het an-
ker, ontbood daar al de Orangkaja’s van
dat eijand by zieh, en ging met hen een
verdrag over ’t uitroejen, en niet weder
aanplanten, van hunne Nagelen aan,
waar by zy beloofden, die zelf om te
flaan, en niet het allerminfte Nagel-
fpruitje over te laten, mits dat zy daar
voor, volgens ’t verbond, in ’t jaar itff 3*
met den algeineenen Landvoogd, Karel
Reinierszoon, gemaakt, zo zommigen
willen jaarlyks, dog zo andere willen
maar eens vooral een fomma van vy f
duizend Ry ksdaalders genieten zouden, op
die voorwaarde, zo de Muiters zieh op •
Boerö by Calamatta onthoudende,binnen
een jaar en zes maanden na den 2yften
dezer tot hun wettigen Vorft, en de E.
Maatfchappy, wederkeerden; maar, ’t
zelve binnen dien tyd niet gefchieden-
de, dat zy dan maar de helft hebben
zouden; mits dat die penningen daar na
onder den inländer na mate dat yder by
zyn Nagelen verloor,. hoofd voor hpofd,
verdeeld mögten werden; om toe welk
werk hen te meer aan te moedigen, hy
s hen voor de moeite, om die boomen om
te kappen, nog v yf honderd Ry ksdaalders
in ’t byzonder beloofde; ’t geen zo
veel uitgewerkt heeft, dat zy dit gewig-
tig ftuk werks voor de E. Maatfchappy
in twintig dagen volkomen uitgevoert
hebben; terwyl daar in de Moluccos nu
nergens, dan alleen op Tidore, Nagelen
waren, die nogtans in een ganfeh jaar
niet boven de tagtig Baharen beliepen,
en pas maar een zeftiende deel van de
Nagelen, die de E. Maatfchappy jaarlyks
inkoopt, uitmaken konden.
De onkoften, by de E. Maatfchappy
over dit omkappen der Nagelen gedra-
gen , waren zeer gering, in vergelyking
van ’t geen zy anders jaarlyks, en zonder
einde, niet alleen wegens den inkoop der
zelve zou hebben moetenbetalen; maar
daar beneven was d it, te regt aange-
merkt zynde, 00k geen groote laft, als
men maar eens overwoog, hoe veel
onkoften van zo veel bezettingen, en
fchepen, tot het weren van den fluik-
handel noodig, zy daar by uithaalde,
d ie , by ’t. intrekken van verfcheide
bezettingen in de Moluccos alleen,
meer dan een tonne Gouds jaarlyks
minder zouden zyn. Waar uit dan
blyk't, hoe groot een dienft de Heer da
Vlaming, met dit zyn bereikt oogwit
van ’t uitroejen der Nagelen in de Moluccos,
de E. Maatfchappy gedaan heeft,
vermits zy anders, volgens het verbond,
verpligt was jaarlyks die voor een zeke-
ren prys aan te nemen; ’t geen haar nu
al zo veel Millioenen voordeel, by ’t 16$$.
uitwinnen van den inkoop der Nagelen,
en *t miflen der bezettingen aldaar,- gedaan
heeft.
Na dat hy dit nu zo op Makjan;beftelt vlaming
had, is hy met den Koning na Xernate komt
voortgezeilt', alwaar zy den 2Öften aan- j?et ^cn.
gelanat zynde, zo heeft de' Veldheer .
den Koning Mandatsjah ten: eerften in en wat *
tegenwoordigheit van al de Temataan- hy daar
fche welmeenende Rvks-grooten op de verriSt*
groote Zaal in de vefting Orangie wedr
doen voorftellen, daar nevens te gelyk
00k een gefchrift voegende, waar by al
de Muitdingen, die gedurende dezen
oproer zieh tegen den Koning weder-
fpannig gedragen hadden , uitgenomen
den Prins Calamatta, Kimelaha fticot
mitsgaders nog zeven o f agt voorname
Belhamcls, vergiffenis van alles toegezegt
wierd; maar aangezien zy hertnekkig
gebleven en niet opgedaagt zyn, zo heeft
ae E. Maatfchappy daar by nog vyfen-
twintig honderd Ryksdaalders,-(t’t zy
eens, ’t zy jaarlyks) gewonnen, die zy
anders gehpuden was aan de Makjanfche
Grooten nog te geven, indien de Muiters,
volgens de aangebodene vergiffenis,
binnen den bepaalden tyd tot ons we6r
overgekomen waren.
De Verradcr Soegale, door de Vlaming Soegal«
mede genomen, wierd egter niet verf werd
fchoont; maar nevens eenige Schelmen gekriit
ter dood gedoemt, en gekrift, o f met
een gevlamden Pook dood geftoken.
Terwyl de Heer de Vlaming in Temate Vlaming
was, kreeg hy luft, om dat eiland eens
rond te fcheppen, en het dus van alle
kanten, maar voor al om 00k de veftin-
gen der Kaftiliaanen te bezien.
De Landvoogd van Gamma Lamma, Werd
hier van door den een of den ander kennis (*en
gekregen hebbende, nam hem waar, en uaanr
ondenchepte hem niet verre van zyn fchen
vefting, verzoekende, dat hy hem de Land"
eere geliefde aan te doen, van daar eens Qn^nst
aan te gieren, ’t eeen hy, na fterk aan-
houden, 00k deea. Hy wierd zeer deftig
van hem onthaalt, en tegen den
avond door verfcheide Don’s , en Predik-
heeren, aldaar, onder beloften dat zy
hem in de vefting Orangie weer zouden
komen zien, uitgelei gedaan, alwaar hy
dien Kaftiliaanfchen Landvoogd, met
zyn gezclfchap, drie dagen daar na weder Dien hy
zeer wel ontnng. By zyn aanwezen op we^r
Gamma Lamma bezag hy naauwkeurig ont al(1,
de werken, en bevond die beter in allen
deelen, dan onze vefting Orangie, en
zelf onwinbaar , ten zy dat men het
( waar toe men veel moeite hebben zou)
uithongeren kon. rf
Al ’t noodige dan hier verrigt hebben-
de, nam hy van den Koning Mandatsjab; Amboi-
en na.
. den Heer Hußaart, affcheid, beväl
hen den Tidoreefchen wapen-ftilibnd tot
nader laft fiepende te houden, en vertrok
met drie fchepen, en twee Sloepen na
Affahoedi, op Ceram, daar hy den zzftca
July quam.
Hy meende dat met het veroveren
van deze plaats op den ipden July de
oorlog zou ten einde zyn ; do g , de
Muiters we^r na Calike, een dorp wat
agter Erang gelegen, gevlugt zynde,
wierd hy genoodzaakt, 00k dat te be-
legeren, aangezien, volgens berigt van
den Priefter van dit dorp, de Zeevoogd,
Kaitsjili Saidi, met de meefte Macaflaa-
ren na dat akelig gebergte gevlugt, en in
dat dorp zieh 00k onthoudende waren.
P ic 2t Deze Priefter had zyn handen meer,
Saidi gc? dan eens, met Nederlands bloed bezoe-
Vängcn. delt; dog ziende, dat de zaaken der
Mpiters ten einde liepen, en zelf 00k dit
vlugten van ’t eene gebergte na het aridere
moede zynde, zogt hy zieh döpr
een aanmerkenswaardige daad weer iri
onze gunft in te wikkelen. Hy bood
dan , zo meri hem zyneri afval vergeven,
en in genade we6r aannemen wilde, aan,
ons den hoofd-Muiter, Prins Saidi, in
handen te leveren. Het was een löoze
Moor, een meineedige Schelm, die niet
Veel te vertrouwen was* en dcrhalven
zeer örrizigtig riiaeft behändeid worden löjji
Maar vermits hy zieh zelven tot Gidze, ,
en zyn zoon tot onderpand van zyn
trouw ons aanbood, vönd de Veldheer
goed dit ftuk (hoewel niet buiten veel
gevaar Voor onze troepen, om dat be-
kommerlyk en fteil gebergte öp te gaan)
hartvogtig, ett örrizigtig te wagen;
De trouwlooze Priefter, die daags te
voren Saidi op den Goraan nog trouw
gezworen had, hield ons trouw, en
maakte, dat wy den yden Augufty niet f
alleen die plaats in , maar 60k Kaitsjili
Saidij met zyn vrouw, en zoon, ge-
vangen kregen. Wie zal meineedigen
betrouwen ? De Priefter zelf was met
onzen voorttoep den berg öp gevoeteert,
eil kreeg het geluk, van den Prins Saidi
oriVoorziens by den krop te krygen, vän
gedagten zynde, hein zo levendig aan
öns, volgenfc zyne belofte, dver te leveren;
rhaarj de een den anderen te
fterk in ’t wörfteien zynde * zou het met
dien Himarri, o f Priefter, zeer liegt zyn
afgeloopen, vermits Saidi, en vry gezet,
en fors rilan, Hem zo wel gevat haef, dat
het hem na allen fchyn in een oogenblik
’t leven geköft zou hebben ; aog hy
wierd doot een diepe kap, die een
der Soldaaten den Prins in zyn linker
been toebragt, gered * waar door zy
beide