
t í ü
t ó $ M O Ü K
i Mi- ü
Ü
Vjz7¿ zynreisgeriooten te können dry ven) op te omirent dezen tyd teflerven, èn Ferdb
Menefez
•tend
Vafeo
Laurens
in zyn
den
welke de
Portupronken,
dpt hy Menefez bewoog een
ander in zyn plaats längs dien weg te
zenden, om te zien ö f men daar mögt;
handelen i maar die handel wierd door
een gering en bclagchelyk voorval, met
order om uit dat eiland te moeten ver-
trekken, afgefneden.
Hy had eenen Fafico Laurens met een
Corracor derwaards afgevaardigt, die by
zyn aankomH op Borneo de vriendfehap
van dien VorH der landHreeke, daar hy ’t
Jlaafsna vooranker zette, verzogt, en om die te
Bornéo, eer te winnen, hem eenfehoon Tapyt,
waar in ’t huwelyk van den Koning van
Belagche- Engeland net verbeeldt was, vereertj
lyke re- over welke gift hy zo veel nadenken en
quaad • :vern)Qeden op de Portugeezen
kreeg, dat h y , zo veel beeiden daar in
ziende, vreeßie dat de Portugeezen door
dit Tapyt een aanflag op zyn land had-
den, en ’t zelve door hulp van alle die
beeiden, die hy oordeelde, dat de Portugeezen,
als .zy maar wilden, levendig
tooveren konden, zouden overrompelepi
Om zieh van dit gevaar nu te bevryden ,"
oordeelde hy zekerfl, de Portugeezen tc
doen vertrekken, en hun zyn land te
ontzeggen.
Schoon nu Menefez, Gar fias voorby
gegaan, en een ander in zyn plaats ge-
zonden had, was dit egter niet na zyn
zin, en h y , om dat de Landvoogd die
zaak niet maar had laten varen, zo moe-
je lyk , dat hy van die tyd af hem een
quaad hert toedroeg.
Hier by quam nog, dat Menefez eenen
I Manuel Faucon, die, onder Gar fixas, Ka-
m m ftelein van de veHing geweefl was, af-
Menefez zette, en die plaats aan een ander, vol-
hertroe? ° ens l Ä van Gn Malakfen Landvoogd,
gafj waar pver Faucon eigentlyk geen
reden van klagte tegen Menefez, had , maar
dit nogtans heimelyk qualyk nam , en
maar wachtte na gelegenheit, om zieh daar
over te wreeken.
O f dit nog niet genoeg was, zo ver-
k|aarde zieh de Koning van Gilolo ook
openbaar tegen de Portugeezen, op voor-
gèven, dät zy ’t verdrag, met den over-
loeaanr" ^ e n Koningvan Tidore aangegaan,niet
de Por- hieldenj waar op dan ten eerHen eenige
tugeezen. uit vallen op de Portugeezen en Ternataa-
nén (hoewel meeft uit hinderlagen) over
en weder gefchiedden. Dit egter zou
nog zo Veel niet geklemt hebben j maar
de ongemakken die hy zedert met de
Spanjaards, en ook daar na met Garfias
Henrik ,weêr op nieuw, kreeg, bragten
Katkèfe ’s Iiem *Q noS :grooter ongelegenheit. Hy
dood. tot dus lang met den Spaaplchen
hoofdman Karkèje in vriendfehap (hoewel
’er *t regte vertrouwen op m alkanderen
niet was) geleeftj maar hy quam
Manuel
"Faucon
draagt
De Koningvan
Gilolo
verklaart
nand de la tour, volgens gemeene goed- Fcrdi-
keuring der Spanjaards, in zyn plaats als nand de
hoofd te volgen. la Tour;
Dit was een man, die van een gehcel gSifH
anderen geeft gedreven wierd, en die niet zyiTpiaat»
anders zogt, dan de zaaken tot een ver- gekoren,
wydering, en breuke van ’t beftand,
gelyk kort na zyn verheffing bleek, tc
brengen.
Menefez de dood van den eenen, en de
verkiezing van den ¡anderen, verftaande,
liet dit nieuw hoofd alle bedenkelyk heil
over zyn aanftelling wenfehen, en hem
in der minne voordragen, ofhy niet genegen
was het beiland op de vorige wyze,
tot uitfpraak van hun beider meefters,
te houden, en o f hy daar Haat op ma-
ken kon.
La Tour floeg dit af, zeggende dat hy Breekt de
zieh niet gedroeg aan ’t geen zyn voor- vredemet
zaat in ’t bewind gedaan hadj maar dat de Portu*
hy weten moeft, wat hy verantwoorden 8eczen-
kon. Hy was wcl genegen vriendfehap
te houden} maar alleen op die voorwaar-
de, dat de Portugeezen de Moluccos
ruimden, en die aan hem voor zyn mee-
fter overgaven. Dies Was dit weer een B t •*
openbare oorlog tuflehen die twee Na- zelen ten
tien, en yder van de hoofden deed zyn oorlog
bell, om zig daar toc te vervaardigen, jan^e".
en om malkanderen ecrll te können over- y n*
vallen.
Ten dien einde deed La Tour een Ga*
ley, ofgroot fchep-vaartuig, timmeren,
om met meer voordeel de Portugeezen
van naby te können aantaflen.
Menefez oordeelde, zo haall hy dit
vemomen had, zeer noodig , dat hy,
om de Spanjaards te beter waar te nemen,
ook zulk een vaartuig maken liet, en gaf
derhalven aan al de timmerlieden lall,
ten eerilen daar aan te vallen, enalhet
ander werk te laten Haan. Onder deze
nu waren ’er eenige, die aan een vaartuig
voor den ouden Landvoogd Garfias Henrik
gewerkt, en op lall van Mendfez dit
gellaakt hadden.
Garfias had zo ras niet vemomen, dat Moeite
zyn werk fleken bleef, o f hy liep naar tuflcken
flrand, om te zien waarom. Zo als hy Menefez
daar quam, vond hy zyn volk mede aan Jn Gar*
dit nieuw roei-vaartuig werken, en Me-
nefez ’er by Haan, om het te meer voort
te zetten.
Hier over vber hy geweldig tegen
Menefez uit, en vraagde hem, wat reden
hy had, om zyn volk van zyn werk, en
van ’t lpoedig vervaardigen van zyn vaar-
tuig tc nemen j waar op Menefez hem
met belcheidenheit antwoordey - dat de
dienll des Konings vereiiehte; dat ’er
fpoedig een G a le y ,o f roei-vaartuig,
klaar gemaakt wierd, cn dat h y , om
door
z m A K. E N'. \ 6ç)
deror den vyarid niet voorgekomen' te
worden, maar zoveel timmerlieden, als
hy bekomen kony byeen gefchraapt, en
alzo de zyne ’er ook bygevoegt had.
, <• Hier tegen; lloof Garfias we£r niet
~ r weinig op, eh bragt in , dat zyn volk,
-i aan zyn vaartuig arbeidende*, ook ’s Ko-
nings dienll waarnam , en dat het Menefez
f f niet toequam zyn volk zönder zyn ken-
i n i s van ’t werk te nemen’, om hem .zo
veel te langer van zyn reize op te houden,
en maar ipyt aan te doen 5 dierhalven zo
wilde hy zyn volk wederom hebben, en
de.ander hem het niet geven.,
- • Deze wborden over. eii weder, liepen
zo hoog, dat Menefez^ deze Hegte be-
jegening van Garfias niet länger könnende
' yerdrägen,; door haalligheic hem eenen
dolzinnigen Sot noemde, ’t geen Garfias
ZP euvel opnäm j dat hy zyn degen trokj
Menefez zeer vefagtelyk uitdaagde, en
hem fveel fcheldwoorden na ’t l y f wierp.
Deze eh gene byllaanderi bdetten, dat
het tot vordere dadelykheden qüam j ter-
wyl Garfeas-zM verwinnaar na huis trofc,
daar hy nog meer door zyn vicyers-tegen
Mßttefez opgezet wierd.j ¿ i
Aan de andere zyde„vwaren .Menefez
, vrienden , en ook. veley/die, pnpartydig
Wären-, van oordeel, dac ’.Menefez Garfias
.. . nifet-eerll heledigt j: ;maar dat ’s Konings.
: dienll; vereiieht had ,f dat; hy zig" van dat
werkrvolk voor dien ty’d b.ediende , dathy
• als Landvoogd die magtü' en Garfias daar;
in niet te kennen had.-Dat derhalven
die daad. van Mdnefiz. aan> Garfias geen reden
van .hem. qualyk te bejegenett gege»
ven j maar dat Garfias in tegendeel 55 metr
het trekkeri van zyn degeh tegeri den Land-
vopgd als. tegen een gering perzoon,
fware llraf ten fpiegel van anderen ver*
diend had*, en dat-,i ingevalle hy dit; niet
£ fträfte,andere oproermakers dit quaad vobr-
beeld wel ligt mogten liavolgen, o f hem
yoor een lafhertig Landvoogd uitmaken.
Menefez 1 dit wel over wogen hebben-.
doet0” de, bevatte., dat ’er dit klaar in lag, en
Garfias gaf aanftonds la ll, dat Garfias 'm de
hch ge- yefting ltomen om zieh gevangen te geven,
tevfn11 o f dat; hy hem daär tpe dwingen zou.
Dit':verbitterde Garfidi zodänig, dat hy
wedef niöuwe dreigepagnten tegen. A/<?»e-
fez deed:»' in de. plaats van hem te ge-
hporjamen'. 'Maar Menefez, wel ziendej
dat.rhier. ria; geen woorden gehiiftertj en
hy nog-meer dah;te vören bedreigtwierd,
gäL order ’t gefehut vari de velling nä
Garfias huis te doen Hellen, en ’er op los
te branden. De eene hitte verdoofde
hier de ändere;, en de bruskheit.;van
Gvrfias, draaide hier zo fchielyk yopr op.,
dat hy zieh (hoewel ;met .een verfinadend
wezen) gevangen ga fj en in gyfeling
geleiden Met.
;; I. D e fi L.
Deze onderheminglj geheel Buiten Gar- ifvfi
fias en der zynen verwagting,’ deed al Zyn,,
zyn- vleryers geweldig verbaall ilaan', en vri^näen
zieh met zyn zaaken voor eerll niet mger
mòejen', öp hope dat zy door. hun llil verlöffeny
gedragj eñ Garfias door zyn gedült in ’t
dragen van zyn gevankenis;, ’t gemoed
van MenefeZ ; zodanig '.verzagtefi zouden ; M
dat zy met ’er, tyd weér hppe tot Gatfias
loslatirig. en huri aller vertrek van daar ',
Zouderi bekomen y of, ingeválle dat : al
van zelfe niet ging', dat.7deze o f gene
goede vrienden van Garfias Menifez daär
toe. wel zouden bewegen. ■
Zy hadden hier in niet t ’eenemäai’ mis Tarra- .{
geraden: want de onder^Koning Tarru- wefe, en
wefe, en verfcheide andere vrienden ^ ¿
Helden al hun vermögen in ’t werk om vergeeifs
Mfnefez met .Garfias cte verzoeften , eh; voorheni.
zyn flaking uit te werken j maar het wäs'
zo: verre vàri daar dit hun verzoék tóe te"
Haan, dät Mehefes , na hen lang voor-'Menefci,
gehouden.te hebbenj dat hy Garfias ge- flaaihem
baeit met de Hukken en bewyzen áan ; .
dien onder- Koning zou zenderi, geraden' ■*
vprid hem veel nauwer, dan te vorenj
op te lluiten, en gebóeit in den toreri
van de veHing te bewaren , om alle qua-
de aanílageri van zyne vrifenden tötzyile-
verloffingaf te fnyderi.
. Bevorens was ihy niet eigentlyk in dè
veHing, maar alleen in een huis gevan--'
gen geweeH. Zyn zaak wierdt geregt'e-
lyk,by ipleidpy verhandelt, enShy op Zyri
woord-; met. een geringe wagt in ptä
verblyfj)laats -- bewaart om T,;: ná ;¿ voi-' -rÌ .
dingen van zyn'zaak, té zien^ wat ’er
by de geflelde regters.zou worden geoor-
deelt y welk oordeel Garfias , volgens
gegeven woord; ook gehouden was af té ’
wagten, en zieh óridertuíTchen Hil te'
ho'uden. • •
• Maar ih Menefiz dit. woelén van zyri
vrienderi vodr hem vernain ; en daar uit
té gemoet zag, dat hy daar niet! langer ;
dan zy wilden j zo ’er màar de iriinHé-
opftand quam, zou behoeven^te blyvén j “
floeg. hy met veel reden daar toe over j
om hem nauwer en in de veHing té-’
bewaren. ; iis
, Wanneer nü Garfias vrienden Z a g e n Garfias ■
dät al hün verzoeken wierden afgeflagen, vrienden ’
en hen, door déze näeuwer opfluiting,'^'Se?v,r.
alle hope van zyne verloffing wierdt be- ene^:!
nomen, beflotén zy , ten getalp van ruim
vyftig mannen, Menefezxé dreigen, dät
zy , Zo.hy Garfias niet los liètj • hem aän.
de Spanjaarts overgeven j eri dbor. dät
middei- wel bewerkeh zouden ,/dat hy iw
vryheit getaakte. .
- Dit oritflelde|Menefez met zyije vrieil- Garfiás
dpn zodänig, dat; hy , na zyn • overleg j loshtinj;
geraden, vond dé zagtfle kantite kiezen j
Garfias pp een minnelyke wyze los te
Y laten ¿