
88 B E S C H*R Y V I N G d e r
wispelturig. De mans Zyn hier hecren,
de vrouwen flavinnen, alzo die al ’t werk
zo op ’t land, als in huis, moeten doen..
rr Xoela Mangoli, anders ook wel Xoela
Sapelulle genaamt, beftond wel eer in drie
deelen, te weten, in Sapelulle, Wayti-
maj en Mangoli. Het heeft nuniet, dan
-Waytima, en' Mangoli, dicht by een in
t Zuiden, en omtrent een Sagoe-bofch
aan ftrand recht overFacquerre leggende,
en is, fchoon het grootftc der drie cilan-
landen van dien naam, voorts woeft, en
onbewoont.
Als men drie uuren naar ’t Weften tot
in ’t bogtjeGorangoli fchept, komt meq
by een anker-plaats, vobr welke drie
eilandekens zyn, en van daar nog drie
uuren varens komt men by ’t bochtje
Boeja,daar drie rivierkens entwee mylen
landwaart in twee kennclyke bergen zyn. |
Drie mylen Weftelyker als Boeja komt
men aan den uiterllen Weft-hoek, Batoe
Maloela, of Batoe Laki Laki, van waar
men naar Taljabo overfteekt. Hier ftaat
een klip, even eens als een man, van ge-
daante, aan welke de voorbyvarende
Xoelaneezen gemeenlyk eenige Vrügten
ten offer toewerpen, om daär geen ön- i
geluk aan te treffen , alzo ’er tuffchen
Mangoli en Teljabo een naeuwe en zeer
gevaarlyke ftraat , en by deze klip oök
een groote maal-ftroom is. De engte zelf
is op ’t naeuwftc maar een fnaphaan-
fchoot wyd} dog zy word aanftonds aan
wederzyden breeder. En in ’t midden
van deze Straat, op Teljabo, legt de
hoek Langon, met een bochtje daar by.
Xoela Beii is van deze drie eilanden
■wel ’t meeft bevolkt. Het heeft een J
veiling, ’t klaverblad genaamt, welkers
bouw-tyd, en grond-vefter , onbekend
is. Op dit eiland zyn tien dorpen, die
Falauw, Cabauw, Fattahoi, Talagga,
Bega , Ipa, FacqueiTe, Fagoede,Fatze,
en Gay, genaamt zyn.
Deze eilanden zyn in ’t jaar 1350,
door Koning Moloma-lfieja, den twaalf-
den Koning van Ternate, onder deze
kroon gebragt, op ieder van welke hy
eenige Ternataanen, en over ’t eerfte
zynen zoon Hbamid, als eerfte ftad-
houder, geftelt heeft. % .
Onder Koning Sainulabedien is dit ftad-
houderfchap tot het vorftelyk huis To-
maitoe, .dat zig zedert ’t jaar 1488 di*r
nederzette, overgegaan, dat daar uit naam
van den Koning van Temate ’t opper-
gebied voerde. g.
Wat moeijelykheden de Heer de Fla-
ving van Outsboorn met Terbile koninkly-
ke ftad-houder alhier, by den oproer
van Said/, den muiter, enMadjira, in ’t
jaar i6yz en 165*3, en in volgende jaren,
gehad, wat leyen opk de Prins Calmatta
Aartdczeringe
Zctcaen.
De eilan-
den Xoe-
la Mangoli
, en
Xoela
Befi.Dor-
pen van ’t
laatfte,
door wie
deze ei-
landen
verovert
zyn. -
m tiaar i6yy daar geftelt heeft, en hoc
de Xoela’s in ’t laatft van 16y6 onder
Mandarfjab geraakt’zyn, zal ons omftan-
dig in ’t leven van aien vorft, en onder
dat jaar, blyken.
Deze drie eilanden , en Liefje Ma-
tulla , plagten weleer eenige tyd ön- .
der de landvoogden van Amboina teftaan,
zynde by den Temataanfchen oorlog’er
onder geraakt. DeLuitenant Modi heeft
’er onder de landvoogden de Ficq , en
Padbrugge, gelegen, en onderjden laat-
ften ook Kapitein de Moor, en nog later
heeft ’er de Vacndrig Henrik Jafperfzoon
(anders van der Monden genaamt, een
Dortenaer) als hoofd gelegen j dog vol-
gens aanfchryven van haar Edelheden den
rpden July in ’t jaar 1683 moeften dd
zelvc weder onder ’t ryk van Temate
gebragt, en door die van Amboina aan
hen overgegeven worden , hoewel dat
: eerft in’t jaar 1687 (volgens fchryvenvan
aen ziitcn Februari gefchied is ) gelyk zy
tot nog toe ook daar onder ftaan. f
Op een dezer eilanden, Xoela Befi,
legt nog een Sergeant met eenige poft-
houders, om een wakend 00g op alles te
houden, die ook bezorgen moet, dat die
van Amboina hun gerief uit deze jei landen
vooreen billyke betaling krygenj en dat
zy ook de nodige hout-werken, Clappus-
olie, enz. bekomen mögen , alzo die
egtereen plaats der E.Maatfchappybleef,
gelyk dit laatfte door haar Edelheden - by
nun fchryven van den zden Maert i<588
nög weder vemieuwt is.
In ’t jaar 1693 den zollen FebruaryX
ftonden haar Edelheden aan die van Am*
boina toe, herwaards, en naar Bangay
dog op zekere voorwaarden te mögen
varen, hoewel dit in ’t jaar i5pr aan
Jan vanöofien, en Henrik tenVeldhuizen
in Amboina verboden, gelyk in ’t jaar
i<SP4 de vaart na de Xoela’s , en Bangay
toegeftaan, dog 16s>6 de vaart naa,r Bangay
, die van *Amboiha weder t’eeiiemaal
door haar Edelheden, ontzegt wierd hoewel
hen de vaart op Xoela (volgens fchryven
van den iiten Maärt per Princeland)
weder toegelaten is. Vooral was de
Boproneezen, en Amblauwers, te vaarfh
°F d e Xoelas, in ’t jaar 1690 (volgens
fchryven van den iyden February) alleen
van alle de Amboineezen toegeftaan. An-
derfins hadden zy den omgang der Xoelaneezen
en Ternatanen al voor vele jaren
(gelyk al uit ’t fchryven hunner Edelheden'van
den zyften December 1673 blykt)
voor vry gevaarlyk met de Amboineezen
gehouden, weshalven zy'Koning Man-
darfjah toen al afrieden derwaart eenige
bezendingen te doen.. Het komen der
Xoelaneezen in Amboina ,^ anders daa-r
voor ’t kafteel, is gl federt ’t jaar I
M O L ü C GI 0 s.
Verboden, gelyk opk_den Ternataanen in
Ambon , ot Banda te mögen komen ontzyn
zeer vrugtbare eilanden die
allerlei vrugten oyervloedig yooitbren-
gen, en voor al veel Padi, rvft, en fchoon
baftaard-Ebben-hout., „ welk laatfte ik
noit zo breed, als ’t geen hier van daan
quam, gezien heb.-Zy leggen ten Noord
Weften van ’t eiland Boero, of van den
' hoek van Tomahoe. ;
Wanneer men van Xoela Bell naar ’t
eiland Oebi wil overfteken, laat men een
klein eilandje, Liefje Matulla genaamt
aan bak-boord leggen, en danrloopt men
be-Zuiden het eiland Oebi om , en tuf-
;: ichen ’t eiland Gommon (dat’er dicht by
legt) door, zonder dat men jets,- dicht
by den walj bphoefde te vreezen.
Aan den Opft-kant van’tjsiland Gommon,^
r en röndom ’t eilandeken , dat ’er
be-Ooften legt, is ’t zeer vuil, en riC
Het is een bergagtig. eiland en plagt aan
de Weft-zyde eenhoütfe Baricade hier op , ’
door den Heer Frano? gemaakt, te leg- •
ten, die den Bril genaamt was , dog na-
erhand heeft de- Heer Padbrugge die in
een Reduytje verändert, en den Briel ge- -
naamt, Onder den Heer Francx lagen
’er vier en twintig, dog daar na maar
zeven man, in, die ’er nog lang daar na in
bezetting lagen, tòt dat het in ’t jaar
1696 geheel ingetrokken, en van poft-
houders ontbloot is,. ; dog in ’t jaar 1700
hebben haar Edelheden weder belaft hier
zeven man te plaatfen, ?t geen naderhand
weder tot een man vermindert is.
In ’t jaar 167z den iöden February,
gaven haar Edelheden aan die van Am- ,
boina laft, dat Oebi voortaan onder Ternate
ftaanipSà, en dät zy wel wenfehten
te zien, dat die van Bonoa (zo zy ’er toe •
genegen waren) daar op geplaatft , ; o f
aat ’er anders, deze of gene andere lieden
hoewel ’er tuffchen de riffen zelf killen op gelegt wierden. Ook verboden zy in ’t
loopen, daar men voor alle winden, zeker jaar 1683 aan.de Amboineezen hier op te
i e e e e n kanten vooral &£> 11 . aan Adl,.en Zuidkant ^ ^ voor alles gedekt is, dog'dit moet alleen
door wclbedrevene ftierlieden ondemo-
men worden.
Dicht by *t eiland Gommon is ook een
- lchoone diepe rievier , de eenigfte op dat
ganfeh eiland, daar men ook-inet een
: i licht jacht zou können inkomen. . . .
, Wat het eiland Oebi betreff,.dit.was
eilanden » 1 3t z > "toen^i^a Aarif Maiamoy
hier om- de zevende Koning in Ternate regeerde,
trent.en al;bekent, en had ,;in navolging van anr
Oebi dere Volkeren , en eilanders hier naby,
door” omtrent deze tyd mede een Koning, be-
wienver- komen, om niet minder als Tidore,
Batsjan, enz. te zyir, dog zy konden het
noit zo verre brengen , om mede ònder de
vier Molukze Köningen getelt te wolrden.
Tuffchen deze Köningen van Oebi, en
h die van Temate, zyn in de eerfte tyden,
eer de laatfte zo magtig wierden , ook
<r- wel huwelyken geiloten, waar yan in •’«
• levenvan Gapi Bagoena deTweede,dertien-
de Koning v^i Ternate, een.geval yoor-
komen z d , waar by deze in ’t jaar 14J2.
de dochter van den Koning van .Oebi _
na . haar tweè maanden by zieh gehad te
hebben, hären vader weder t’huis zond
dat naderhand gefchil tuffchen hen gege-
ven heeft.
In de later tyden is het gropt eiland
Oebi aaii Qebi (¿0g wanneer, wete ik niet) onder
den Koning yan Batsjan geraakt, die het
in ’t jaar 16,83 met alle de kleine eilanden,
binnen de drie naylen daar omtrent
in 't jaar
1683 ver- Ì
leggende (waar onder ook Magatapi,
— ' ------- enz. befchappy
BUang-Bilang, Gommommo,
hqoren,) voor, acht hooderd ryxdaalders
aan de E. Maatfchappy , volgens een
koop - cedulle, verkogt heeft.
I . D e e l .
varen, uit vreeze dat zy met de nagelen,
en nooten,. daar vallende, morffen mog-
ten.'
Dicht by Oebi legt Oebi-Latoe (dat
Konings ^ebi)-anders klein Oebi genaamt,
op beide deze-eilanden plagten
van ouds her al veel _Nopten - , gelyk _op_
alle.Molukze eilanden Nagel-boomeh, tc
vallen.
Oebi Latoe’s Weft-einde (dat op twee
graden.en twintig ihinuten Zuider breed-
te legt)- en Manipa’s Weft-einde,leggen
Zuiden Noord omtrent dertien- of veer-
tien mylen van malkandereft. i.
Van Qebi, en. Gommon, komt men
dicht ’er längs by de ftraat van Batsjan,
zo al vorder weder naar Temate toe-
gierende , komt men by de eilanden
Cajoa, Motir, en omtrent Gano , een
dorp op Gilolo ’s Zuid-zyde, dat in de
Spaanfche tyden ontvolkt is^ en welkers
ingezetenen op Motir, en Makjan, gebracht
zyn , om dat de Ternatanen toen
te veel verfpreid.geraakten. Anders hadden
wy daar overal yolk in bezetting
leggen.
Het eiland Cajoe legt tuffchen de ei- Verdere
landen Batsjan, en Makjan in. eilanden
Eer men by Batsjan komt , na dat men
’t dorp Gano voorby is (dat zyn naam njtc> "
van zeker eiland, daar voor gelegen,ont-
leent) komt men, wat verder Noord op,
en wat dieper in zee, by ’t eilandje Coe-
bi, en; dan verder, onder den gebroken
wa l, pntmoet men nog eenige andere
zonder naam.
Alvorens men aan ’t dorp Ganoven by ded
vaften wal k omt, raakt men door verfeneide
Lalari-kreeken , waar in men zeer licht
zou können verdwalen.,, ;
M Da«