
B E S C H R Y V I N G d ;b r
en zes en tachtig naam-Chriilenen , zo
dat de onderdanen des Konings van Caudipan
doe negen honderd en acht envyftig
fterk waren.
Reden : De oorzaak dezer verdeeling ( daar het
van deze te voren maar een dorp -was) is deze 3 om
verdee- dat de oude. Koning van Boelan, die
ling. Koning van Boelan en Manado, en Laloda
genaamt was ) nevens de Koning van Sjauw
( alzo de. eerftc alleen niet vermögende
genoeg.was) den Koning van Caudipan,
Maurits Binangkal genaamt, lange jaaren
voor onze verovering van Sjauw, te za-
men aangetafl, overwonnen, en zodanig
onder malkanderen gedeelt hebben, dat
de Koning van Boclang voor zig het dorp
Dauw, en de Koning van Sjauw, Boelan-
itam tot zyn deel hebben zou} voerende
den Koning Binangkal, mitsgaders zyn
moeder en broeder, gevankelyk met hen
een ftuk weegs heen, tot dat zy alle drie
- middel vonden om het naBwool (hunge-
boorte-plaats) te ontvlugten.
In Boelanitam was ten dien tyde geen
mannelyk oir van Koninklyken hüize
meer3 dan alleen dat,hier dePrinces Lin-
kakoa was, een zeer trotfehe, wreede,
heerichzugtige, en zeer geile vrouw.
Ondertuflchen vonden deze nieuwe
heeren van Caudipan goed, een huwelyk
tuflehen deze Princgg, eñ den Prince,
Mau-Biling, broeder van den Koning
Binangkal, te imeden, gelyk zy oòk metter
daad deden, gevende aan dien nieuwen
vorfl, ieder voor zyn aandeel, magt,om
dit ryk van Caudipan even als te voren,
en weder in zyn geheel, te beflieren.
Dit wilde zig niet al te wel fchikken,
aangezien de nieuwe Koning, Mau-biling
al te flap van aart, en dit w y f veel te
moedig was, ora onder zulken zagten
beuling te ftaan, weshalvep z y , ziende,
dat de Köningen van Sjauw , en Boelan,
na dit hun verpyerd xryk niet eens meer
o m zagen , ònder. malkanderen goed vonden
’t zelve zamen te deelen , volgcns
welke verdeeling dan Mau-Biling in Dauw,
en de Koningin Lingkakoa in Boelanitam
, ’t gezag behield, hoewel ’er. eenige
van de ingezetenen waren, die, het nog
met de eene, nog met de andere, hou-
: dendc , goedvonden een dorpje tuflehen
die twee andere in op eenen Hcuvcl, Laga
genaamt, te maken, alwaar zy op hun
zelven bleven woonen.
Ondçrwylen ltierf de Koning Mau-
Biling, een zoontje nalatendc, dat onder
ons gedoopt, en Willem genaamt is.
Na de dood van Mau-Biling keerdc de
oude en regte.Koning, Binangkal, met
eenigen zyner vlugtelingen, van Bwool
weder naar Caudipan , en wierd als Ko-
• ning van Dauw aangenömen,.; dog dit
ryk behield hy niet lang, aangezien eeni-
gen tyd daar na de Macaflareh daar om- Caudipan
trent verfchcnen zyn, en zo Binangkal, raakt on-
als de Koningin Linkakod, gedwongen ^“ Ma-
hebben zig voor hunnen yorlt te veroot- koi¿*
moedigen, onder den welken dit ryk ook
zo lang gebleven is , tot dat de Koning
van Macaflar, door de Nederlandfche
wapenen onder ’t òpper-gezag van den
zee-voogd en vekboveifle den Heer Speel-
man geheel overwonnen zynde, zig -ge-
;D°g
noodzaakt gevonden heeft, volgens het . jaari66— komtin
zey entiende lid van het vrede-yerbond,in weder
’t jaar 1669 met zyn Edelheid gemaakt, «n de
ook geheel Caudipan aan den Koning van
Ternate weder over te geven. ..?-3 rTÿ,:nate“. et"
De Spanjaarden ondertuflchen, na een
vry lang agterbly ven » en pas daar na vari
Manilha weder op Sjauw verfehenen zynde,
om, zo zy voorgaven na hunne Na-
gelen, die zy daar geplant hadden ( zo
zy , volgens bferigt van den Jeíuit, Erna- i miel Efpanjola, opgaven) eens te komen
zicn, en by die gelegenheid nu ook hoo-
rende, dat Caupidán weder aan de Ter-
nataanen gekomen was , en niet . meer
onder Macaflar ftond,; begonnen het oud
regt van den Koning van Sjauw op Boelanitam
weder op té halen , ja ’er zig
zelven ook met der daad genòegzaanf weder
in te dringen ¿ zonder dat ’er van on-
zen kant iets tegen gçzegt,. ik laaÇ:ftaan,
tegën gedaan wierd, dari wanneer zy dit
zelf tot geheel Caudipan uitrekkeri wil- •
den, daar zig de Koning, Binangkal met
alle reden tegen aanftelde, ,die daar af aan
den Heer Padbrùggë. kcnms g&Ç, welke
Heer den géleefdén eri fchranderen Jeíuit,
vader Carlo ïorcottus, eer dan eenen bot- ^
terik, zeer klaar b e g r y p e n deed, dat den .
Koning van Sjauw-(jioe men het ook
draaijen wilde) zyn regt op Boelan itam
dçor ’t regt des oo/lögs eens verloren, eh
dat (de Nederlanders) aoor den oorlog
met den Koqing van Macaflar, en by des Ve rd e r
zelf? geheele veroyering ook een nieuw bewys
regt op ganfch Caudipan gekregen heb- Jea,|_ons
bende, hy dan immers geen regt ter we- Caudi-P
reíd meer op Boelanitam grohdveften pan,door
könj met welke zeer wclgegronde rede- dc Heer L
nering die Heer dezen yader, die zig op ^ad^ruS*
Caudipan al weder ter neder geze.t had, denjefuic in 5t-tj ainanir* iT 6 y j , zeçr gemakkelyk Hu®it. TrTe^r c o t_-
Boelanitam dedc verhuizen, en weder naar -usftv??r‘
Sjauw trekken, vermks hy zig hier zeef 'gC c
onwettig weder ingedrongen had 3 be-
halven dat ook de. ganfehe Noord-küft
van Celebes, zedert hären trouwloòzèn
opftand tegen den Koning van Ternate,
onder de magt van dien Koning door
onze wapenen wedergebragt,en daar door
dat oud en verfleten regt der Spanjaarden,
o f Sjauwerezen , op Boelan itam
nog al meer vervallen, ja geheel vernie- . :
tigd was.
De
M O L Ì C C O S. f t
De Princes Linkakoa, die wy te' Voren 1
hewee- ^ een wreede vrouw befchrevefthebben, i
ccs/lÎâ- regeerde hier in Boelartitatri riä dieff tyd
kakoa» nog al als een dwinglandin', zödanigy dat I
beftierftö'de Heer landvöogd Padbrugge hunne
hStSr Edelhcdcn op Batavia in bedenken gaf,
1 * of men dit Boelanitam onder génoégza-
me bepaling den Komrig van SjauW- (in-
v dien zyn Hoögheid by een fmeek-fchrift
’er om verzogt) niet weder als eën leen
.. gevoeglyk zou kotonen toevoegéri 3 dät
- zeer gemakkelyk zou gegaan hebben,
■ indien de Koning van Sjaüw maar eenig
VergeeÊ verzoek daar omtrent ten dien tyde ge-
fche .. daani-'had } maar vermits hy/ dät, uit
raodte; grootsheid, öf'bp hope van eeflige-andere
wend.ooi verandering, riagefaten heeft, zo is dat
dehlÇo- , zedert ook zo gebleven, zonder-dat by
njngvay, jets ¿aaj. af te hopen heeft j atzo -het be-
in ST Cr lang der E. Maatfchappy aldaàr het nu
dringen, niet toelaatV r“
DeZe Princes Linkakoa, hoewel. den
M uaami van eenChriftirtne dragendé, gdfcek.
veel eer een volflagens? Heidin, ditiri allen
'/ deelen door haar wulps en dertel leven
met verfeheide- jbhge losbollen'niet £e-
‘ genftaande zy zeer öud: en jig ti¿ teas, éri
door by geloof beveftigende , behalyeri
dat zy ook in. ’t waarzeggen én ’t wig-
chefen uit Vogel-gefchrei zeer beroemt
was, wetendfe deze konft liftig, tot haar
oogmerk te gebruiken, gelyk zy öndfer
dit voorgevën háréh Goegoegoe , Bar-
rfialippoe moovdadig heeft weten uit de
Waarom Wereld te helpen, waarom de Heçr
de Heer Padbrugge noodig: geoördeeld heeft dfezen
iPadbrug- ftaam-Chriftenen by placcaat het hals-
|e regt tfe benemen , eri dit tot de regt-b'ank
STitam der E , Maatfehappy te betrekken, orn^ in
het hais- *t toekomende zulke- openbare möorden
rechtont- vööf te komen, ö f te ftraffcn 3 gelyk dit
enhea’ hun oök met der daad door zyn Ed: met |
belañ veél reden onttrokken is. ■
heefl dé Ha dien tyd zyn- ook allfe deze mlande^
hofeh- j.gn döor zyn Ed: gelaft voortaan' niet
Terbran-C itteer zo verftroid1 in het Bofch , maar
den. Dorps-gewyzCj en by een , m moeten
woonen, waar tegen die van-Boelanitam
en andere, zig; w é î-ftbt meeft" aangekant
hebben, tot dat’er lall gegeven is, om
alle de bofch-nuizen in brand te fteken. .
De Koning vari Dauw, Maurits Bi-
nangkal, hield1 zieh wel geveinft, hem
uiterlyk voor ons vertoonende, als of hy
zyn bofeh-huizen verlaten had, en vail
nader aari flrand .zóu komeri woonen,
~ daar wy nogtans vaft berigt hadden , dat
hy op zekerën zynen vlugt-berg een ge-
jbeel nieüw dorp vöor zieh gemaakt, eri
dàt ook met vaftigheden geflerkt had,
om zieh in tyden van noód daar naar toe
te begeven, weshalven den Heer Lobs
by zynen laft-brief aanbevölen wierdt,
hem aanflonds te belaften, dit dorp binrieti
zes mäaflden af te breken, eri zyin
fträöd-dorp volkomen in flaat tebrengen,
ö f dat andetS j iridieri hy hier mede flofte$:
de E. Maatfchappy dit zelf döen, en zyri
bofch-dorp in brarid fteken zou, om hem
te toonen, dat zy hare bevelenj ten
fpiegel van' anderen , wift- te doen uit-
vöereö.
Daar berieven beläftte de Heer .FW- .Nogati-
brugge by ^nen laft-brief aän den vöör- derebe-
rioeöideri Heer, zynen opvolger ook j dat
de röovef , Kimo döör Köriing Binang- j^cer aaJ^
kal levendig zoii moeten övergeleverd zynen
worderi rn'et alle die gene die hy van ’t °pCg°^ser
eilaijd Gäpi geroöfd' had-, ö f immers die ^oning
-’er af öög leefden,, om hem ten fpiegel Binang-
van andereft te ftraffcn 3 daar by voegen- kal,en zyri
de , dät, zo hy dät aanftonds niet quam
to gehoorzämen, men dän maar al hunne
Coracofk ’s , en groote vaartuigen aan te
haleri, eri na Kwnad'o te brengen had,
zönder heri iets anders dan kleme vaar-
tuigen vöor Zeven o f acht man- tot hun
vifch-vangft te laten.
Oök zouden zy, al gehöörzäämderi zy
¡hier in , voortaan niet meer, als drie
iGöracorä ’s',. en eenige, groote vaartuigeri
! mögen hebben, die dan nög altyd onder
¡het oög vän deri aldäar poft-houdenden
Corporaal zoüden möeten geplaatft ■, en
van daar, büitfcn zyn? kerinis, niet zouden
mogeri Vervoerd wofden 3 ’t Welk,
zo zy iiiet aahftbrids riaquamen, zo wierd
de Heer; Lobs gelaft al hunne vaartuigen
in ftukken te doen flääri, hen*de zee te
verbieden , en Ken zo door dwang te lee-
reri gehöörzaamen, eri met ons,. eq.on-1
zen Gödsdienft (als zy d o ^ niet tefpot-
ten 3 ria *t welk.q zy zig weV eens bedenken,
andere . zekerlyk zieh teri eerfteri
fpiegelen, en zig mogelyk dan wel eens
. te binnen brerigen zöuaen , hoe grooten
dienft wy ziilke öndankbäre fchyn-
Chrifteneh gedaan hebben , met. hen. van
zö zware fläverny, zo van Macaflar, als
van haar eigen Koning, waar onder zy
zögedrukt gelfegen hebben, te verloflen.
De dogter van dezen Koning, met den
zee-vöogd hier getroüwd, liet zig Radja
Parampoewan, aat is Könirigin, noemen ,
’t geen. zyn. Ed: mede belafttfe te doert
beletteri.
Hier vän daanriüjte wfteri, vän Dauwj üet dörß
gaat men W e lf op näat het dorp Bwoöl Bwool.ea
(gemeendlyk Bool, gemaks-halVen, genaamt)
dat omtrent twee etmaalen fcheppens,
of eigentlyk Oofl en Weil dertig
triylen van het. dorp Dauw, infeeniribogt^
legt. jH
In de vorige tyden plägt hier een oude,
Verwyfde vorli' te regeeren j die niet deej
äk Madat, ( o f Ämfioen met Tabak, gemengt)
te rooken , waar door hy zö
uiteemergeld was, dat hy wel een lchiril
0 * geleck*