
i«n vyei" deeS muten, alvrnar hj in 'I mnzitn
van de'gemeinte, zici levfndig in wicif,
fever ■milünde zyn mitrdem in V gezigt
van de zynen met eere optffenn , als met
fmaad en fcbande geftrenger deed veer zyn
getrouwtgbeit verwagten.
Het ander is, dat Abdalla, Koning
van ¿ampar, zyn vrouwen, naagfibap,
onderdanen, en 7 ryk tot dienfi van Albuquerque,
ende de Port u gee* en verlaten
b ebb ende j voor alle zyn dienßen geen ander
loon kreeg, als dat by tot Malacca, in t
oog van alle man, zyn ongelukkighoofd op
een Schavot onder Beals banden beeft moe-
ten late».~
Wat zy voor dezen aan een voorzaat
van den Koning van Ternate bedreven
hebben, is alhier onnoodigte verbalen, door
dien bet vleefcb van den zelven nog in aller
Temataanen neuzen fitnkt, hoewel zy het
meenen wel gezouten te hebben. Otn kort
te gaan, zy zy« die genen, die van Prin-
cen en Koningen te vermoorden profeffie
doen, bet welk de vadcr van onzen regerende
Prince met zyn leven beeft moeten
bekoopen, gelyk daar na twee Koningen in
Vrankryk vervofgens door bun toedoen om
7 leven gekomenzyn.
Tegen onzen Prince, de Koninginne*
en daar na den Koning van Engelarid, en
andere Potentaten , hebben zy dikwils
moor ders gezonden: vollende degruwelyke
afgodifche Leere van hunne Priefters, en
vervloekte Jefuiten.
Hier mede, vermögende Koning, wen-
febe ik uwe Majefteit van de (lavemye, en
tyrannye der Spanjaarden eenmaal te mögen
ontflagen worden, waar toe ik uwe
Majefteit- de magt, en de wapenen van
onze Hoog Mögende Heeren Staten Ge-
neraaly en den Prince Mauritius aanbiede ;
wel wet ende, hoe [waar bet uwe Majefteit,
en de onderdanen te verdragen is j alswe-
zende bet zelve van ms voor dezen geproeft.
Gefchreven op Maleyo, in Ternate, den
i8<kn Mai in 7 jaar\6\t.
Onder fiond
Pieter Both.
ons hu handelden, »ich t’eefleriml on- >«■»■
kundig hotylende van een vrede, ofte
Tteves, so eerlyk by ons gellöten, en
ook nagekomen, en za trouWloos by
hen,. tegen hun beter weten, ontvemftj
een bedryf, ’t geen fchandelyk in een
Koning is, zo het met zyn weten, en
lall, zo gefchied, en onverantwoordelyk;
zynde niet aannemelyk, dat zyn onder-
danen dat tegen zyn laft zouden doen,
zo zy niet voorbeeldelyk wilden geltralc
zyn. '
Het is buiten alle tegenfpraak waar,
dat die verovering van den ZeeVoogd
Wittert met zyne fehepen, en ’t gevari-
gen nemen van den Landvoogd van Gaarden,
twee al te groote brokkeri Waren,
omi zo gemakkelyk zonder flag o f ftöot
wederom te geven. Dit had huri te veel
bloeds gekoft, behalven dat de Spaärifche
trotsheit het ook niet leed. ;
Zo eerlyk, als zy nu daar in met ons
handelden (waar over niemand beter oor-
deelen kon, dan de Koning van TidöteQ
Uit dezen brief, door den Heer opper-
Landvoogd van Nederlandfch Indien ,
deren Pieter Both, aan dezen Koning van Tibrief.
dore met zo ~veel grond, en in zo veel
zo eerlyk was het zeker, dat zy , zo m
zy maar Gelegenheit'daar toe geboren zagen,
mede met hem handelen zouden.
Was hy nü htfri Böridgeriqöt, en aan
hunne zyde, hy was het niet nieer, dan
wy na by den Tidorees, dien hyiirimers
düidelyk zag, dat zy niet na quamen,
behalven dat de Heer Both in dezeri brief
ook die twee andere gevallen, waär uit
men hunnen ontrouWen, en 'ondankba-
ren aart middagklaar befpeuren kon ,
zeer wel terzäke aanhaaldc.
opregtheit, gefchreven, ziet men klaar,
hoe hy daar by niet anders voorhad,
dan dien vorft, waarheden van hunnen
aart in ’t gern een tot zyne waarfchu-
wing voor te lcggenj en wat kon hy
hem zaaken van grooter belang, om die
tot zyn voordeel te gebruiken , ^ voor-
houden, dan dat zy zo fchelmagtig met
Om evenwel wat meer licht; eftntrent
dezen brief vari den Heer opper- Landvoogd
Both te hebben, en wat klaarder
te können zieri, wat moeite de Köriing
Modafar tot verloffing van den Koning
zynen vader uit- de ilävernye der Kaftj-
liaanen aangewend heeft , zal het{onzes
bedunkens ) niet ongevoegelyk zyn, dat
wy den brief, door den Koning van T i-
dore, over dit zelve onderWerp asm fiftr-
dafar gefchreven , hier byvoegeri. Hy
wferd’ den 6*n Mai in ’t jaar i6 n . by
hem ontfangen, en was aldus luidende :
Z Eer lieve zoon, Koning ^»Ternatc. Brief des
Ik wenfcb u geluk , en gezondheit. Konings
Het ßbryven met uwen diemar Fouke is
tny wel behandigt, en cPinhoud daar van Koning
•wel verßaan j waar in gy verbaalt, dat Modafar.
men alle middelen voorwenden zoude ,^ om
Temate, en Tidore in vrede te ßellen , en
het Moorfche gcloof in de Moluccos te
reftaureren} over het welk ik zevr yerblyd
hen, zynde my het zelve zeer äimgenaam
geweefi om hooren, als zynde eeh zaak, die
opregt is, en ons van God, en zyn Propheet
Mahomet geboden.' Ik , uw Oom, een
oud man zynde, bevindt 7 zehe goed, en
K N. m
l6in* opregt te wezen : maar dlzo het nu ten tyde
niet gelegen is, gelyk ten tyde .van onze
voorouders, als UL. wel.bekent is, over-
mits Tidore en Ternate als nu met Holländers
en Spanjaards bewoont, en geßerkt
zyn-, derhalven, byaldien men een öpregten
en vaßen vrede maken zoude, dient op alles
eerfi wel gelet. Myns bedunkens zou beß
geraden zyn, de Spanjaards ?» Holländers
tot een vrede te br engen , zynde het eenigße
middel om ons met malkanderèn te bevredi-
gen. Waar in gy, als zynde de oudfte
van de vier Molukfche Koningen, veel
kond te wege brengen : want na myn opinie,
een oud man zynde, kan ik niet anders
verßaan, dat al is 7 dat wy een vrede
zonder de Spanjaards en Holländers beflui-
ten, dat die niet lang zal duuren -, over-
zulks blyve ik nog by myn vorig gevoelen,
te weten, dat wy niet en’können of mögen
refolveren, • ten zy de- Holländers ?»jSpan-
jaards voor eerfi met malkanderen verac-
cordeerd zyn.; Zo gy van opinie zyt geen
vaßen vrede te maken, maar alleen onze
oude Molukfche koftuimen te onderhoudén,
te weten,, als wy Wederzyden moê ende mat
geoorlogt zyn, op te houden, en malkanderen
zomtyds met fchryven en bitsjaren te ver-
zoeken. .. Rn byaldien die van Ternate
zulks niet en confenteren, zal 7 hun.
fcbuld.wezen, en zo verre die van Tidore
daar ook tegen doen, zal 7 myne, en myner
ondctz9iea fchuld zyn y maar om een vaßen
en langdurigen peis te befluiten, en in ons
Moorlch gelooî zeker te leven, zegge ik
nog eenmaal, dßt de Spanjaards met de
Holländers eerfi bevredigt moeten wezen,
al eer wy iet goeds können uitrigtenl -y ‘
Vorders ten ik van meening na Gamma-
Lamma te verttekken,-om met den Gouverneur
van de%e zaak te handelen , en,
van alte zamen te ver gaan. Zo dat zyn ztfn.
abfentie oorzaak geweefi is, dat de naam .
van Ternate tot nog toe düurt. -Oyerzülks
bedenk u wel, en zoek andere mtddelen, om
uw vader, de Koning, uit degevankenifß
te krygen, alzo' ik zulks by. ¿¿'Spanjaards
alleen niet verWerven kan, eri oVerdenk by
u zelf, ofiemand van onze Óvérigheit in
banden van ¿¿.Hollanderen wäre, of gy
die van bun wel zoud. können ver krygen1.
Hier mede gebiede ik my t'uwadrts, ¿» laat
ons vati Ternate ¿» Tidore opregt en ovge- '
veinß met malkanderen handelen.
De Koning Modafar dan , Ziende, dat
zyn moeite by -den Koning van T idorè
aangewend, om zyn vader te verloflen*
zo wel als die v an de Hollanders, vrug-
teloos was, nioeft dierhalven gedult hebben,
en een gunftiger tyd afWagten.
D ät: het nögtans by de Kaftiliaaneq
geenzins ■ beider was, zag men kläar aan
hunne voòrbéreidzèlen ten óorlog, diè
zy van tyd tot tyd nog màakten. '
Immers de öpper-Landvoogd der Phi- Groote
lippinas, Don Jan de Silva, zond deri ^ ¿ ee']en
voorgaanden .Landvoogd dèr Moluccos, ¿er Kafti.
Chrifioval de la Hote, in het laat ft van liaanen
December dezes jaars i6 iz . uit de ftad ten oor-
Manilha met veel Silver na Goa aan den loS*
onder-Koning, om aldaar zeven grpotè
fchepen, en twintig Fregatten, van ailes
voôrzien, byeen te zamelen, om met de
zelve eerft na Malacca j en dan verder na
de Moluccos te komen.
van daar wederom körnende, zal ik eenigen
van mynen raad derwaards Zenden, en uw
Majefteit laten weten, 7 gene met hem
gebandelt is. Ook wanneer ¿è finaal #»/-
woordop ü L. fchryvens zal befiellen, of\
het fuoortgaan zal, of niet. Voorts dat
gy ßbryft dat uw vader, de‘ Koning, in
myn banden is,. dai is wel waar} maar
byaldien debpanjaards hém, of in't verove-
ren. van Gamma lAxnsm.gevangen hadden,
zo .wäre het regt, dat & by Spanjaards
v.erzorgde, hem'uit de.,banden te krygen,
over.mits onze Molukfche koftuime zulks
medebrengty maar in. 7 veroveren van
Gamma Lamma is hy 7 ontkomen , en
ontloopen op Saboego. Overzulks het uw
eigen fchuld is , nademaal de Koning uw
vader. vry .was, dat gy met allé de -Terna-
taanfehe Overigheit hem by de Spanjaards
gezonden hebt, 't welk oorzaak is geweefi
van uwer aller .welvaren, alzo ±
hem als een Medicyn voor uwe ziektfge-
bruikt hebt, die anders in prykel.waart
Ook had I)on Jan de Silva een Kafti-
liaanfçhen Overften, 7o/?io genaâmt, na
Macao met veel geld afgevaardigt, om
vari daar een Gallioen , door de Kafti-
liaanen daar gekogt, en zes Gallioenen,
die reeds yap Malacca na Màcao gezeilt
waren, af te - haalen, om dan gezament-
Îyk tegen December in ’t jaar 1Ö13. na In’t jaar
Ternate te komen. Daar beneven had 1013*
men uit Spangien twee fchepen aan den
ónder-Koning gezonden , met laft, om
al de Portugeefche en Spaaniçhe magt Ì
by den anderen te voegen, en dàar mede
na Manilha te gaan , om van daar de
Holländers eens. met nadrùk aàn te tafterij
ten welken einde ook iri Manilha drie
groote fchepen getimmert, gelyk mede
de fchepen Goiida, Amfterdam -( van den
Zeevoogd Wittert genòmen) Spiritò
Santo, St. Jan Baptiftà, Jan- de Lu-
pas, St. André, en St. Marcus,- aile te
zamen in Gay ta leggeride, ‘daar toe
verveerdigt wierdèn. Meri \ verwagtté
hier by uit Kaftiliën nog twee fçhepeiÿ,
met veel volk en noodwendighedèn'voor
deze vloot, ten dienft van welke in Manilha
nog drie nieuwe - Galeierii bifiten
een oude, die daar nog was■i/ gèmaalct
wierden. En-dus zou dit te Mairien een
H h a . vloot