
der kennijfe , matig, godvrugtig j helper der
yerongelykten , hitlpe der zwakken ender armen
| Priefier Gpds yfcbaduwe vangenereus-
beid en goedheid; oprigter der ßandaars,
zyn magt xennverwirmingen, e» oorlogen, &V.
moeten gezegent zyn door de voorjprake van
den Propheet, en van alle zyne medegezellen.
Amen. O / Heere der heirfcbaren. Vorder
s komt dit mandement van Padoeka Siri
Sulthan Ahhmed Sjah ibn Dforiat Iskender
Diulcamajim. Hyisdiehezithethout
kamit, bet gout djati djati, en de kroone
der troonen, en bet geweefzel., dat eenmaal
in bet jaar aangetrokken wordy &c.
■ Aangezien ivy geboorzaamt worden, van
alle onze dienaren, welke by de riviere Rim-
bang, tot aan JCota lowas Gentong, Paja
komtoen Soome langgong,I en Taram
bitoe batang , en kota kalem tebbing
tingi , tot aan de 7 Bendars in Botting
ICaddal tingai padang, Ambatjang, daarom
is ons bevel aan alle die geene, welke fiaan
onder de Pongoelo’s van die landen, geloof
te geven aan onze berigtinge en bevel p als
eerßelyk , bet berigt welke ons gedaan is, door
de overleveringe des Propbeets, .dat de wereld
7000 jaar fiaan zal > ten tweeden, de voor-
zegginge, die van ouds gefchied is , en die wy
gehoort bebben , aangaande bet keninkryke van
de drie gebroeders j bet welke, drtemaal her-
fielt zoude werden in een plaatze, hetzy. in
G n e W g ^ . i*x
Pagar Roejarig, en mi tedezertyd Jchynt
vervult te zullen worden, het geen ons onze
eerwaarde voor.ouders, dien aangaande heb-
ben bekent gemaakt 3 00k aangaande het ge-
weefzel, daar van bebben onze eerwaarde
voorouders voorzegt { dat bet. is de pajfer of
maatfiok van de ofidtbeid en geduarzaamheid
der werelcl,.^ Nu zienwy dat. hethoofd, en
bet einde daar van alweg is ± en dat*er maar
een weinig van bet .midden is overgebleven,
bet welk een teeken is , dat den dag des oor-
deels naby is , gelykerwys 00k de veelvuldige
beerlykheid der Maningkabeie koningen
feenemaal vervallen is, vanhoar voorgaande
grootheid. Ondertufichen. gelyk wy zeven
jaaren lang buiten Maningkabo zyn geweeft,
zoo heeft God ons berte beweegt, om na bet
ryk van Maningkabo te reizen., en te ver-
fchynen voor onzen eerwaarde» vader die daar
woont. . Wanneer daar nu 13 jaaren verfire- ■
ken. waren, wiert ik gelaft na de. zee o f te
zakken, om met Gods hulp te doen, en uit
te voeren dat geen, het welk met het gebod
Gods en. zynes Propbeets overeenkomt, gelykerwys
den wyze man Aatha zegt, twyflelt
met aan Gods werken , want God doet
wat hem behaagt, en weet wat hy wil,
erihy ismagtig te doen , wat hem belieft.
Daarom belaßen wy alle onze dienaren indie
landen ipoonende , dat zy doen uitwerken,
\ t gene met het gebod Gods, en zynej Pfopheets
overeenkomt, en dat zy de Hollanders uit het
land verdryven. Wat de Hollanders ter zee
aangaat, zoo hetGodbehaagt, door de voor-
fpraak en zegenvan onzen Propheet, en den
zegen van onzen eerw,.vader, die 6ns gezegent
heeft, met den zegen van alle Goas pp
vrienden, zulkn wy met hulp van onze die-
\ naars en vrienden haar uit de zee verjagen.
Vordere belaßen wy alle onze onderdanen of
dienaren , dat zy voor al niet en yegten of
oorlogen tegens de Mohhammedanen , om dat,
dat tegpos.de met Gods firydig is : Want God
zegt y die een geloovige aood, doet een
gruwel, en de heliche ftraffen zal hy eeyr
wig moeten lyden. Zoo 00k in tfe'Hha-
diets: Een doodflager fip. de gedoode zullen
beide gaan in net heliche vuur. Qn-
derfiont gecollationetrt, dccordeert, Batavia
in 't Kßfleel, den 28 Januarit 1686. Lager
: gecollationeert, aecordeert, Macafler in
\t Kafleel Rotterdam ,den 11 Februafti;i686.
- wasgeteikent N. B L O M , Secrets.
Gecollationeert aecordeert, Banda, Neira,
den 18 September 1687. by my
P. B A S T E E L S , Gefw.KJerk.
Daar zyn ’er die van 'hem verhaalen,
dat hy een ipiegelzoo zuiver enklaar ge?
had heeft, aat men ’er twaalf mylen veire
mode zien kon. Zoo verre zyn de Ve-
netianen o f Engelfchoa met hunne fpiegelflazen
nognietgekomen j enhet is teoe?
lagen , „dat dit model mt d^ wereld is.
n «M^&Periianen- verhalcrf^CTTonder hen,
pjeM tfaadi, de voortreflfelyke Dichter,
in' zynen Periiaanichen Boogaard) dat’er
een water is, ’t water des levens gehaamps
van die kragt, dat iiet iemand, die d?ar
van gedronken heeft, noit meer dorften
doet, ja , ’tgeen nag meer is; hem on-
fterfelyk maakt. - Nabi Moefa , o f de
Propheet Mofes en Iskcnder, zeggen z y ,
hebberi dit gezien , dog ’er met af willen
drinken, om hunne vrienden niet te oyer-
leven } maar. de Propheet Chtjfer (zelf
können zy niet zeggen wie die is ) heeft
het gedronken, en wandelt .daarom nog
onzigtbaar in de werelt.
.De voomoemde Sjeich Saadi zegt 00k
vanl Alexander in ’tzelfde boek, dat hy
door het opilaan van een metale muur
-zeker fterkvolk, Jodhoefen genaamt, be-
•let zou hebben in .zeker, land eenen inval
te doen.
In zynen Roozengaard voert hy hem in
op zekere vrage antwoordende, hoe hy
zooveel landen enryken in ’tOoftenhad
können innemen , dat geen der vorige
koningen, ichoonmagtigerdanhy, haa-
den können doen, welk antwoord inhielt,
dat hy noit iemants onder danen beledigtx en
altyd van hunne vorige koningen alles goeds
gejptoken had.
- Uit het vorig verhaal van Alexanders
toeht in Indien , fchynt hy by de -ftadt
Diu’l , o fD iu, daar de Indus in zee ftort,
waar ontrent zig eenige eilanden in den
oceoceaanvèrtoonen,
de zee yan Indien be-
varen1 te hebben. V
' Daar zyn’er , zelf by de hedehdaagze
Indianen, die nog dwazer meenen ,• dat
Alexander voor de rivier van Cambaja,
ten Wellen van den Indus gelegen, zou
gelluit, enhet hem onmogelyk geweeil
zyn daar overee komén, om dat dé zee
daar .jaarlyks een.ebbe en vloed van v yf
vadémén noogte^liéeft, waar door yec^g.
die daar op met wel lettpden , verdron-
ker^3 en dat hy, • daar op Qök niet yer-
dagt, daar door met zyn ichepen en volk.
im zulkén geváarV alis meri befchryft,
geraalct zou zyn. Een verhaal ' te on-
voorzigtig en te b b t, naar ’t ongeval,
Alexander en de zynén , op den Indus
ontrent de mondvan den oceaan oyerkb-;
mériy ^géíchikt , ;en dat dusvan die rivièr
tot die van Cambaja , Carary genaamt,
by éen verkeert verhaal der Inlanders (al-
zoo zy niet ver van eèn leggen ) overge-
br^t isv ¡
• Wat nude plaats betreib, daarhy over
den Hydaipes in ’t ryk van Porus ^üamy
men wil (hoewel mede zonder eemg be*-
wys) dat hy toen in ’tryk van Lahor ge*
komen zy. Andere beweren, dat Porus
in oiid Delli ( daar meri nog een .groóte
marmere pilaar , ’t gedenlcwaardigfte in
dat landfchap ,■ met een Griekfcné iri-
criptie, en, zoo zòrrimige daar al mede
maar by klamperi , ter gedagtenis vani
Alexanders overwinning, ziet j zyn hof
gehouden , en Alexander hem niet yerre
van daar geflagen heeft.
r Dog veel waarichynlyker ( alzoo oud
en nieuw Delli - te verre van dèri Indus
leggen ) zou Porus in ’t ryk van Lahor
njet zyn hof en leger geweeft Hebben,
gelyk ook die rivier, by deOuden,’ zoó
men wil , Hydafoes rriaar heden Rawey
genaamt, voor Alexander zeef gelegen
zöu geweeft zyn, om zyne fchepen, ge-
maakt van ’thoüt; dat hy in de geberg-
ten' van SÌririàkét eri Bimber , en hunne
boflehen (zoo men voorgeeft) 'kappen
liet, zeer gemakkelyk na den Indus, en
zoo verder na den oceaan te brerigen.
Ja daar zyn ’e r, dié de ftadt Lahbr zelf
voòrBucepnàlà, door Alexander aän den
Hydaipes gebouwt, houden, om dat zy
äan die rivier legt, die zig in den Indus
ontlaft , en nu Rawey genaamt word.
Indien het al de zélvé plaats en rivier
was', óordeéle ik egter de ilad Lahor van
een veel- later aanbouw , buiteri ’dat zy
door Sjah Selim ( gelyk wy in ’t leven der
Groóte Mógols toonen) zoo merkelyk
verbetert is, dat hy die van eeri flegt neft
tot een groóte ftaat, van vierentwintig
mylen (zoo men zegt) in hären omtrek,
gemaakt heeft. Immers ik gelooye daar
aan niet meer , dan aan verfcheide aridere
zaken, diede hoogmoedige, ente gelyk
fàbuleuze Mohhammedanen , in ’t ge*-
meen, en de trotze Mogolders van Itmoer
Lenk (o f Tamerlaan) in *t by zonder,
daar vari opgeven , die , wat zy nog
groots, en eenigzins antycqs, hiér en daar
m het ryk vinderi , ten eerilen aan Alexander
den Grooten,of hunnen Sulthan Isken-’
der, toeíchiy ven, ichoonhy in die plaats,
waar van zy het verhaal doen ,*noit ge w;eeft
is} van hbedanige grollen ik vertrouwe,
dat het voomoemde Manufcript van Zyn
leven,: vol is j en dat ■ die hiftórie met de
Mohhammedaanfche Godsdierift, door de
Perfianen enArábiers, in hunne letter en
taal eeríjt en te gelyk daar overgebragt,
en dus ook daar na aan de Indianen, (zoo^
als z y ’¿r nu verhaal van doen) eerft in die;
taalen medegedeelt, en daar na weer van
deze o f gene gaauwe Maleyërs in hünne
taal en letter (zynde mede de Arábiíche j
hiftoriswyze opgeftèlt zal zÿri.
Hier toe moet men ook t’huisbrengen ’
die verfcheide fchoone Obelifcen o f graf-
naalden , en andere fi’aaie Oudhederi, die
men te Delli, dé hòòraftadt; áes Mogols
en vooral in oud Delli ziet , ' eén ftadt,
dàar mén w il, dat ’t hofder oude Mogols,
en zelf vari Porus, van ouds was, en daar ’
nu qbk ’t graf der Groóte Mogols is, by ’
uitftek ’t graf van Homajom g^riaamt..
Alle welke oudheden ( hóéwel vóor een
kennerzeer nieüw en modern) men mede
w il , d a t van Iskender eh' de Grieken,
opgeregt, en tot zyne gedagtenis dus lang
bewaart zyn.
Eenige my len van Agra ! (daar de Groote
Mogol nu zyn hof hout);legt eén ftádt,
Scandàrbàdë‘r X gelyk I zommige Landbe-
fchrÿvérs ;qiialyk uitdrukkeri) maar, met
zyn regte riaam , Skenderdbaâd% dat is j
Alexàndèrsftadt, genaámt , in welke plaats’
ook van ouds1 wel koningen hun hofge-;
houden hebben.
Deze v gelyk ook niet de ftadt Secan-
dera, ' o r mâar het dorp Secondra , wat.
beooíbéri de rivier vari Agra gelègén , willen
vele Mooren , onkunaig van hurine
eigene landzaakén en gefchiedeniflen, al
mede door Alexander o f Iskender Dfulcar-’
riajim gebouwt te zyn j dog zy yergiííen
zig zelven in den naam zoo zeer niet , als
wel in den tyd, om dat’er van de Ouden
van twee Alexandria’s, door Alexander den
Grooten in dat ryk geftigt, iet gemelt ,
en in de kaart, van zyri- Iridifchè tocht
femaakt, een Alexandria vlak“ in het
îoorden , ontrent het Oóften van de ri*
vier Orxantés ò f Oxus (van de Scytheri
Sylin genaamt) eeri rivier, die in aeCá-
ipifche' zee ftort, en nog een andere ftadt
van dien zelven naam , in ’tZuidwefteri
ontrent de mond van den Indus., niet verre
van den grooten oceaan, gevonden word 3
behalven dat Plinins lib. viv cap. 16: nog
vari een Alexandria , op de grenzen van
H Za-
I. D E E 1 .