
i S
■ ■ f i
M I N
¡ « 1
l i f a i
iSSB
1 Ü I
B E S C H R Y V I N G D E R.
fcheide ioorten van lywatenmede gebragt
te hebben, om die tegen goud, waich,
fchildpads-horen^. katsjang, (een ibort van
boontjcs) ryltj en wat dies meer ’er we-
zen mögt, dat hun gading was, te ver-
rüileü.
Hy zeide;, dat hem dat zeer aangenaam,
en hy ook zeer genegen was', om de
vriendicfiap met den*landvoogd der Mo-'
luccos te onderhouden j maar dat hy van
elks maar zeer weinig had.
Hy voegde daar b y , dat dit alles wel
tot hun dienft was} maar eiichte. v y f en
twintig ryxdaalders voor een Pikol waich,
böpigende, dat hy ’er in Manilha dertig
Voor krygen kon j dog dat hem veel raeer
als dat aan de vriendfchap der E. Maat-
fchappy gelegen, en dat dit ook de eeni-
ge reden was,waarom hy hun dit zo veel
beter koop gevpn wilde.
Even zo onbefcheiden eifch deden zy
voor hunne ryft, die de landvoogd onge-
lyk beter koop yan Manado krygen kon,
en naar welke zy dierhalven al zo, weinig,
als naar hunnekoe-beeften bieden dorften,
voor ieder van welke zy zeiden, dat de
Engelichen (die ’er nogtans zedeit ’t jaar
Iggp met ße^seü, waren) vyfen twintig
o f demgryiaaalaers betäält'hadden • maar
voor een Pikol wafch boden zy hem
twintig, en voor een ryxdaalder zwaarte
aan ftojj-goud, twaalfjryxdaalders 5 waar ,
öa hy (die toch geen handel met haar
zogt) niet eens booren wilde.
Z y verzogten hem ook, ’t geen wel
de voomaamfte reden van hunnen togt
was, daar een Logie te mögen bouwen,
over welk verzoek zynHoogheit, enalle
zyne Grooten zeer verzet ftonden, zeg-
gende de Moelano (hoewel toen met den
Sulthän, zynen broeder, in het befte verband
niet) niet in ftaat te zyn, om daar
op zo ichielyk te können ant woorden.
Den Sul- De Sulthän verzogt, dat zy onder-
ft&g jer' tuflr'c^en met hun fchip, dat buiten nog
onzete IaS> de rivier maar op, en voor de Ne-
gry komen wilden, dat hy ondertüflehen
over de middelen, om hun nader genoe-
gen zo in den handel, als in het verdere,
te geven, mptzyn Grooten zieh nader
beraden zöü. ; 7
Dit zeide h y , in hope, dat ondertuf-'*
fchen de kiel en beneden-huid van hun
fchip mögt opgegeten , en zy dus mogten
genoodzaakt worden, alles, ’t geen zy
mede gebragt hadden, daar te laten op
zulk een wyze, als.hy ’t begeerde ; dog
dit ontfchoot hem t’eenemaal, alzo zy
hem zeiden dit tegen hunnen lall:, en de
moeite niet waerd te zyn, vermits zy lall:
hadden, in ’t körte te vertrekken, en
weder naar Temate te keeren.
L Zy kenden die rivier beter, als hy dagt, en
fneden hem daarom diepas op deze wyze af.
vergeefs
h o o g er
o p in d e
r iv ie r te
komen.
. Terwyl zy hier waren, wert hun by Nieowe
vericheiden nieuw-ingekomene berigten berichten
yerzekert, dat de Mangindanauwers jaar- van ^
lyx niet alleen naarjVlanilha, maar ook JJ!rt !*er
veeltyds naar Macaiflar, Batavia, M^lac- danau*1'
ca, Siam, en zelf ook naar Madraipatam wers.
(de hoofd-plaats der Engelfchen in, Indien,
pp de Kuh: Choromandel gelegen)
voeren.
Zy hoorden ook van een Ternataanfehe En van
Chinees, hoe grooten fchade de Engel- ppsi
geliehen , by hun laatfte aanwezen ah ¿ er.n
daar , geleden , en hoc zy wel fterk
by den Moelano aangelfouden, en hem
in ’t eerft ook (door de groote lomme,
die zy jaarlyx boden te geven) al cenig-
zins bewogen hadden, om in den bogt
van Boelak een vefting te mögen bouwen
5 maar dat hen dat eindelyk plotze-
lyk, alleen om die reden, afgeflagen was,
om dat zy het zelye. ^en Hollanderen
geweigerd hadden, en die daar uit red'en
van misnoegen, zo zy het hen mede niet
toeftonden , zouden. können opvatten,
beide welke zaken zy dus veel Hever ont-
wyken wilden, alzo zy niet genegen wa-
| ren, moeitemetdezelve te hebben. of
wööft*inciJ, om vait^gRSSm^tf^Iemand
toe te ftaan. Viel “hier nu v ^ ^ ä e
Engelfchen zulken foberen winft , en
zogten zy daar egter een Vaftigheit te
bouwen, zo kon dit hergens anders op
zieh, dan op de fpccery-handel, alzo die
de koften rykelyk goed maken kon. ’
Dat Kapitein Swan daar om zyn.goud, Nader
en barze taal tegen de Grooten, doodge-^ bevefti-
llagen was, wlerd hen van veelen bevef- §ipSYan
-Ugt . - de reden
De Vrms Boelagos, des Sulthäns zoon, teinKapi
deed hen op den iyden van de zelve Swan s
maand, op welken dag zy hem bezogen, dood*
verlclieidene onnoozele vragen } dog als
zy hem van den handel aanlpraken, zo.
quam het alles daar op uit, dat zy dan
drie o f vier maanden daar dienden te bly-
ven, en met hun fchip voor de Negry te
komen , in welk geval hy hun goude bergen
bäooMe.
Zy zagen hier ook by niemand eenig En dat
goud van belang, dan alleen by den Sul- hier wei-
thän, en zynen broeder, oLder zelver " ig gouJ
bloed-vriendcn, die daar af redelyk wel, f '
dog egter maar voor eenige lyf-iieraa-
den van krillen , iabels, en andere:,gc-
vellen van geweer, en wat dies meer is,
voorzien waren, bebalven dat harevrouwen
en dogters zig daar van mede zeer wel be-
deeld vonden.
Men zeide hen ool$; , dat alle ^"de
koopmanfehappen, daar jaarlyx te beko-
men, ten uiterften maar vier honderd, en g
gemeenelyk maar twee honderä en ook
wel maar acht en vyftig Pikol wafch
haalen konden, en dat die daar zelfs
nog
M O L u C C O S. ' 33
tigbeit.
Werte
hebben
afgeflagen.
nog niet vielen , maar van Sarangani
irieeft, en ten deelen ook uit den bogt
van Boetoewan, en van JBoajang, moe~
ften’ gebragc werden y welke‘dan nog tot
den naaften prys vyftien of zeftiep ryx-
daalders het.Pilcol beloopen zouden, wel-
kers aliergrootfte winft de onkoften van
zjilk een reize niet zou können goed maken.
By een nader gehoor, ’ dat hen den Sulthän
verleende, wierden zy , nog veel
, ftatelyker dan te voren, door den Vor f t ,
en zyn.broeder, den Moelano, o f Ryx-
' beftierder, zelf aan ftrand ingchaalt, en
zeer minnelyk ten hove geleid.
Ons ver- Hun eerite gefprek bragten zy weerop
zoek om het maken van een Logie aldaar, alzoo
vaf‘ hen anders niet wel mogelyk was, daar
te komen handelen 5 maar de Sulthän,
die niets. minder dan dat zogt, en ook de
Moelano, clraaiden dit aanftonds op een
ander gefprek, toonende beide niet genegen
te zyn dit aan iemand toe te ftaan?,
iehoon hen de Engelfchen ( ’t geen zy
herhaalden) jaarlyx vier duizend lyxdaal-
ders hier voor belöoft,, het welke zy ook
(na hun voorgeven) nergens anders om-
hen afgeflagen hadden, dan alleen pindie
van .de Nederlandfche Maatfchappy geene
de minfte reden van misnoegen te geven,
aan welke zy dat bevorens ook al mede
geweigert hadden, om in het toekomen-
de het zö veel tc beter oök andere te können
afflaanf gelyk zy zeiden nu al ver-
fcheide maalen oök aan de Spanjaarden,
.die ’er een op Sarangani verzogt hadden
te bouwen,, gedaan tp hebben.
Dit noodzaakte hen, om hier af niet
meer te fpreken } weshalven Zy weder iets
van ’t goud, ’t geen daar vallen mögt,
begonnen te opperen, dog bevonden,. dat
lookdaar in voor hen niets te doen, nogte
hopen was.
Eindelyk begonnen zy met den Sulthän,
nog van een erger Hoofdftuk, daar hy
nog al meer tand-pyn van kreeg, te IpreJ
ken, en hem het regt van den Koning]
_ van Candahar op het eiland Sarangani!
van Can- en 0p die voornoemde plaatfcn, in den
a ar bogt van Boetoev/an, onaer de naam van
het koninkryk van Boeliifang, gelegen,
door hem jn zyn volle kragt en luifter wel voor te
tegenge- ^eßcn. ¿0g ¿ic Vorft loochende daar iets
afte weten, en alle de Grooten , en veel
mindere, daar tegenwoordig, hielpen hem
dat zeer ftout, en onbefchaamt ftaven,
zo dat zy , om in geen verdeie verweide-
ring met hen te geräken, voor dien tyd
beftkeurden, daar afteftappen, endit
tot een beter tyd, en’t bekomen van uit-
drukkclyken laft om daar over te handelen,
uit te ftellen.
Z y verzogten dan alleen, een togtje
Vobrftel
aan dea
Sulthän
van ’t
recht des
Konings
fproken.
ioek, om naar den bogt van Boetoewan te mögen
een tocht doenj maar dit ftondt den Vorft alzo wei-
I . D e e l .
nig ^ als ’t verzoek om een Logie te naar dg
bouwen aan, alzo hy vaft ftelde, dät dit oocluvaä
gpeniins tot zyn, en moogiyk tot hun
voordeel dienen zou j weshalven hy en de! doen,
Grooten, die daär over als verbaaft ftönJ medeaf-
den, vlak uit zeiden, dat ze hen hier dp, geAaSefll
fehoon zy dat nog al eens verzogten ^ niet
anders konden antwoorden, dan dat zy
daar toe geen verlof konden^ nog zouden
verleerten.
Zy fpraken egter den Moelänoiiög eens
in het byzonder aan, die nu alleen by hen
zynde, wel zeer hoog opgaf van nädet
met den Sulthän, zynen broeder över ’fc
maken van een Logic, en ’t middel vari
een vaften handel te willen, en te zullen
fpreken} dog zy merkten, dat alles, wat
hy van zyne hooge agtingvoor deNcder6
landers, ■ en van de grootheid van zyn
oorlogs-daden entrouw voor hun fprak y
enkelyk maar gericht was^ om' zo lang
zy hier waren, in hunne goede gunft te
ftaan, o f eenig frani gefehenk byzondef
van hen* was ’t niet door hunne milda-
digheid, ten minfte op zyne beleefde eh
fync bedelary, te bekomeni
Om nu te*toonen,dat dit aan hctii niöt vleycrj^
fcheelde,. zo zeide hy hen klaar uit, dat van den
hy ’er niets tegen had * en het zeer goed | |g |g g
keurde, maar zy wiften oök zeer wel, onfi1Ct_
dat het vermögen van zyn Excellentic,
gedurende de verwydering tuifchen hem
en zyn broeder, zeer kleen, en dat h^t
derhalven maar ydel zwetzen en ook'
ganfeh zyne meening niet was.
Hy deed hen de ccr ook, om hen nog
al tneerte vleyen, van hen zelf by zieh
ten eeten te noodigen} dög zy floegen
ditmetbeleefdheid af, beklagende zig aart
hen wegens den {legten Tabak dien men
hen verkogt, en wegens de geringe hope
die men hen gegeven häd* van daat
oit weder te komen handelen, alzo z f
alles op te hoogen prys hielden.
Voor hun vertrek kregen zy nog ge-
r legenheid, om van een Chinees zyn zoon
ter fluik zeven. Pikol wafch tegen achtiert
ryxdaalders ( in weßrwil van des Sulthäns
verbod aan hem zelf gedaan) en daags ’er
aan no'g vy f Pikol,. tegen dien zelven
prys, vän-den Moelano zelf te bekomen,
en die behendig aan böordt te krygeit.
Ook bevonden zy , dat daar zeer wei*-
nig kleeden met winft te vertieren vtetren ,
vermits zy die z e lf, - ter plaäts daar zy _v
vielen, zo veel, en tot zo goeden koop _^|
gingen halen, dat het de moeite al mede -
niet waardig was,die daar naar toe te voeren.
De voorname magt van dezen keizpr 0CS
nu hadden zyby een zeer naaukeurigp na- zers magt
vorfching van alles by' verfcheide beken- Eier,
den aldaar, bevonden hier in tr^^ftaan,
, dat de landftreken van Sjamböffgo , en
Bafliloa, ruim honderd bemande Cora
E Cora’»