
IS3°-
i f
l i
i[k|
1
Fernand
Lopez
tegen hunne meerderen, ¿en ongelóove-
lyk nadecl aan de veroveringen der Portugeezen
gegeven hebben.
Die geitrenge lait van Pereira, en zo
koit daar op gevolgde huiszoeking van
weeg- en meet-gereedfchap, en de weg-
voering van hunne Nagelen, quam den
Poitugeefqh'c krygslieden* die nu na
geen krygszaaken meer dagten, en dat
ter fluik handeleo nu t’eenemáal gewoon
waren, zo bitter voor, datzy , die hun
hart-ader daar by nu afgefneden, en zieh
als in den grond bedorven zagen, zieh
zelven aan de uiterfte wòede overgaven.
De voornaamfte belhamel onder deze
oproerigen Was Fernand Lopez , eed
eencvoor- geeftelyk perzoon,; die, daar hy anderen
uaam tot een voorbeeld van gehoorzaamheit
vaneen.1 aan ^Unne Overheit, en van Heiligkeit in
oproer. leven, behoorde geweeft te Zyn, in te-
" gendeel de voornaamfte beroerder van’t
krygsvolk was, hen in de mond gevendej
dat het hem als een onduldelyke zaak
voor hen allen voor quam, dat de Landvoogd
hen dus ’t brood uit de mond ital,
en de keel,om zo te fpreken, toewrong.
By dezen moei-al quam Vincent de
Ook Fonfeca, een buitengemeen oproerig, en
Vincept war-geeftig man. Dochdezenlaatftenliet
de Fon- de Landvoogd, over dat hy- de ronde
*eca- zeer fors en onbehoorlyk bejegent hadt,
Die váft in de boejen zetten 3 maar de overigen,
fchoon van. een voomaam voortftuwer
van den oproer berooft, waren voor de
Landvoogd niet wel aantaftelyk, om dat
niet alleen de meefte hier aan de hand
leenden ; maar ook onder de hand van de
inlanders geftyft wierden, die,, zo wel
I. als z y , bÿ dit verbod hunne rekening
ganfch niet vond en, en derhalven hetl
1 zqlve mede gaarne vemietigt zagen |
. want van die byzondere fluik,-handelaars
kregen zy voor hunne Specerycn veel
meer, dan van de Koninklyke daar toe
geftelde bewints-luiden, die hen maar
volgens het eerft gefloten verdrag betaal-
den, ’t geen zeer veel van de betaling
dezer byzondere handelaars verfchilde.
Het ge- ‘
meen
volk
werd
door den *j
inlander
geltyft.
Het meefte krygsvolk niet weinig hier
door geftyft, begonteft eerften de hoofd-
fting van vefting te vérlaten 3 van welke zommige
7 krygs- voornamen na de Spanjaards, andere na
v de Mohammedaanen, de vlugt te nemenj
Onder't maar de voorzigtigften onder hen ’tgroot
welk de gevaar, ’t geen daar in voor hunne kin-
yoorzig- aeren, en vrienden in Portugal, opge-
Ternâ ^ ^oc^n- lag, vreezende, oordeelden be ft,
taanen" om zelvenj nog de hunnen in ge-
. bewegen, vaar -te begeven , het zo te fchikken,
°m Pa-, dat iy een weg tot den zekeren onder-
jeven te § an§ van Pereira door de Ternataanen
benemen. zelfe baanden 3 als welke, zo ’er al iets
te zeggen viel, dan alleen daar over aan-
\ Iprekelyk zouden zyn.
Verdere
uitber-
Dit wel rypelyk ©verlegt ontwerp 1530.
vond ten cerlten by allen ingang, en
wierd ook zo , zonder eenig uitftcl, met
veel omzigtigheit in ’t werk geftelt.
En men gaf niet alleen ’t gering volk
onder de Ternataanen , maar ook den
voornaamfte grooten, en HoVelingen,
ja zelf de Koningin, alle bedenkelyke
quade berigten tot nadecl van den Landvoogd,
en maalde hem met de levendig-
fte verwen af, als een man, op welken
zy niet den allerminften ftaat behoefde te
maken.
Zy zeiden, dat uit Indien by hen niet Gronden
een vriend , maar een doodelyke vyand by de *
en geweldenaar gekomen was, die niet Portu-
anders feheen vçor te hebben, dan -hen | | |B
allen met eene fnede ’t leven te benemen, geiegd!*5
en met hunneh ondergang zieh zelven
by den onder-Koning van Indien aange-
naam te maken 3 in al het welke hy
nogtaps dit oogwit had* van ook daar
door met ’er tyd zieh zelven te verry-
ken, en zyn vermögen verder uit te
breiden, zpnder zieh in ’t minfte aanfde
belangen van anderen te kreunen, o f zieh
over zo veel elendigen,, -die hy , tegen ’t
regt der nature en der vòlken , door zyn
onbillyke verbods-brieven bedorf,' in ’t
allerminften te bekümmeren 3 maar, voeg-
dep -zy ’er b y , op dat gylieden niet
meend, dat het gevaar en ongêlyk ons
alleen raakt, zo vinden wy onsgedron-
gen u te waarichauwen, dat gy u niet
om den tuin laat leiden, o f met zoete
woorden blindhokken : want gy kont
verzekert zyn,dat Pereira befloten heefr,
zo ras de vefting voltoit is, denjongen
Koning, niet tegenftaande zyn belofte,
en gedanen eed, niet. alleen niet los te
laten, maar in tegendeel de Koningin,
met al de voofnaamfte grooten, mede te
doen gevangen zetten , om daar door de
inlanders te beter in toom te houden,
cn na zyn pypen te doen danflèn 3 en zo
ook eensklaps volkomen meefter van
Ternate te worden, hen alle tot flaaven,
cn zieh daar door by zyn Koning, en
den onder-Koning van Indien, aangenaam
te maken.
Deze, en diergelyke leugens, en al Viòden
wat hen de ipyt veraer tegen Pereira in-
blazen kon, hidden zy de Koningin, Koningin.
en de Temataaniche grooten , als we-
zendlyke waarheden, met zovecllchyn
voor * . dat zy niet het minfte daar van in
twyffel trokken.
De Koningin, een zeer looze en hoog- Haar
moedige vrouw , de befte gelegenhcit ter befluittos
wercld tot den ondergang der Portugee- dcr ^or‘
zen nu voor haar geboren ziende, wift, ©mter-01
buiten dat zy dit alles geloofde, nog gang,
vericheid c : zaaken , waar door tuflehen
haar en zommige grooten verwyderingen
gekokomen
weer in
de Moluccos.
Die in
bandeo
gdc^raen waren, .zo behendig Öp reke^
nipglvan die.Natie te zetten, _da£ .’e il
piets meer noodig wais, om de Ternataanen
tot den ondergang van de Portu-^
geezen te doen befluiten-.
Misnoe- ; Hier by quam nog dat § r een alge^ '
gen van meen misnoegen by aie van Tidore, en
dievan jgilclo, die de party van de Koningin
Tidore. ternate hidden, al zedert een ge-
j-uimen tyd geweeft, en maar na een be-
quamen tyd, om zieh met voordeel.te
können verklären, gewagt was,
De Span- i J11^ °P dien tyd, als ;o f het zo; be-
jaarden jraamt \vas, poogden de Spanjaarden zieh
in de Molukze eikndén^ weder in te drin-
¡gen, en daar op nieuw te neftelen.
! Antony de Mendoza opder-cKpning
van. Nieuw Spanjcn, jiäd, daarn eenige
fchepen, onder. 7 qpper-beVel van eenen
H0aipfpi. gpzo^èp^-^ìe, ip de eilandeu
éiiblb * eiiÍThdore aangekopien- zyA-
d%’ yau die té g ^ ^ e PortiigeéZej®' iö ;
m&nöegäe VorftöP fe^er vrieaiddyk.ront^;
Ifiingen wierd. door een zwareij
tftqrm.'zeer fchieíyK aangetaft , raakten
der Por- jzyji fchepepjn den grond, hy,; met val
X T 1 ideäynen din feájti leven af^iiagten.^n
•hañdeh der;, Portugeezen, en aldiK liep.
• die gebeele ónderneming tp niet.: ' ' ,
fiindigde dit eertté.gevaar vóor dé
Pdrtügeezen zeer gelukkig, byzonder ip
een tyd , dat; z y buitén hun -weten*
meer vyanden dan zy dagten, onder die
* - Molukze inlanders, en niet dan al te veel
¡verborgene feheuringen en verdeelthedep
in ’t midden van hun hadden. . .
r Dit üeurde egter nog eenige tyd in *t
onzekere heen, tot dat ’er eindelyk nog
meér zaaken ten íafte van Pereira de
jtoningin aangebragt zynde , zy by haar
Nìénwe
klagten
over
Pereira
doen de
Koningin zelven vaft ftelde nu zonder uitftel haar
befluiten vorig befluit uit te voeren, om alle de
aide Por- Portugeezen in den grond te bederven,
en zicTi van de zelve eens geheel en al te
roejen. ontflaan.
Om dit nogtans ordentelyk te doen,
Haar ver- Lerjep zy aj haar vrienden, en bloed-
toogin r . 1 1 : , i _ : ___. . . " i . . ___
den raad magen tot den raad, en lei voor hun
daar open, hoe de Portugeezen, ten deele
over. doôr wroeging van hunne gewiflen over
hun voorgenomen ifchelmftuk, ten deele
door ípyt over hunne afgefneden winft,
p aan’t bewegen geraakt, niet alleen onder
malkandèren zeer oneenig leefdens maar
dat zy alien ook met een onverzettelyke
drift en woéde na de dood van den Landvoogd
haakten.
Bedenkt eens, rtiyne vrienden (zeide de
vorftin ) hoe fehoone gelegenheit ons nu van
] zelf s'voorkomt, om oñs. van een volky dat
ons zo godloos, ondankbaar, en heerfchend
behandeld heeft, te ontflaan... Indien ik
her denk aan de weldaden, hen door Bajang,
myn Gemaal, en uvi Konings bewezen,
L D e e l .
aan de Voorregten hen toegefaan * aan de i j
verbonden. hunnen voordeele gemaakt,
i n z o -heflig -bezWOren^ maar àogodloos, en
mdmkbmri v a n herí gebroken3 ; flankt \ 'my
ÛnmogeîjB:Îê^.zyn* dat ik yny p îé t èer^àdn
'■lñ¡n 'gewröiefffreb. Brengt u.ye.ns binnen j
lobe fmàdelyfifzy. my , cn Jtindeten^
even na 's Könings fiood, gemridelt %hoe zÿ . al
de P r in fe n y n a g z o joñgzynde in de g e ?
v a n g e n i s ' in riiet&nagglaten, hebV
ben, om z ic h <$>• v n y f uV?
. iuettig vorftin yen hun trouVoc BMdgeno'ote^
te verzekeren* '' H e rd e n ftlj z e g - t V f hoe ¿jé
\zedert mynen ry k s -Se te l heb moefen ve r lor
t e n , en itit myn eigen ryk^ a ls penberoiae
en verlatene oporftiny vlUgteny je n v a r í \i
te n op 7 ander zv r ir v e n f 'en d a t vo or z ú jk é
3 eragtey err by^ ons z e lf s z o gunftig aaríge
nomene fch ißbreu k ilingen, t o t groot nade'çl
y q nm y n f ta a t en f en tô t een dnkitfprekelyke
ftro efheit v a n myn J ie v e kindereny en onder-
dànen. Dà a rb enëven bejfttn wwyoekomenlfê
jv o r ft, myn Zooh lîeyaal, niet £0 rqs.9 tô t
jmyn groote v e r q u ik k in g l iw a t meer jarér,f ,
en .bequaamheit to t h'et waarnemetL$an de
ryhszaaken te krygeri, o f mem.fie effehë ïn
\door ^ e x ^ ^ p ^ V I e v e n ’g d H a g F f f e ^ men
VPg '. d a g u y ^ f t ^ y ^ in l i i y v p n d e i^ ^ Ê z } n
b r o e d e r 'F tà i s fi§
t e d o e r ty ■ : v . X \
D e rh d J v en , z o gyiiedemeenige ftdffte ybpr
uw-mjshandeldeen^verongeÎykte-vorftih^ zo
g y eenige genegenbeit voor uav ivettigen v o r ftj
en zy n e , vryjoeity j a z o g y eenige Zugt voor,
uw eigen w eift and e n .le v e n . h e b t , , en niet.
q fwagten w f ld b to t d at gy met my qls y e.r -
agte fla v e n in die vefting gevangen g e z e t ,•
en op de aller fm adelykfte. w y z e v a n d ie .
tr o tz e en ondankbare N a t t e gehandelt word^
z o laa t dewyl z y in hunne verwydering
ons z e l f s to t hunnen ondergang noodigen^ en
ons daar toe ook eenigzins de hànd hieden 9z o
[fchoon een gelegenbeit, om ons i n een reis
I aan hen allèn t e w reek en, d o g n iet ontflip-,
\pen-j maar neemt m e t my^ d ie maar een
\vrouw b en,.- een moedig befluit v a n h e t
\hoofd d e z e r geweldenaren eerft y q n kant te
helpeny na ' t uw e lk y e r r ig t te hebben, g y-
lie den de overige, d ie dog a ls razen de bon-
den malkanderen geftadtg b y te n , met weinig .
moeite, v erm its 'e r dan nergens örder op
z y n z a l , z u l t können doodftaan, en z o
met g em a k , meefter v a n de vefting gew or -
den zy n d e , in f ta a t geraken, om uw en on-
noôzelen Koning u it z y n gevangenis te v e r -
lojfen, en hem aan uw e v o r ftin , en aan
alle zy n e ond erza ten, die z o lang va n hunne
vorft .berooft geweeft z y n , met z o v e e l
genoegen wederom te geven.
Z y had niet veel moeite van nooden
om hen allen tot haar bëfluit over te halen:
want buiten dat zy de Portugeezen, van
wegen hunnen Godsdienft, een doode-
lyken haat toedroegen v.zo was ’cr geen
A a een