
w j bpn^en^’t iy^^^aftriancd'
gelegen^ ; melt ; gelyk bofc van altaaren
en qplommen, doo?fBatchu$, Hercules,
Semiramis, Cyrusen Alexander denGroo-
ten, tenjbewyze dat zy daar eeweeft zyn,
opgeregt; . maar wat gemeenfchap hebbin
tog die twee fteden,de eene om de Noord,
en deandere omdeZuidvan ’tMogolfche
ryk gelegen , met Skenderabaad en Se-
cpndra , waar van het eene in ’i midden
van ’t fy k , beweften Agra, en ’t andere
niet verre van daar, gelegen is ? Immers
niet de minfte in opzigt van de plaats,
behalven;, .dat zy 00k van veel later aan-
bouw, en yder (zoo men wil) van een
byzonaere Mohhammedaan , Iskender,
Van hen als een heilige geeert ( ’tgeen
hunne Geleerden zeer wel b ek enn en van
ons 00k wel verindagtigt is ) jgeftigt, en
dus na hen genaamt zyn. Over welke
misflagen men zig te minder in de Mooren
verwonderen moet, om dat zy zeer Hegte
tydkundigen zyn.
De naaktloopende Wyzen , . die, men
wil , dat Alexander, in Indien gezien en
gefproken hebbe , zyn aldaar nög-, buiten
alle tegenfpraak, zy werden geen Brami-
hes, maar Jogi’s genaamt, en als Heiligen
van de Inlanders geeert en onderhouaen.
Dög ik heb noit van hün goude draag-
baren, nog van merifchen met een 00g,
met een lange ypet, en zondenmond o f
neus, van hoedamge grollen Hiamaicbus
eh Mcgajihenes'yXweX. weinige opgeven ,
f ehoort. Het is waar dat de Ghinezen ,
y gelykenis van de Europeers, en vöor
al van de Holländers wel zeggen, dat Zy
maar een 00g, dat al de Swarten ,of In-
dfaanen, geen oogen, maar dat zy Chi-
nezen aüeen/er twee hebben.; maar dat
gelykjt na zulk fabelfchryven immers niet 5
alzoo zy , dus iprekenae, daar mede-al-
leeft wiflen te kennen geven, dat deSwar-
ten, na hunne gedagten, geen, en de Holländers
wel eenig, dog dat zy Chinezen
’t grootfte en fynfte begrip hebben.
Daar ziet gy nu ’t voomaamiie, dat’er
yan Alexanders tocht in Indien te zeggen
v a lt , en hoe weinig licht ons , ,en den
Ouden, by al dat Pretzen , ontrent de
wäre gefteltenis van Indien gegeven wOrd.
My fchiet nog te binnen, dat de koning
van Atjjeb (o f AtJjien) op Sumatra,
onder anderen van zyne titels , roemt een
zoon o f zoons zoon van Sulthän Iskender
(of koning Alexander) te zyn ; even eens
als de keizer van Maningcabpzich in
’t voornoemde Manifeft mede benoemt
van zyn bloed, te zyn ; ’twelk zoo ’tal
Waar is, zullen zy yder maar eenbaftaart ;
van hem wezen , , alzoo zy in verwe en I
vel te veel van hem verfchilden.
W y zeiden te voren, dat Arriams en
Plinius, die nog wel de befte Schryvers
:zyn, al ’thunne, o f uit de ichriften van I
i 3 01 uic. tue van ¿\earcnus en
’ Oneßcritus, Alexanders reisgezellen;, pf
uit die van Arißobulusr o f y^Ptolomeus y
Lagus zoon, getrokken hebben , : maai*
moeten ’er byvoegen., dat alle die Schry-
Vers veel leugens en verdigtzelen, van andere
hen opgegeven, gelooft, en,, om
wat vremds te fchryven,. ’er niet niinder
by verdigt hebben.
Men zegt dat Pyrrbo , een Atheens
Wysgeer , Anaxarchus difcipel, die in
’t jaar der wereld jdyo. leefde, al mede
na de Periiiche Magiy en"^na de Indifehfe
Gymnojophißen naakte Wyze^., eS0
gereift is. &ft
Sirabpjverhaalt tibi xV.litt ApoUodorus'yy .
dat de Swifche köningen , nazaten van-VSh4
; S.eleucus Nicator, Indien beftreedden, dögvan Pyr.
voegt’e rb y , dat hy veel ftiydige en nietfho * j
wel aannemelyke zaaken ea j
yüflims zegt lib. xy..rcap. 4.’ dat Seleu-an eren‘
c.us ( waarfchynelyk Nicator) na ’t ver-
overen der Baraianen, fig 00k naar Indien
begeverr, en by zyn kpmft aldaar , be-
vonden heeft, dat de Inlander aide hooir
den , dpor Alexander den Grooten daar
gelaten ( ik meende'dat h y , volgens^fSr-
riariusy ’er maar een, dat is , Porus , ö f
wel nog een, van Curtiury Sibyrtios genaamt,
geftelt had ) dood'geflagen, e»
dus dat jok van flavemy, niet zoo zeer
in waarheid »«%elbhokt
hadÄ aang^cn'^kereSdrocottus hen ,
onder dat voorgeven, daar toe wel aan-
Spztt ? doch , na ’t verrigten van dit
werk, dit volk weer als flaven aan zieh-
zelven onderworpen had. Indie tyd nu
s p^s na dat Sandrocottus ^ die, zooSträbo
“ftbenes v erhüt . een leger van
400000 man had, en welken Arrianus ons
bevorens , met de naam yan Androcotus,
van Alexander den Grooten al pverwon-
nen , befchreven1 had ) zieh met lift weer
meeffef vm Indien gemaakt ^ad, quam
Seleucus m Indien , maalete met dezen
vorft een verbond , tot ppheldering van
'tyreXktStrabo Hb. xv. pag.498. 20. nader
zegt: dat Seleucus al de landen, ontrent
den Indus gelegen, aan Sandrocottus, met
den welken hyverfwagert was, gegeven,
C1* bem daaryoor weder j:op nhfapten
geichonken heeft, van ’t welke ftogtans
Plutarch in ’t leven van Alexander den
Groot cdp. 108. eenigzins verfchilt.
In zyn x l i . boek cap. 6. ipreekt Jttfli- v
ms 00k van eenen Eucratides, een groot
man, en koning der Bactrianen, ak vanmagt
eenen , die lang met de Sogdianen, Dian- over In- I
gianen en Indianen geoorlogt, en einde-*®11,
lyk zig aan de Parthen heeft moeten onder
werpen.
Hy zegt 00k , dat Demetrius, koning
der Indianen , hemjjelegert had,
doch dat; hy met ^pc^foldaten doooo van
zyne yyanden , by geclurige uitvallen ,
overoverwon
, en navyf maanden zigmeefter.
van Indien maakte, I hoewel hy, niet lang
daar na, van zyn eigen zoon gedood is.
; Ptolomeus Philadelph , Zoo Plinius lib.
vi. cap-17. zegt, heeft;pok ftteg&ßbenes
en Dionyfius bdaft naar Indien te gaan.
Na deze vorftenzie ik by Strabo lib. II.
dat Ptolomeus Euergetes, die in ’t jaar
5714. leefde , door beftel van zyn ppzien-
aers over ’t roode meir, een half dpoden
Indiaan , in een fchip alleen gevonden,
enweer tot zig zelven gekomen, by zig
felcregen had, en, nac&t hy hem Grieks
äd kten leeren,; van hem verftaan, dat
hy met zyn overledene makkers uit Indien
gekomen, daar geftränd, en , zoo'de koning
hem een ander fchip en volk geven
w j la e in ftaat was om hem zyn land in
Indien te wyzen waar op hy hem niet
. alleen van al ’tnoodige vei-zorgt, maar
Vaq Gni- ;Eiidoxiis'dög zoo andere willen ,
wd Eu- den ftarkundigen Gnidius, medegegeven
doxus had, by welk geval hy, o f wel Eudoxus |
reize. ¿00 Strabo zegt, zieh 00k van de gelef
enheid, om Indien tedoorzien , bedient
eeft. Al welke zaaken nogtaris Strabo
daar na, als zeer: pnwaarfchynlyk , zelf
verwerpt.
! Ook verhaalt men , dat die zelve ko-
Veigeef-ning , o f (op beter grond) Ptolomeus
vanaapt(> PhiladelpHus (even eens als dit doorNechoj
lomeus Zoo Herodoot lib. 11. en iv. zegt, mede te
Pliila- vergeefs, en maar ten halven, met verlies
denhInS-y^n izoooo mannen, alleen tot voorzet-
fchen * ting , van den Indifthen handel onderno-
handeL men, en voor hem door koning Sefofljis,
gelyk na N echo door Darius den Perfiaan ,
flog .ookvrugtelpos bezogt was ) getxagt
heeft, het land tuflehen den N y f en de
Roode zee, te. doorgravenj maar, hoo-
rende, dat de zee dne eilen hooger,dan
Egypten, was , heeft hy het rueuw retrenchement
, ’t geen een breedte van 100,
een hoogte vaii .39 voeten, en een lengte
van 37mylen en4ootreden, beflaanzou,
geftaakt, waarvan deoverblyfzels opden
weg van Cairo nog eenigzins ( zoo men
wii) te vinden zyn.
Ook fchynt het my toe, dat de volgende
Egyptifche koningen devaart op Indien,
tot zy van de Romeinen overwonnen zyn,
;; aangehouden hebben.
Patrodes zeSt ^ Patrocles,. die in
en Dai- ’tjaar 3726. leefde, met eenvlppt van de
machus; koningen Antiochus en Seleucus de zee
reizen -van Indien bevaren, en ook. daar overge-
huiTen* * .^hieven heeft j welk fchryyen van Strabo
Ctefias, zeer misprezen j maar van Arriams weer
fchryven hoog geagt word,
daar over. Ook zegt meri 5 dat Dciimachus als ge-
zant van koning Seleucus aan den koning
Allitrochades, de zoon van Andracotus,
gelyk ook Megaßhenes aan Andracotus
zelf, naPalimbothra, gezonden, en dus
niet alleen in Indien geweeft 5. maar dat
dopr hem (zoo Strabo lib. I. getuigt) daar
van ook gelchreven is. Van welke lchiy-
vers men nog dit uit den zelven lib. II.
pag. 23. hier byvoegen moet, dat ophun
fchryven niet veel ftaat temaken is, aan-
gezien zy veel ongeloofelyke dingen, als,
waaragtige opgeven j behalven dat ook,
Eratoßbenes op die zelve plaats van Strabo
dezen Patrocles daarom als ongeloofweer-
dig verwerpt, , om dat hy 1000 lladien
met Megaßhenes, en wel 8009 met arideren,
in ’tbepalen van de groote van Indien
verichilt, buiten dat ook Hîpparchus
hem daar in tegenfprak, om dat h y , en
Daimachus venchilden , van hoedanigen
fbort-Qok meer andere Schryyerszynj by
welke men Clitopbon van Rhodus , en
Orthagoras, mede voegen mag.
Ctefias, die in ’tjaar 3 föo leefde, fchreef
ook, over Indien j dog ik heb hem met
opzet opzyn plaats overgeflagen, en hier
aangehaalt, om dat my aacht, dat Fabel-,
ichiyvers beft by een voegden ; in hoe-
danigen rang hy van V ßius lib.w. cap. 2p;
de Iaolatrià geftelt, en niet gelbofweer-
diger, dan ae oude Dichters, gehouden
word} behalven dat wy te voren uit Arriams
een ftaaltje aangehaalt hebben, waar
uit klaar blykt, hoe weinig geloof hy-
dezen Schryver geeft. Gelooft hem nu
Arrianus niet, die zoo veel nader in tyd
was, wy nog veel minder.
Plutdrchus maakt, in zyngefprek over Chryfe&
de rivier Hydafpes , gewag van eenen mys bpe-'
Chryfermus y die 80 boeken van de gefchie- kcn; over
deniffen der Indianen fchreef. c;
.. Straboichrqefopveel plaatzen, en b y -Çt_.
zonder lib. xv. Plinius lib, vi. ( gelyk wy piiniiw.^
hier na toonen zullen, .van beiden, ) , en
meer anderen, die wy vdbrbygaah, mede
van Indien; maar alle deze, behalven de
vorige Schiyyers, byonsgemelt, hebben
zeer veel, de een uit den anderen met
leugens met al uitgefchitven , en maar
weinige, en zeer:geringe waarheden van
Indien, en van al die beroemcje tochten ,
opgegeven ; dog met zoo veel taftelyke!
onwaarheden, en grove verdigtzelen, dat
het ons volflagen onmogelyk is, om Indien-
in Indien, na zullten beftek, te zoeken ,
veel min te vinden. Een maalftroom,
waar uit men noit zou hebben können
komen ; tenware wy in later tyden, by
de tochten der Portugez,en, Engelfchen,
Franfchcn. , Holländers en meer andere
Euröpeers, die op Indien gevai*en hebben
, ontdekt hadaen, hoe valfch en los
al ’t opgeven, der Ouden van Indien geweeft
zy. Waarom het te dwazer is op
zulke loffe berigten der Ouden (gelyk men
nog zoo ftout doet ) even zoo onzekere
ftellingen, in dier voegen daar op te bou-
wen, dat men op hun fchryven, als ’t in
dekraamdient, onverzetçelykblyftftaan,
en als ’tmet çnze ftellingen ftuiten zou,
H 2 als