
flaan was, zulks de Koning van Tidore, dat zy, by voorval van eenige queftie, net xfi7i
zelve na Macaflar aan den Prefident zou-
den bekend maken , dat ze bequämelyk doen
können, om dat het naby gelegen is. ^ Zullende
J ni/m crwowt 'ypln^p «fÆ M a niemand van zynent r a f l i i r /i/im Aoyi *-y
iet doodmaal wilde zenden -, ook
m als zyn dogter, de Princes
Songarda, quam a f te fierven, het zelve
aan uw Koninklyke Hoogheit niet deed
bekent maken -, ans aangenaam zynde, dat
evenwel uw Hoogheit dat niet in zyn berte
bewaarde, maar egt er volßandig blyft
by 7 verbond van vriendfehap, ten aan-
wezen van den Admiraal, Cornelis Speel-
man, op Macaflar tujfcben Ternate, en
Tidore, gemaakt, en bezworen, daar de
E. Compagnie uw Hoogheits wysheit, en
vreedzaamneit, doet aan bekennen.
De brief, door uw Koninklyke Hoogheit
na Boeton gefchreven, is hier mede
gelezen, en ook al, 7 geen uw Hoogheit
daar meer van bekent maakt, gelyk ook 7
zelve ons alvorens bewuß is geweeß -, zynde
7 uw Koninklyke Hoogheit niet te wyten,
dat de Ternataanen, de welke, op lt. ver-
zoek van den overleden Boetonfchen Koning,
tot Boeton verbleven waren, zieh
niet na bebooren gedragen hebben j en daar-
em was 7 ons aangenaam, dat uw Hoogheit
den Lieutenant Goepila over de
Xoela’s en Tamboeko bad gezonden, om
dat volk weg te holen.
De Preiident op Macaflar bad ook uit
onzen laß ginder geßiert eenen Capitein
Cop , die daar Equipagiemeefter i s ,
om na die dingen te vememen, de welke in
de maand Juny tot Macaflar weder is te
rüg gekomen, hebbende op Boeton die Ternataanen,
niet weér bevonden, zynde eenige
na Ternate met Diparamba vertrokken,
en eenige met Sengadji Motier op Tibore
by Limmanimpa geretireerty en alzo ’er
tujfcben die van Woena, en Tibore,eenige
onlußen waren ontfiaan, zo zyn die vanì
voorfchreven Kapitein weér vereffent, en\
hebben die volken malkanderen belooft, zo
de een van den ander na dezen ongemak
quam te ly den, malkanderen daarom niet te
zullen bezwaren-, maar daar over bunne
klagten aan de Compagnie te doen, en aan
uwe Koninklyke Hoogheit, zynde toen
ook met een Limmanimpa,. en die van
Tibore, en Woena, ter degen onderrigt,
boe dat ze zieh omtrent die van Boeton
moeßen gedragen, gelyk de Koning, en de
Regering van Boeton, hebben aangenomen
voortaan met alle getrouwigheit bet Contrai!
tujfcben de E. Compagnie, Ternate,
en Boeton, in 7 jaar 1661. tentyde van
den Admiraal Speelman, en ten bywezen
van uw Koninklyke Hoogheit, gemaakt,
te zullen agtervolgen, ivaar mede dan alle
verfcbillen aan weérzyden zullen weggeno-r
men blyven tot beider gerufibeit : want
daar eenigbeit i s , daar is God. Hier
door vermanen wy den Koning, en Groo-
ten van Boeton , met recommandatie,
de Koopman Corput, die dog de
ftraat van Boeton pafleren moet, en ook de
Opperhoofden van 7 fcheepje, dat eerfi
op Macaflar aangaat, en kort daar na
fiaat te volgen, uw Hoogheit berigten,
boe het op Boeton, en Pantsjano, toegaat.
Met dat voorfchreve fcheepje zal de
Prefident op Macaflar uw Hoogheit ook
laten, weten, al 7 geen uw Hoogheits ge-
zag aangaat, en boe zieh uw broeder,
Calamatta, comporteert -, mitsgaders aan
uw Hoogheit ook daar benevens zenden een
rolle van al de Ternataanen, die nog op
Macaflar by Djouw Calamatta zyn, met
bunne namen, als wanneer uw Hoogheit
dan kan laten weten, welke by begeert na
Ternate gezonden, en welke by begeert tot
zyn broeders dienfi op Macaflar gelaten te
hebben , • op dat wy dan daar na tot uw
Hoogheits beße genoegen daar in verder
order mögen fiellen. 1
Ook wordt aan den Prefident geordon-
neert, dat by Cronghong, en andere
Macaflaarfche Köningen, bekent zal maken,
boe de Compagnie aan uw Hoogheit
op bare fchuld agtien duizend Ryksdaalders
heeft verftrekt, en dierhalven zy ten eerften
dienen te voldoen, als daar dan op eenige
betaling volgt, zo zullen wy vorders zorge
dragen, dat het gelt uw Hoogheit ten
eerfien worde toegezonden.
Uw Hoogheits onderdaanen van Saleyer
zyn nog al wyd en zyd verftroit y ook beb-
ben zy op 7 eiland tegen malkanderen zeer
oneenig geweeß, hebbende de Galeran onto
zieh zeer wederfpannig gedragen, zo dat de
Prefident weder gelaß bad, den zelven te
I vangen* maar by is 7 ontvlugt.
m Nu begon bet zieh bet er te febikken, beginnende
de uitgewekene weder te kamen 9
zo dat. wy.. hapen,. dat de Negryen ha aß
weder op bun fiel zullen geräken, Jaar wy
den Prefident gelaßen wegens uw Hoogheit
goede zorge te dragen, op dat uw Hoogheit
, als de ■ luiden bunne bantering, en
nering, in gerufibeit weder beginnen te doen,
weder zyn jaarlyks regt, of Oedepi, mag
genieten-, daar vöor uw Hoogheit van
wegen de Compagnie op fiaat gelet te
worden want de Compagnie zal voor uw
Hoogheits profyten, als voor haar eigen
zelven , alzo zorge dragen, en als. de
Saleyers ook in vermögen zyn ichatting op
te brengen, aan Djouw Calamatta, uw
broeder, het profyt van de drie Negryen
worden betaald, en op dat uw Hoogheit
van haare zaaken alle jaren kennis mögt
krygen, zo zal ieder Moeflon een van de
fcheepen, die wy na Ternate ßieren, op
Macaflar aangaan, om brieven van den
Prc-
Prèfident, en Djouw Calamatta, medete\
nemen.
'V Het nederleggen van de gef chilien op 7
eiland Sangir is medè een goede zaak, zo
dat wy ons verbeugen, dat niet alleen de
Köningen van dat eiland, maar ook vän
Gorontalo, Limbotto, Tamboeko, Li-
mau, Mangenitoe, en Tagulande, met
bunne Grooten op Ternate zy» verfebenen,
waar by uw Hoogheit , en haare onderdaanen
op Ternate heeft können blyken, boe
God de Heer des Compagnies, en uwe
■ wapenen gezegent heeft, en boe zeer uw
Hoogheits Koninkryk door des Compagnies
magt en ßerkte verbetert is.
En dewyl tot welßand en verzekering
van uw Hoogheit, en haare landen over
het groot Kafteel Orangie, daar de Compagnie
zulk een grooten laß van dragen
moet, goedgevonden is, dat in zyn volko-
mene groote te laten blyven, en te degen te
doen repareren, en ßerker te maken , .op
dat het uw Koninklylce 'Hoogheit, en
den baren, dienen mag tot een befcherm-
plaats in iyd van nood, zo en willen wy
niet twyffelen, of uw Hoogheit zal aan
dat werk de behulpzame band door haare
onderdanen bieden.
Tot teeken van 7 Compagnies onver-
anderlyke vriendfehap, en onze hertelyke
groote toegenegenheit, zo worden nu met
dit fcheepje de Paauw aan uw Koninklyke
Hoogheit gezonden diverie onderßaande
goederen, die wy vertrouwen dat aange-
naam zyn, en met behoorlyk fatzoen zullen
werden ontfangen.
16 eilen Groen Laken.
20 dito Carmofyn.
16 eilen Groen Hollands Felp.
7 Gebloemde Betbillis Ternataans.
4 dito Cajfa Bengala.
40 ps. Grove gebloemde Sjavonye.
i ° ps. geiorteerde Bengaalfe Armo-
zynen.
22 ps. Zyde Petoolen,
1 vat Mom.
2 groote kajfen met Rozewater.
En dewyl uw Koninklyke oudße Zoon,
de Prins Amfterdam, nu al begint tot
manbare jaren op te groejen, zo word voor
zyn Excellentie byzonder, tot teeken van
de goede gedagten, die de Compagnie over
bem heeft, 7 navolgende gezonden :
f el rood Laken.
1 vergulde Snaphaan.
1 Ring-kraag.
1 Ho uw er, en
1 Hoedmet pluimen.
I. D e e l .
Met vertrouwen, dat die jonge Prins, i6itl
uw Hoögheit altyd zal blyven toedragen de
fcbuldtge gehoorzaamheit, en zieh oeffenen
in ¿//¿ Princelyke deugden.
Batavia in 7 Kafteel den iyden. Fe-
bruary in 7 jaar 1672. Onder fiond dt
Gouverneur Generaal.
JVas geteekent,
Joan Maatzuikcii
Brief van Kaitsjili Mandatsjab, Koning
van Ternate, aan den Heer,
Joan Maatzuiker.
DEze brief werd gefchreven uit een Brief des
opregte en goede genegenheit van Pa- Konings
duca Siri Sulthaan Kaitsjili Mandarsjah, ¥ aIi'.
Koning van Ternate , aan myn vriend de aan ■)(je
E. Compagnie, en de Gouverneur Gene- Heer,
raal, Jan Maatzuiker, en alle de Raaden Maat-
van India, die 7 gebied hebben over de lu&er.
E. Compagnie, zo boven, als benedens
winds, die God wil zegenen in deze we-
rcld, en over al, waar de E. Compagnie
in India 7 gezag heeft.
Vorders hier na laat Paduca. Siri Sulthaan
aan den Gouverneur Generaal, en
alle Raaden van India weten, dat de brief
met de fchénkagie, die de Gouverneur
Generaal3 mvens de Raaden van India,
gezonden heeft, behouden, en wel heeft
ontfangen, welke Paduca Siri Sulthaan,
en alle de Grooten, met vernoeging hebben
ingehaalt, en met zodanigen eere, als brieven
van groóte Köningen toekomt y de zelve
is geopenty gelezen, en de inhoud wel
ver fi aan, te weten, dat de Gouverneur, en
Raaden van India, eén bequaam perzoon
van goed ver fl and bebben gekoren, die mede
kennis bèeft van 7 land van Molucco wel
te regeren, met name Cornelis Francx,
om Abraham Verfpreet te vervangen, als
\ nog een perzoon, Willem Korput, in de
plaats van den Koopman, Bartelszen :
die twee perzoonen zyn, by my aangenomen.
Nog heeft de Gouverneur Generaal
verzogt, dat ik den Prefident wilde behulp-
zaam zyn op 7 land van Molucco, in de
verrigiing van de E. Compagnie.
Verders maakt Siri Sulthaan bekend aan
den Gouverneur Generaal, en Raaden
van India, dat ten tyde, wanneer ik op 7
land van Macaflar was, en gewoont hebbe,
te gelyk met den Heer Admiraal, Kornelis
Speelman, is *er een van de Grooten vqn
Ternate geweeß, die hulpe heeft bewezen
aan den Prefident Abram, en is weder na
Ternate vertrokken, dien ik by den Prefident,
wanneer by nog in 7 leven was, ge-
bolpen hebbe, en toen Abraham, doodwas,
heb ¿¿ Bartelszen geholpen. '*
T t Ver