
10 4 B E S C H R Y V I N G d e r
’t Papoafch eiländ , Saiawatti , uit laft
• van den Koning van Tidore, met yyftieni
Coracora’s op ons volk, zieh op Ceram,.
.en op de kull van Hitoe, onthoudende,<
rooven ,en dit deed hy juift, terwyl onze
Hongi, pfoorlogs-vloot, in.de Papoa-
fche eilanden omfworf, om hen te gaan
opzocken, en in hun eigen neft aan te
taften.
In ’t jaar .1680. belaften haar Edelheden,
den zes en twintigfte Janiiary,
die van Amboina, op de zelve wel te
knuffen, ’t geen z y , en die van Banda,
zo wel deden, dat de Koning van T idore
aan haare Edelhedcn (zo uit hun
Fchryven van den negen en twintigfte
December in ’t jaar 1699. blykt) daar
over klaagde, verzoekende, dat dit voor-
taan mögt belet worden.
Niemant van alle de Molukfe Köningen
mag, volgens ’t onderling verbond
by hen gemaakt, op deze eilanden, dan
alleen die van Tidore, vaaren, die jaar-
lyks wel achtien o f twintig Coracora’s
derwaardszend, om de fchatting van Sla-
ven, ichoonen graeuwen Amber, Caret,
{Waich , . Peerlen ( die. ’er zeer- fchbon
vallen) en meer andere waaren, van daar
optehaajen.
Men heeft ’er 00k zeer fraaie zee-
horenkens, keürlyke zee-gewaffen, en
zelfs verfcheide zoorten van die fraejig-
heden, die ik noit in Amboina gezien
# heb.
Hct is zeker, dat de koning van T i dore
, zo aan den landvoogd Roofelaar,
als aan den Heer Claaszen, verfcheide
fchoone gefchenken van deze horenkens
gedaan, en de Heer Roofelaar een Kabi-
net van die feldzaamheden gehad heeft,
voor ’t welke zeker Schipper, diezein
,’t bywezen van een van myne goede
vrienden daar za g , vier duizend ryxdaal-
ders te vergeefs geboden heeft, een blyk,
dat hier onder zeer keurlyke, cn mogelyk
nog veele by- de lief hebbers onbekende
ftukken, moeten geweeft zyn.
Ved Ik heb in ’t jaar 1713. by dien Heer
ield- op Batavia mocite gedaan, om dit Ka-
zaamhc- binet eens te zienj dog alzo hy toen
fraaieCa g enegen was ’c vaderland te gaan, en
horentjes, zyn meefte goed (waar onder 00k dit
hier val- Kabinet) al gepakt ftondt, zo betuigde
lende. zyn Edelheit my, dat’t hem onmogelyk
was my dit te toonen. '
De Heer Claaszen was zelf geen lief-
hebber van horentjes, gelyk wel de Heer
Roofelaar, dog nam die egter aan, om
deze en gene Heeren van de Hooge regering
van Indie , en die weer andere Heeren
in ’t vaderland, daar mede te voor-
zien, want van de Heeren op Batavia
’ weet ik ’er g e e n d a n alleen den Heer
Douglas, die voor zieh zelven daar van
een Kabinet verzamelt heeft', geiyk dat
:00k ten deele in ’t jaar 1722,. teAm-
fterdam verkogt is. •
Dus heeft deze Koning van Tidore,
Gargea genaamd , ook eens een ftuk
Amber, als de bol van een hoed,.aan den
Heer. Claaszen vereert , dat egter- by
zeker ander groot ftuk van honderdren
twee en tachtig pond (honderd zeftien
duizend. en vier honderd gülden-waardig
gefchat, voor reekening der E. Maat-
l’chappy , zo in de Ambonfche Rariteit-
kamer van de Heer Runiphius aangehaalt
word , ’t geen tot Amfterdam in pläat
F gebragt is ,) op geenen deele haalen
kan. ; r -. - ‘ |
: In ’t jaar idpj. kreeg Koning Saiföd- Engraea^
dien een ftuk Amber , van honderd en wen Aravier
ei\ negentig pond, uit de Papoafche ber-
eilanden, waar voof'(zo men my bericht
heeft) van wegen de E. Maatfchappy
elf duizend . Ryxdaaldcrs geboden is. Het
geleek t’eenemaal een Schild-pad zonder
kopte zyn.
In ’t leven van dien zelven Koning
zyn, omtrent idp8. o f iöpp, nog-;ver-
fcheide andere groote ftukken Amber
daar gevonden, die hy aan den Ambonfchen
Kapitein der Chincefen Lim-I'hiangko m.&c
fpeelen en dobbelen verloren heeft; waar
uit naderhand nog een groot gefchil tüf-
fchen zeker landvoogd en dezen Kapitein
ontftaan is.
De Heer Claaszen heeft kort voor zyn
vertrek 00k een ftuk Amber van'honderd
en drie en dertig oncen ( zo men my bericht
heeft) voor zes honderd en vyftig
of zeven honderd Ryxdaaldei-s van Ko-
ning Gargea gekogt^ en ’t zelve voor zyn
affcheid uit Ternate 00k aan de E.' Maatfchappy
aangeboden.
Op ’t gröot. eiland Gilolo heeft deze 's Ko-
Koning 00k zeervecl landen. Hy geeft ninßs
00k voor recht te hebben op Tofthoj iteüandP
dog die eifch is zeer ongegront 5 maar Gilolo.
eenige dorpen bezuiden Toieho ,• längs
de Öoft-zyde der ftraat Patientic gelegen,
enTomieuw, Cajafla, & c ., tot Joditoe,
mitsgaders Sayfi Mardi , Wamma, Go-
ro a, en Froja , die zig, nevens meer
andere tot Taffoma , en Taiungo -tiit-
ftrekken, komen hem toe.
De kuft van Maba, van Patani,- cn
van W eda , op Gilolo’s Oofterlyke zyde
(by andere in ’t Zuiden geplaatft ) , bezit
hy tegenwoordig mede, ’t zy met,- o f
zonder recht, en hoßwel hy uit de vöor-
waarde»i des verbonds, tuffchen de E.
Maatfchappy, zyn Hoogheid, en andere
Molukfe Köningen, gemaakt (waar by
de vaart op de Papoefehe eilanden alleen
aan hem toegeftaan word) 00k trekken
wil, dat dit zig mede:tot de kuft vaii
Maba, en de verdere kuften daar omtrent,
Zyn regt trent, uitftrekt, zo legt dit egter daar ,
opdekuft geenzins in opgefloten, gelyk de Heer
vanMa- Radbrugge dit wel klaar aan zyn vervan-
bi,Pa»-ge r ^ ¿en Heer Lobs, voorgehouden
Weda? heeft j dog egter laat deze vorlt niet na,
Z ieh dat meer en meer aan te matigen,
behalven dat 00k deze en gene land-
vopgden in der tyd aan de Köningen van
Tidore nu en dan in dit ftuk zo veel
hebben toegegeven (waarfchynelyk dat
zy wclwiftenj waarom, en waar voor j
want zülke groote klompen yan fchoonen
"graeuwen Amber krygt men zelden voor
. niet) dat zy nu al volkomen daar van in
f ’t bezit geraakt, en volilagen meeftcr
- zyn} van al het welke men nögtans de
Princes Gamma-Lamma de voornaamfte
mede-werkfter oordeelt, alzo door haar
^ toedoen die ganfehe ftreek van Maba,
Patani, en Weda, aan de kroon van
Tidore gekomen is, gelyk wybevorens
reeds gezegt hebben. ■
Ik heb een Kaartje van ditland, dog
keure bcft‘, het hier niet by te voegenj
' om andere geen bericht ’er af te geven.
Ook vertoont zig daar een groot getal
‘ van kleene eilanden, van de welke ’er
wel twintig met hunne naamen, en wel
veertien of vyftien zonder de naamen uit-
gedrukt ftaan, en die -opk verfcheide
maalen door ons volk, dog met het uiter-
fte gevaar, cn veel tegenfpoed j bezogt
zyn. '
My heugt dat ik in t jaar 1707. een
'Stierman gefproken heb, die in ’t jaar
- 1706. wel zeven o f acht maanden na
deze kuften uitgeweeft was, wel voor-
namelyk om nooten- en nagel-boomen,
welke eerfte ’ei zeer fchoon, uitnemend
groot, en overvloedig vallen, uit te
f: ‘ rojenj maar hy quam dood-krank, en
veel anderen blind, van daar, verklärende
dat zy daar in doods-gevaar, zo we-
De Koning van Tidore plagt ook Heer De Oeli-
van alle de Oeliilwa’?, ’t zy Heidenen, fiwa'sin
’t zy Mopren in Amboina, te zyn. Zy on” erma
ilonden, niet als flaven, maar als vrieil* bem
den,' onder hem } waaroih ellt dörp ook ftaande.
maar twee o f drie ftroo-zakken aan hem
tot eeri erkentenis gewoon was te geven ^
gelyk daar weer alle de Oelilima’s dit
ook aan den Koning .van Ternate deden.
Deze vorft is ook Heer van Noörd-
Kcffing op Cefam, welk recht hy veel
jaaren herwaards zelf tot Rarakit, en
verder, oeffent. Altoos *t is zeker dat
de Tidoreefche Koning, Kaytsjili Goron-
talo, in ’t jaar 163?. (uit kragt van dit
zyn recht) op" Öoft-Keffing quam, en
eenig volk van daar haalde, om dat mede
na Ternate te nemen, ajlwaar hy.met do
dochter van, Koning Hhamza .ftond te
trouwen. Zedert dien tyd hebben zy Enhoe
dit recht al meermalen geoeffent, hoe- vcrrc.
wei de E. Maatfchappy dit gcenzins goed
gekeurt; heeft, gelyk dat klaar uit het
verbond van die.van Rarakit, in ’t jaar
6jo . met ons aangegaan, en onder de
zaaken van dit dorp, in*de befchryving
van Amboina, gezien kan werden, daar
blykt, hoe zy vergiffenis : wegens de
Homagie, kort te voren aan Koning
Saifodaien gedaan, (tegen onze vorige Verbünden
gens.de nrenigvuldige Ritten, als wegens
oe fware en gedurige ftormen, geweeft
"waren , gelyk ook zommige van zyne
makkers. het leven daar gelaten hadden.
Ook hadden zy ten dien tyde, nog verfcheide
onbekende landen daar ontdekt.
waar van wy veele zaken , ons bc-
kent, om goede redenen voorbygaan.
Hy had daar niet dan zeer woefte Volkeren
gevonden, en ook eenige der zelve
op Batavia gebragt, daar zy op ’t eiländ
Edam geplaatft zyn.
' Deze Stierman, in ’t laatft van des
Heeren Cojets regeering in Amboina gekomen
, verhaalae my , dat die Heer
hem, tegen al zyn zeggen aan, zocht te
overreden, dat hier ook goud viel, hoe-
wel hy my verklaarde niets, dat ’er na
feleek, daar gevonden te hebben j wes-
alven die Heer door anderen in deze zal
misleid zyn.
I. D e e l .
aan )' verzoeken. , .
Koning Saifoddien. maakte ook wel Zyn verreckt
op de Ccramfe Alfoereezen, of^erc y^e“
wilde - Berg-boeren} dog den zeven en
twintigfte December,. m' ’t jaar 1673,
fchreven haar Edelheden aan die van
Amboina, dat,' 20 de Alfoereezen,:. als
de Strand-Volkeren. geen van beide de
Zyne, maar hare onderdaanen, warenj
waarom 'hy ook naderhand aan den Koning
van MeffoWal belaft heeft, dat hy
zieh aan de Ooft-Ceiammers niet vergry-
pen moeft, zynde het te wenfehen, dat
hy dien laft ook aan zyn Volkeren van
Weda, en anderen gaf. Het zy dan
hier mede zo ’t w i l, het is zeker, dat
de Köningen van Tidore hedensdaags
zieh als Heeren van alle die dorpen van
Ceram, van Keffing af, benoorden eh
bezuiden, tot- Waroe, en Hatoemeten
toe, aanftellen.
Waarfchynelyk hebben zy van dit
recht al, zedert de veroveringen, door
Kaytsjili Salüma^ in ’t jaar i f j o , opBoerd
en Ceram gebruik gemaakt, zonder dat ik
weet, wanneer het zyn begin genomen.
heeft, o f waar het uit gefprotenis * dog zyn
macht hier over is in ’t jaar 1700. eerft
recht begonnen , toen hein dit alleen
onder hct opper-gezag der E. Maatfchap-
fchappy toegeftaan is.
Hy plagt "ook voor te geven öp eenige
Zuid-Oofter eilanden, onder Banda ftaande,
zulk een recht te hebben j dog vol-
‘Q gens