
2.24 M Ö L
, 5 0 7 . Verclragjgermakt tuflchen den
Verdrag Admtraal Comelis M a te lie f
■van Ma- ; den Jongeti, van wegen en
S ' t S ? uit name d e r iie e r e r i Staten
naraanen. Generaal def'vere'enigde Ne -
derlandfihe ^Provintien ter
ieenre , en den Koning van
Terytate, Modafar, en zynen
raad, ter andere zyde , dezen
i6 ften Juny in *t ja a r i6 o j .
voor Maleyo.
E' Erßelyk zal de Adiüiraal, die ons hier
weder op Ternate gebragt hieß, met
alle zyne vielen hier blyven , tot dat het bolwerk
aan 't water gelegen van deze plaats
Maleyo, die hy begonnen heeft fi'erk le ma-
ken, volkomen in Defenfie is.
Op zyn Vcrtrek zal hy hier laten de
fchepen Enkhuizen, de Son, Delft, en
het Jagt, Van welke fchepen altyd aan land
zullen wezen dertig ofveertig mannen in de
wapenen tot bewaring van *t bolwerk.
Hy zal.ook V zelve bolwerk voorzien met
-behoorlyk gefchut, tn ook hier-nog eenig
gefchut laten, tot provifie van de andere
boiwerken, die wog in de plaats Maleyo
zullen gemaakt werden.
Ook zal hy befieilen, dat met den eerften
advys na Ambon £» Bantam ga , op dat
'er in toekomende February hier nog twee
fchepen mögen körnen, dm alzo met behoor-
lyke magt gedekt te wezen tegen 't fecours,
dat uit de Manilha 's zou mögen komen,
waar toe de Ternataanen Praauwen zullen
‘ verzorgen.
Den Admiraal zal gehouden wezen, als
hy in Holland komt, de zaken van Ternate
ten hoogßen te bevelen aan de Heeren
Staten, op dat zy volk mögen zenden, om
de Kaftiliaanen uit Ternate te jagen,
waar toe de Ternataanen nevens deze vol-
magt zyn gevende , om in hunnen naam die
zaken te vervorderen.
- Hier tegen zullen de Ternataanen deEA.
Groot Mog. Heeren Staten aarmemen, en
kennen Voor hunne befchermheeren, waar
aan zy den eed zullen doen, als het den
Heeren Staten zal believen.
De onkofien, die gedaan zyn, en nog
gedaan zouden mögen worden in oorlege,
zullen de Ternataanen betalen, zo haafi
zy 't vermögen hebben, 7 welk zal fiaan
aan ’t oordeel van de Heeren Staten, wan-
neer, en boe veel. ■
De Guarnifoenen, die hier gelaten worden
, zullen uit de Tollen der Ternataanen
, als van onderdantge landen van de
kroon van Ternate, betaalt worden.
Zy zullen ook gehouden wezen alle T ernataanen,
die verßroit zyn in de omleggen-
de landen, ten eerßen op Ternate te doen
komen -, Ook alle ondèrzaten van de kroon 1607.
Ternate, als Boero, Cambello, Loehoe,
Meau, en Manado, die op 7 eiland Celebes
woonen, als ook die van Gilolo, Moro,
Sarangani, en Mindanao,- zo veel doene/yk
is, op dat door de menigte der Ternataanen
7 verdryven van de ■ Kaftiliaanen te ligter
mag vallen, en 7 Volk gereed zyn, als 'er
hulp uit Holland komt.
Zy zullen geen Nagelen mögen verkoo-
pen, 't zy aan wat Natie, 0/ volk, 't
zelvè zou mögen wezen , dan aileen aan1 den
Faétoor, die van wegen de Heeren Staten
/» Ternate zal woonen , en dat tot zuiken
prys^als de Heeren Staten zullen ordonne-
ren, en met den Koning accorderen.
Niemand van beide de partyen zal de
andere vermögen te verongelyken, madr zo
iemand van de Holländers de Ternataanen
verongelykt, zal hy aan de Overigfieit
aangeklaagt -, en geßraft worden, desgelyks
zal ook van wegen de Ternataanen ge-
fchieden.
In zaken van Religie zal niemand den
anderen mögen befpotten , of verhinderen j
maar elk leven, gelyk hy t Voor Göd wil
veranfwoordèn.
' Zo 'er iemand van de Holländers over-
liep by de Ternataanen, die zal van de
Ternataanen weder geleverd worden, desgelyks
zo iemand van de Ternataanen by de
Holländers quame, die zal van hun mede
weder geleverd worden.
Zonder Confent van beide de partyert
zal niemand met de Spanjaarden, nog Ti-
doreezen, vrede mögen maken. Aldus gedaan
ten dage als boven.
IVas geteekent
Matelief de Jónge.
Hy lie t, by zyn vertrek, alhier vier Laathier
fchepen, teweten, Delft, Enkhüizen, vierfche-
de kleine Son, en ’t Jagt het Duifken,
om de Ternataanen, meeft na Gilolo^ ging van
gevlugt, teeernade nieuwe vefting, na Maleyo*
de plaats, daar zy gebouwt was, Maleyo
genaamt, te lokken; en öok hen tegen
alle eeweld, en aanval der vyanden, te
gerufter te ftellen. Uit de Ternataanfche
gedenk-lyft der beftierders, en Land-
voogden aldaar zou men moeten oordee-
len, dat zyn onder-Zeevoogd, Olivier
van de Vyver j hier ook zelf in ’t jaaf
idop. nog geweeft wasj dog ’t is zeker,
dat die Heer in ’t jaar 1607. al voor de
maand Odtober op ’t eiland Mauritius in
de wagters haven, volgens ’t berigt, ’t
geen de fchepen de fwarte Leeuw, en de
vereenigde Landlchappen in December
des jaars 1607. daar kregen, begra-
ven was, en dierhalven in ’t jaar
1609. in Ternate niet kan geweeft zyn.
Hoc
K l 5
Hoé verre nu ook deze fterkte reeds
I geyördert was , moet men zieh niet
verbeelden,dat dit een volkomene vefting
Was, ô neen! het is niet meer dan een
punt, nu ’t groot bolwerk genaamt, !
gewéeft , en dezelve pas een dag of twee
voor het eerfte verdrag, :’t geen Maielief
met hen maakte, voltrokken} dog by
dit voorgemelde verdrag is by het eerfte
Artykel wel uitdrukkelÿk bedongen, dat
Zy ’t zelve ten eerften voltrekken, en in
ftaat van verdediging brengen moeften,
ten welken einde men ’er een ontwerp
tot het maken van de andere boiwerken
bygevoegt heeft, hoewel daar op geen
gevolg voor den jare 160p. ten tyde vari
den Heer Zeevoògd François Wittert te
vinden is.
Die door N a d a t n u Matelief pa s v e r t r o k k e n
de Calti- w a s , h a d d e n -d ë -K a ftilia an e n -u it G am m a
lianen te L am m a d e v o o rn o ëm d e v t f t in g m e t tV è e
vergeefs h o n d e rd v y f t i g man b e fp r o n g e n , d o g
genwerd. w ie r d e n a f g e l la g e n , w a a r b y z y d e r t i g ,
e n d e o n z e n z e v e n mannen v e r lo ren ;
De Ternataanen hadden zieh in dit
gevegt deftig gequeten, maar tot hun
leetwezen den Hhoekom , een dapper
krygsman, die ook zeer beklaagt wierd,
verloren.
Deze tyding bragt het Jagt het Duif-
iene ken>. # ge™ den f de“ September uit
ltaat door Ternate voor Bantam ten anker quam,
overlo- en gaf aldaar verder te kennen, dat
5ekt°nen Tidore ’s velting* met omtrent zeventig
na Ban- Kaftiliaanen bezet, en nog zo verwoeft,
tamover- en ongeredderd lag, als het by de onzen
P fcL«', gelaten was.
611 ’ Het bragt twee Caftiliaanfe överioopers
mède, die verzekerden, dat 'er in
de ftad Gamma Lamma groote ziekte,
en gebrek yan levensmiddelen was, zo
verre, dat zy zieh met de Molukze fpys,
hen ongewoon, behelpen moefteny dog
de ftad zelf hadden zy met fterke wallen,
door dag en nagt daar aan te arbeiden,
doen verfterken, en met grof gefchut,
en andere oorlogs- voorraad , voorzien,
waar dppr zy in ftaat waren van die met
y y f honderd man, die zo daar, als in
Tidore lagen, wel te können verdedigen.
. Omtrent dezen tyd ontfing men een
brief door Prins Maurits aan Sahid, Koning
van Ternate ( hoewel toen gevangen
by de Kaftiliaanen) gefchreven, van
dezen inhoudt :
D E Kooplieden, die van den eerßen
aanvang hunne fchepen in u Majefteits
Koninkryk gezonden hebben, hadden ons
vertoond, dat het u Majefteit beliefd had,
hen in uwe Proteftie te nemen, en te Con-
fenteren , ‘ dat zy met de inwoonders van
uwe Koninklyke Majefteit mogten hande-
len, en Commercie dryven, en volgens
I . D e e l .
B r ie f van
Prins
Maurits
aan K.oüing
Sahid.
dien alle faveur en gunß genotert hadden, t607.
daar voor zy . genoodzaakt zyn geweeft
groote onkoften te doen , om dien handel tè
Continueeren, en die vriendfehap te ver- ■
volgeri , en hebben, dien zy. der waards
gezonden hadden, belaß, uwe Majefteit /« ..
alles, dat tot uwe aififtentie, en defenfie
tegens uwe, en hunne vyanden zou mögen
ßrekken, te believen, en hulpe te be*
wyzen.
Alzo dat w'y met groote blydichap nu
veißaan hebben, dat. uVj Majefteit, met
het veroveren v,an Amboina, en Tidore,
van hun bbvryd is: verhopende dat uw
Majefteit vorders bare landen en Konink-
ryken met ruß zal regeeren. Zo verßaari
wy, dat zy daar nog eenige fchulden hebben,
die onbetaalt zyn, zo . hebben zy noodig ge-
vonden den toonder dezes Chriftiaari Dorft
derwaarts -te zenden, om de-fchulden inte
vorderen: zo hebben wy-uw Majefteit met
eerbieding willen verzoeken , den voorfz.
Gecommittecrden in alles behulpig te wezen,
in het innen van de fchulden , en uwe
gunß te verleenen, op dat hy des te beqtia-
mer tot zyn regtmatig voornemen kome.
Wy zenden u een kleen Preient, tot er-
kentenis van onze goede affedfcie, ende
vriendfehap, verzoekende *t zelve goed-
willig te willen ontfangeh, wy zullen u
altoos te dienen bereid zyn , bildende den
Aìmogende, u in zyne befcherming te nemen,
en een langdurige regeering te verleenen.
: , . . "
Gedaan in ’s Gravenhage den 2 8 ^
November ido<5>
Dit berigt was oorzaak.j te meer, de<-' Die van
wyl ’er op Bantam geen lading voor het j^ntatn
fchip, de groote Son, was, dat men eerfthe?
goed vond dien bodem ten eerften klaar Duifiten,
te maken, qm na Ternate tè vertrèkken,
terwyl de Kooplieden zieh daar bevly-
tigden om Rys en anderen voorraad op
te koopen, om die vooraf met het Jagt
het Duifken, waar aan al de Timmer-
lieden om tc vertimmeren bezig waren,
na Ternate te zenden, en de luiden aldaar
te verzekeren, dat de groote Son,
haaft zou volgen, dat de onzen aldaar een
' grooten moed geven zou.
Om dit dÜes te fpoediger voort te zet- En diär
ten, wierd de Schipper van de groote na °e
Son, vermits hy geen gébied over zyn §0°°^
volk, nog ’t zelve ontzag voor hem had, Ternate
van dat. fchip geligt, en Abraham ’Thyfzen, tezen-
als opper-Koopman, en Schipper , daat; den.
op geftelt, die als een wakker, en voort-
varend man dit fchip aanftonds na Poelo
Pandjang overhalen , en van alles voorzien
deed. ;
Den öden November vertrok van Bantam
het Jagt het Duifken na Ternate,
inhebbende tien laften Ryft, en zeven
F f }eg