
«<27*
De
Landvoogd
,
P * M O
ü f K S E
Predikant, fchuldig bevonden zynde, te
ftraffen.
• In de maand September, des jaars 16z6,
bleek, dat Comelis Jacobszoon nog Krank-
bezoeker op ’t kafteel Orangie, en dat
Jai, Gerritszoon Blok op Batsjan in dien
zelven dienft lag, die ook zeer over de
Gödslaftering van den Koopman Dortmond
NsLrype o'verweging egter van ailes,
vond de kerken raaa van Batavia goed,
over let 1Pebre dierhalven .met alleen aan 1
denopper-Landvoogd, ais over een, diel
dezen Predikant niet alleen onregtväardig
befchuldigt, en zeer ongegrond opge-
zonden had, te klagen, maar ook ilraffe
daar over te verzoeken, behalven dat zy
ook, tot meerder bewys van D. Candi-
dius onfchuld, beiloten hadden, den zelven
fchoon
tenvollen
fchuldig,
blyfton-
geftraft.
, ' op goedkeuring der Hóoge Regee-
ring, weêr na Ternate te zenden.
De .öpper-Landvoögci zag wel, dat
la Febré fchuld had, en dat D. Candidius
van hem niet wel gehandelt was, en kon
derhalveri 'wel' niét veel inbrengen tegeñ
het befluit des kerkeii-raads, van hem
weder derwaards te zenden (gelyk nog
nader den f den February i n ’t jaar 1627.
befloten wierd ) en den Proponent, Petrus
Bonntts by hem te voegen ; maar
met zeer veèl grond oordeelde zyn Edel-
heit op den i8den Februari veel beter, I
dat D. Candidius voor eerft nog een jaar
op Batavia bleef, en dan na Ternatç
yertrok',' om dat de Landvoogd|la Febre,
.dir ¡aft? nög'verzogt was daar te blyven,
en hem dan maär hier o f daar M zoekeii
zou; maar hoe klaar nu ook de fchuld
dezes Landvoogds bleek, die Heer was
te hoog van rang, en een Predikant te
gering, om daarom een Landvoogd te
ftraffen; en ’t was zo verre van daar,
dat men hem zou ftraffen, dat men hem
nog om langer verblyf aldaar verzogt.
Een klaar teeken, dat men zieh vee»
meer aan een vuilen hoereerder van een
Landvoogd ( waar van haar Edelheden
overtuigt waren) dan aan een onfchuldig
vroom Predikant, o f aan de zaak van
den Godsdienft, gelegen liet leggen,
alzo die gemeinte daar om zynent wu in
al dien tyd van hunnen Predikant berooft
b l e e f ; een zaak, die by haar Edelheden
van zo’ veel belang niet feheen té zyn 3
hoewel zÿrondom vuil en verfoejelyk was,
waar van ik; w:el nadër reden kon geven,
zo ik dat uit befcheidenheit niet liet.
De kerken-raad van Batavia bleef wél
by het genotjien befluit,dat D. Candidius \
met voorfchryvens van den opper-Landvoogd
weêr na Ternate behoorde te
gaan ; dog zy veranderden den 4d«* Mai
van ’t zelve , wanneer zy goed vonden
zyn Eerw. na Tajoewan te zenden, daar
hy ten minften zulken zigtbaren wraak,
als in Ternate, niet te wagten had.
Ook was het een volflagen misflag van
den kerken-raad, dien Heer weêr na zyn
bitterften vyand te zenden, om hem daar
voor zyn woéde volkomen bíoot te ftél-
' len-, maar dat zy ftraf over den Land-
" voogd verzogten, was zeer billyk, alzo
men niet nagelaten zou hebben den
klaagde, ’t geen niet veel goeds
daar voor den Godsdienft beloofde.
David Joriszoon, en deze Blok, ver-,
flag van den ftaat der kerken, en fchoolen,
daar doende, klaagden aan den kerken
raad van Batavia,dat de Landvoogd,
la Febre, den fchool-kinderen op ’t kafteel
Orangie weigerde vier pondeh Ryft
(volgens gewoonte. in die tyden) te geven,
daar de kinderen van Batsjan wel
v yf ponden kregen.
Ook klaagden zy zeer over den Koop-
mari I Jacob Leenderdszoon Corfel, op
Batsjan, die met den Godsdienft open-
baar den fpot dreef. „
Dewyl nu in beraad gehouden wierd
D. Candidius na Ternate- te , zenden,
fchynt egter D. Petrus Scotus, of Schotte,
in ’tyaar i6z8. ilaär Keen' gezonden te
zyn. Dit blykt my klaar, niet uit de
Bátávifche kerk-papieren, die over ver-
fcheide zaaken in die* eerfte tyden niet
zeer net, e n vry afgebroken, o f tek or t,
zyn; maar uit een brief van D: Abraha-
mus de Roi, Predikant te Batavia, m
November des jaars 1632. aan D.Walaus
gefchreven, en onder zyne fchriften te
vinden, by welke hy zegt, dat D. Scotus
D. Scotus
in ’t jaar
1628.
herwaards
gezon-
den.
toen v y f jaaren in Ternate gelegen
hadt.
Ook fchynt my toe, dat de'Proponent
, Petrus Bonnus in ’t jaar 1627. al
herwaarts vertrokken is , die uit een
bericht van den Commiflàris , de Heer
Gillis van Zeifi, met het fchip Orangie
daar fchynt. gekoçien te zyn; en ’t is.
^däa'röfn* dät dit bericht niet van den
Predikant, maar wel van den Proponent,
dat jaar daar met dat fchip geko-
mén, meldt, om dat D. Scotus hier eerft
het jaar daar aan gevolgt is.
Üit dat zelve bericht zie ik , dat die
Proponent daar dès Sondaos voor alle de
Soldaten, en omtrent dertig o f veertig,
zo Duitfche, als Mardykers, vrouwen
(maar voor geen Mardykers) predikte;
en dat hen ook door een inlandfche
Schoolmeefter eenige Gebedcn in ’t Ma-
leits eens ter week voorgelezen wierden,;,
Voorts ftond het daar met de fchodj
waarfchynelyk om ’t onthouden van de
Ry ft, zeer liegt, zo dat ’er zomtyds
v y f, dan eens zes, en dan eens toen kinderen
, in de zelve verfchenen. Ook
zegt de Heer Zeifl, d a t ie r , by zyn
komft in Ternate, ganfeh geen fchool
gebou-
En den
Proponent,
Bonnus
in ’’E jaar
1627.
Siechte
(land der
kerk,en
fchoolen.
162.8. gehouden wierd} maar dat ’er by zyn
vertrek, alzo zy ’er eeniee van Makjan
ontboden hadden,. tien fchool-kinderen
waren. Hy had op de fchool, alzo die
.f . uit de kinderen-van een t’zaam-geraapten
hoóp van Mardykers, hen van de Span-
• jaarden toegekomen * beftpnd, zeërwei-
• nig hoopj en getuigde, dat op Makjan
mede maar drie o f vier- fchool-kinderen
waren;, dog dat de Gebeden alle dagen
twee maal op Gnoflikkia, en Taflàïoho,
gedaan, dat ’er des Sondags gepredikt,
en ook eenige Maleitfche Gebeden voor
de vrouwen gedaan wierden ; dog dat ’er
geen Mardykers in de kerk verfchenen,
zeggende, dat zy de ganfche week werken,
en des Sondags, als zy vry waren,
hunnen koft zoekqn moeften; hoewel
zyn Edelheit geloofde, dat de waare
reden ten deele . hunne ongenegenheit, en
ten deelen. hunne onkunde in de Maleit-j .
fche taal, was, waar door zy den Mee-
fter,- dreien.her een o f ’t ander in die
taal voorlas, niet wel'verftaan konden.' I
_ . - Op; Batsjan wierden de Gebeden op ’t
vanden Fort mede zeer ordentelyk, eeriemand
Godsr uitging, gedaan, en des Sondags ook
dienft op cen predicatie voorgelezen, daar weinige,
Batsjan, buiten Qnze eigen Natie, by quamen.
Men had hier eenfraaie kerk, dog daar
•wierd toen geen dienft in gedaan, om
dat de Laboewa’s voorhenen zamen-
gezworen hadden, de onzen op zyn on-
voorzienft in de kerk, onder de Predicatie
, te vermoorden, weshalven zedert
de dienft op ’t Fort gedaan was.
Hier was ook. een Schoolmeefter;
dog, door ’t verloopen der Laboewa’s ,
waren ’er nú maar. vier o f vyf kinderen ;
waar uit dan de flegte ftand der Moluk-
fche fchoolen bleek, gelyk ook de Landvoogd,
daarom van voornemen was , de
Schoólmeefters van daar te lichten, Om
vergeeffche koften en moeite af te
fnyden. _ ,
d Ron In ’t jaar 1629. den 18 den O&ober
nús in’t vond men op Batavia in kerken-rade
jaar 1619* goed, D. Petrus Bonnus uit Ternate te
na Bata- ontbieden, om hem Predikant te maken;
beulen*" dog het lieP nog tot den 5° ftCQ ScPtem’
ber in ’ t jaar 1630. aan, eer hy van
’t eiland Makjan, daar hy gelegen had,
op Batavia quam, getuigende toen, dat
de Temataanfche gemeinte zeer toe- en
- *t Concubineren daar zeer af-nam. Den
K Ë H» - 4 $
en zyn vervanger* de Heer Otient 3 met 1629;
een van ’s Konings wy ven, o f naafte
bloedverwanten. Een godloos, hoerag-
tig, en oveifpeelig leven der Groötften,
dienende: in allen deelen* om den dienft
van ebn wakker Predikant te yerydeleri,
en hem té doen zugten, alzöo. zulke in
een reis meer afbreken, a^ hy in langen
tyd bouwen kan.
Den yden juny, in 4t jaar 1631, komt Eerftè
D. Petrus Scotus in de Batayifche kerk- melding
papieren allereerft voof,.dié toen met
den Krank-bezoeker, Jacob Sterk, met D.Scotüä
het fchip ’s Gravenhage uit T emate na in de Ba-
Batavia vertrokken, een kerkelyken Ter- « j g S
nataanfchen brief aän den Eerw. kerken- papjercrl.
raad aldaar zond ; hoedanig een kerkelyke
brief ook den ivdcn September des zelven
jaars door den Krank-bezoeker, Comelis
Jacobszoon Ï wel aan die zelve vergadering
overquam. ,r , • .
iften November befloot men den Krank-
bezoeker, Aart Janszoon, en ook door
een befluit van den 2 7 ^ January in ’t
jaar 1630, Adriaan Robbertszoon, der-
waards te zenden.
Volgens de berichten, in dezén tyd
overgewaait, hield de Landvoogd het
met des Konings zufter, de oppér-Koop-
man met een van de voornaamfte dogters,
Den 6den Oftober in ’.t jaar 1633. In’U*«
verfcheen D. Scotus uit Ternate op Ba- 1631*
tavia met hét fchip Buuren, nevens den
Krank-bezoeker, Ar end Janszoon, gelyk
den 7dcn July van daar een Kornelis
WilUmszoon, met het fchip ’t Zeepaard
op Batavia verfchenen, en over welken
toen beiloten was nader by de komft van
D. Scotus te handelen. In dit zelve jaar D. Aarts-
fchynt my toe, dat in D. Scotus plaats 2°°nin't
de Predikant,D. Jonas Aartszoon, geko- Jha’ ” 34<
men zy , te meer, alzo hy , in December waar(js
van’t jaar 1632-, van Proponent, Predi- gezon-
kant gemaakt zynde, den 26ften January den*
in ’t jaar 1634. hier al zynde, in een
Batavifch befluit van dien dag voorkomt.
Hy lag op ’t kafteel Orangie, gelyk dit „.
ook Jan Pieterszoon van Hoorn , Krank-
bezoeker op ’t Jagt Texeljby zyn komft
op Batavia den giften Augufty in ’t jaar
1634: nader beveftigde, daar byyoegen-
d e , dat de Krank-bezoeker Herman
Janszoon op Batsjan, en nog twee inde
zelve bediening op Makjan, enTaffafoho,
lagen.
Ook zeide h y , dat V>. Aartszoon nog
geen kerken-raad opgerigt, en dat Jhet
Concubineren daar onder de Chriftenen
nog fterk zyn voortgang had.
Den I4den December dezes jaars v e r -y er¿
trok de Krank-bezoeker, Jan Janszoon fcheide
Brund, herwaards, om Herman Janszoon
te vervangen. kers hier
In ’t jaar 1637. zond D; Aartszoon een gebruikt,
Kerkelyken brief, die den ioften September
in de vergadering quam; dog
wat des zelfs inhoud was, bleek niet. .
Den 27ften December wierd befloten,
Jan Willemszoon van Amfterdam als
Krank-bezoeker met het fchip Ter Goes
herwaarts te zenden.
Den uden July in ’t jaar 1636. verfcheen
uit Ternate op Batavia de Krank-
C c c 3 bezockcr«