
4073* verfcheide maalen door de afch opgehouden,
en niet in ftaat geweefi is, om voort te
geräken. Ook zyn aan den voet van den
berg , Gammacanorre , eenige huizen,
eit Negryen, door de fwaarte der afiche
nedergefiort.
Het tweede is, dat den izden dezer
*S nagts ttijfcheq tierj en half elf een AaxxU
beving ons fcbielyk overvalien heeft, wel-
* kers davering zofchrikkelyk geweefi fs, als
men gelooft, dat byna oit is gefchied, fie
welke zo fe i aangroeide, dat' de Terna-
taanfche berg aan de Suid-lcant van onde-
jen tot 'Hoven toe gefcheurt is. Des Koningr
Mandarsjah’s fteene huizen zyn onder den
voet gefiort, ftukken van bergen zyn
gezonken, en alle pannen -daken, nevens
verfcheide muuren, ter aarde gevallen, en
de zee onftelde in dier voegen, dat de
fchepen, hier ter Rhcede leggende, alle
meenden te vergaan. Daar zyn ook veel
viflchcn op ftrand geworpen , met meer
zeldzaambeden, en, dat bet jammerlykfte
is , fie zelve beving duurt nog tot op beden
toe, ende is hier niet, als een jammerlyke’
verwpefting te zien.
Ep by een nader brief van dien Heer
wierd her vervolg van dien, zelfnogin
g l maand » an September (dat al vry lang
i§) beveftigt.
Niet lang hier na, in ’t zelvé Jaar
1673. verzogt Koning Mandar sjah,* dat
men de Hoewamoheleezen , die van ’t
eiland Oeram in Amboina aan *t Hoofd-
Kafteel, by den Roodenberg, onder de
Mooren geplaatft waren, aan hem over-
geven zou ; dog dit wierd door haare
Edelheden den zSftcn February dès zelven
jaars, by haar fchryven aan de Regeering
van Amboina, uitdrukkelyk verboden,
en afgcfchreven.
Ondertuflchen begon Mandar sjah nu
al een vorft van jarën tè worden, gelyk
wy dit klaar uit het Iaatft van den voor-
noemden brief können zièn ; zedcrt
welken tyd ’er ook zeer weinig van
belang tot het einde van zyn leven'voor-
gevallen is 5 uitgezeit alleen, dat na de
dood van den Heer Franks (die den
i f den Juny in ’t jaar 1674. fticrf) de
opper-Köopman, de Heer, Willem Kor-
put, by den Raad aldaarals Gezaghebber
aangeitelt, en in ’t jaar i6 y f, den zfän
February, door haare Edelheden negen-
tiende Landvoogd van de Moluccps,, met
den Titel van Prefident, o f Voorzitter,
gemaakt is ; maar èer ■ deze tyding in
Ternate quam , ftierf Koning Mandar
sjah in\de maand January, na dat hy
zevenentwintig jaaren gcregccrt haa.
H y liet vier zooiien, te weteh, Kaitsjili
Sibori,
167$
Mandarsjah’s
verzoek,
omtrent
de Hoe-
Vvamohe-
leezen,
afgcfla-
gen.
In 't jaar
1674.
Franks
overlc-,
den.
In ’tjaar
16 7 5
Willem
Kor put,
negentiende
L,andvoogd
der Moluccos.
De dood
van
Koning
Mandarsjah.
.1675. ¡Sibori, Prins Rotterdam, Malajoe (diel
Spy? zyn vaders leven Priefter geweeft is,
in ’t jaar 1708. nog leefde, enniet wel I
by, zyn zinnen was), en den Prins Yo-
lucco, na.
•Hy fchynt (zo uit den voomöemdcn
brief blykt) ook een zoon,, Kaitsjili Calumati
a , o f Tsjina, genaamt, gehad te
.hebben; dog die zal waarfchynelyk al
by zyn leven, nevens meer andere van
zyne kinderen, overleden zyn, alzo ik
ná zyn dood daar noit van heb hooren
• fpreeken. Buiten deze zoonen liet hy
ook twee dogters na, van welke de oud-
fte, Bokje, o f de Princes Gamma Lamma,
en de jongfte, Bokje Maulonda genaamt
was, van beide welke in ’t leven van
den volgenden Koning meer zal geipro-
. ken worden.
Kaitsjili . In Koning Mandar sjah ’s plaats wiérd
Amfti,0' 2^n oudfte zoon, Kaitsjili Sibori ( o f andata
der-1 ^ers -doorgaans ¡kaitsjili Amßerdavi, of
tigfte Konkag Atnßerdam, genaamt) als der-
Koning . tigfte Koning van Ternate op den iften
Ternate ^ e^ ruai7 *n ’c jaar 167y. aangeitelt,
'.hoewel Saifoddien, Koning van Tidore,
. op de oude Ryks-wet ziende, oordeelde,
4 at eene Barefli alleen tot de Kroon ge-
regtigt was.
H y . wiérd op dien zelvert dag ge-
kroond, en; bezwoer ook alle de ver-
bonden zyner voofvaderen, met de E.
Maatfchappy aangegaan, zeer plegtelyk
op de Punt, het groot Bolwerk genaamt;
van al het welke hy ook orden-
telyk den 8ften July na Batavia, en na
andere plaatzen, door een Gezant ken-
nis gaf.
Korput In dit zelve jaar, waar in ook de
denken ^ eer» Daniel Hellemans, hier als Com-
de Heer *nifiäris geweeft is, quam de Heer Voor-
deGhein, zitter Korput dèn iyden Juny te fterven,
Gezag- ln wièns plaats de Koopman, Jacob de
Ghein, ’ t gezag voor een tyd waarnam,
tot dat men in ’tjaar i6 j6. te gelyk berigt
Harthou- kreeg van de dood van den Heer, David
-wer als Hart houwer, die in des overleden’s plaats
Land- 6 ^ twintigfte Landvoogd der Moluccos
voogd gekoren ; dog op de reize tuflchen Ma-
derMo- caflar en Ternate den 8ften Mei omtrent
luccos Boero overleden was, den welken men
kden. ^en 3° ften van maand in Ternate be-
graven heeft. v
De Ghein Daar op nu wierd de Heer de Ghein in
volftrekt dit zelve jaar 1676. opper-Koopman, en
hebber vo^ re^c Gezaghebber, door den Heer,
Antoni Hurdt (die als Commiflaris der
drie, Oollerfche Landvoogdyen in September
o f Oftober in Ternate quam,
om op alles order tè ftèllen) gemaakt,
cn hier ook zo voorgeftelt.
Onder alle de Köningen van Ternate
is ’er geen geweeft, die verder uitge-
fpat, en daar door zich zelven, en zyn
K E R yy)
r yk , meer benadeelt heeft , däh dezé
Koning.
Hy was een Yorft, die verftand, ien
oordeel genoeg had, zo hy ’ t maar wel
voor zieh zelven, en voor zyne onder-
zaaten, had weten te gebruiken. Ook
was hy van een zeer medegaanden aart,
maar te gelyk ook zeer los, en wulps,
en, zo hy ’t öngeluk had van een quaad
raadsman te hebben, zeer ligt om te
zetten; hebbeiide gten zorge over het
toekomende, gélyk hy ook daar door •
tot verfcheide buitenfporigheden vcrval-
len is.
Hy was geen Tuiflch'er, nog Speler;
maar een Held in het drinken, in zekeré
gevallen baldadig omtrent de zynen, en
zomtyds in de zotte kuren , die hy aan-
greep, onverdragelyk. Zyn zugt tot
het Madat- o f Amfioen-drinken maakte
hem niet alleen vadzig, en flaperig
(gelyk ’er dat doorgaans opvolgt) maar
ook zeer wifpelturig in zyne minneryen,
die mèeft met geweldenaryen, en moor-
den, haar einde namen, o f mèeft daar op
uitquamen, gelyk wy hier nog om-
ftandig zien zullen; hoewel de laatfte
van zyne Gemalinnen daar een fchot
voor heeft wecen te fchieten, en middel
te vinden, om voor zyne geweldenaryen,
aän verfcheide van zyne vrouwen ge-»
pleegt, bevryd te blyven.
Gelyk h y , in zekere gevallen zeer
meégaande,. en byna alle^ infehikkende,
was, alzo had hy weêr ftuipen van zulk
een trotsheit, en opgeblazenheit, dat
men werk had, om hem daar omtrent
waar te nemen, ’t geen hem danfehie-
ly k , zo men hem niet wel vierde, o f
zyne zinlykheit en meening niet te wel
gevat had, van ’t eene uiterfte tot het
andere, en van de grootfte bezaefigdheit
tot oproerige bedryven vervallen aeed.
De Koning Saifoddien, en hy, mog- Hoon J
ten malkanderen niet wel zetten ; ook do° r.
gaf de eerfte ’er dit jaar al een vry hem'aan-
ruwe blyk af, als hy Koning Amfierdam, gedaam
hem körnende bezoeken, de Hof-poort
op Tidore, zo als hy ’er in meenae te
ftappen, voor ’t hbofd ftiët, en zetoe-
fluitën liet; ’t- geen hy hem by zeker
; geval weêr betaalt zette, met zyn touw
ftil, ’en zonder ’t nemen van affcheid ,
los te maken.
Niet lang na zyne Krooning zyne
gedagten over de eene o f de andere Princes
latende gaan, om daar mede, aaii-
gezien hy nu in de twintig jaren oud
was, te trouwen, ichoot hem te binnen,
dat Koning Mandarsjab nog in zyn leveri
al om zyn broeder , Calamatta ’s , dogter
verzogt had. Z y was een Princes van
veel verftand, van een deftige opvoe-
ding, en verder ganfch niet onbehagelyk
T t 3 in