
\rj(, m o
Haren
Zee- '
voogdj
Bog
vrjigf^'-
loöS. '
ders,
die: ge-
lukt.
De Zeevoogd, dus bevindende, dat
hier met geweld niet te winnen was,]
zogt door lift en betuigingen, dat het
ioektde voorgevallene buiten weten van den Ko-
« < # ning cn hem gefchied was , de Soufa
verarik- te betrekkenj en liec hem noodigen, om
‘ die gerieny die dit gedaan hadden, uit
.laft van den Koning te zien ftraffen.
Op dit. voorftel waren velen van de
zynen van oordeel, dat hy zieh aan de
Koning van Atsjien, zo om zyn eerlyk-
heit nietete mistrouwen, als om hun geringe
epagtjin vergelyking van de zynen,
behoorde oyer te geven.
Hy verzogt hier op van de A tsjienfchcn
Zeevoogd wel tyd , om zieh met, de zynen
te beradenj maar was egter zo verre
van in dit voorftel te bewilligen, dat hy
in tegendeel ftemde, dat het voor hem
eerlyker was, met de wapenen in .de hand
roemrugtig te fteryen , dan zieh aan[
zulk een verrader , en bedrieglyk Ko-
ning, over te geven j ’t geen ook zo
goede uitwerking had, dat. zy hem alle
beloofdcn, tot den dood toe te zullen
hclppn.rlV5,;i.^,. «h X i t ‘ •••■.
Nieuwo ’ „ Hy gaf van zyn befluit de Atsjienfche
aanval der Zeevoogd kennis, die daar op. jsyn volk
Atsjien- als razend op de Galey deed aanvallenj
dog die echter onverrichter zake moeften
afwykens inaar indien. zy daar redelyk
gehavena waren, de Portugeezen hadden
’t niet. betcrj waar van nogtans de vyand
niet geweten zou hebben, byaldien zy
door een Mobammedaan, die op de
Galey. rqeide , en over bbörd iprohg,
niet van den Hegten toeftand der Portugeezen
gewaaricnouwd geweeft waren:
want hy herigte hun, dat de meefte Portugeezen
in dien aanval doodt gebleven,
cn de overige buiten ftaat .van tegenweer
wären, zodanig, dat, de Galey , by den
minfteh nieuwön aanval in ¿un han-
den was.
Öp zyn aänrading wierd de ftryd her-
y a t, het vaartuig en de - overige, die
daar pp waren, in körten tyd over Wonnen,
en Simon de Soufa A oor een werp-
fpies, die hem zyn harnas eh hart door-
boorde, getroffen, uit wrake nog in dui-
zend ftukken gekapt. De Atsjienders
voefden de Galey in de Atsjienfche engte,
en de Portugeezen wierden van den Koning
(hoewel met een valich h e r t, en
om zieh beter aan hen te wreeken) zeer
minnelyk gehandelt ,5 ja zelf zond hy
Höe.de
Koning
van
Atsjien de
overige
fbrtu-
geezen
ontftngt. jeman<j aan den; Molukien Landvoogd,
om hem te verzoeken, dat hy de Galey
en ’t volk wilde laten af halen.
Garfias Terwyl dit zo voor Ätsjien ging, was
Henrik Garfias Henrik, vPorheen Ternataanfch
konnte Landvoogd, uit Banda vertrokken, en
dfezyn te Malakka aangelandt , daar hem de
goederen Landvoogd, Pieter de Faary (goede be-
Ü K S E
loften deed, van hem, nog zyn Volk te
. zullen gevangen zetten 5 maar liet onder- wortett
tuffchen, na dat hy te land getreden was, ?ang,e'
al de goederen aanhouden, onder voor-
wending, dat zyn belofte maar tot de
perzoonen, en niet tot de goederen, be-
trekkelyk was.
Egter will Garfias Henrik, door Zyn Dbor efe»
dapperheit, by zekere gelegenheit van dappere
oproer, door eenige gezanten van Pa- Jaad
naroekan, verwekt, en door hem en de
zynen ten eerfte geftilt, op Pieter de dafcvL
■Paar zo veel teverwerven, dat hem, 'öp
een borgtogt voor zekere zomme gelds
{ o i Menefez eenige klagten tegen hem
inbrengen mogr).al zyn goederen weder-
öm gegeven wierden na welken tyd hy
ook in redelyke gunft by dien Landvoogd
leefde.
. Onder wylen hadden die van Tidöre Wede.
hun ftad, door Garfias verwoeft, van opbou-"
eenige ligte ftoflre , volgens ’s lands wyze, wiyg van
we£r opgebouwt, en met Atap gedekt. Tidorc-
Ook hadden zy in de plaats van den over- Een
kden Älmanfor een ander , dog zeer jong nieuwe
Koning (zonder dat men zyn naam , o f iioJfS
S to r n i , regt zeggen kan) g e k o r e n j iÄ
En gedurende deszelfs mmderjärigheit plaats
was ’t bewind in handen van zekerfen Storch.
Kaytsjili Radja, de . Koning zeer na in
den bloede beftaande,
De Spanjaarden hadden ook zekere Sterkte
fterkte, bevorens van Ignatius gebouwt, door de
en omtrent den mond van de haven be- JPanJaar‘
grepen, met wal en gragt omringts maar
zo wel zy als de Portugeezen hadden bouwd.
groot gebrek van Volks en ’tfcheen, bF «
’er in de Molultfe eilanden nog Span- ffv a ii
jaards, nog Portugeezen waren, o f ten ie Spaa-
minften o f hun beider meeilers aan der- jaar<kn
zelver wclftand ganfeh niet gelegen was. “
Immers de Portugeezen kregen, nog uit
Indien * nog van Malakka ’t allerminft
öntzet, nog van volk, nog van geld,
nog van levensmiddelen, tot groote ver-
wondering van Menefez, en geen minder
vzn Kapsjiti Parruwefe. •
De Landvoogd had in ’t begin van 1 Mc„rf„
jaar ifZ 9 , by dezen grooten nood, Geor- zend
ge de Caftro na Banda ( ’t geen toen onder George
de Molukfe, o f Temataanfche Land- d'Cafc»
voogdyyond) gezonden, om van d e f
Portugeefche Kooplieden aldaar, in des 1529
Koninks. naam j volk en geld te leenen}
maar ook hier af viel niets, en hy quam
onverrigter zake we^r t’huis.. Die Land- Win,uet
voogd dan in deze benaaudheit zyn volk en ver-
overziende, vond niet meer dan honderd debldheit
en dertig Portugeezen, en de Spaniaards W W
hadden ook zo weinig v o lk , dat de ian T ?
Tidoreezen, en Ternataanen, 20 zy ge- dore en
wilt , en hun kragten byeen gevoegt Tcrnate:
hadden, beide die Natien uit de Molukfe
eilanden , byna zonden. moeite zoiiden
hebben
K N. x7 7
J hebben können dryveny, maar hun vuile
win-zugt, en biitterc haat tegen mal-
kaiideren, om (waar ’t mogelyk) de een
den anderen te bederven, yervoerde hen,
om door onderlinge gefdiillen hun vyan-
den te verfterken, en hun eigen kragt
1 niet te kennen.
DeTido- Terwyl de zaaken nu dus ftonden^
xcczcn ondernamen de T ido reezengefterkt
TOTa-Cn door Gatabruno, by Konings minder-
taanfehe jarigheit onder-tKoning van Gilolo, een
plaats aan. zekeren aanflag op een Temataanfche
plaats, omtrent ’t land van Halamahera
gelegen, en zeilden daar met een grooten
Mencfez ophef na toej maar Menefez dit gehoort,
verbrand en daar by vernomen hebbende, hoe Hegt
dfebt'de^y Tidore bezet gelaten hadden , ging
Span- met honderd en twintig man, in gezci-
jaardsop, fchap van de hulp-troepen van I'arruwefe,
en den Koning van Batsjan, daar heen,
verdeelde Zyn volk, ..te land getreden,
in twee troepen, en nam de ftaa, die
ganlch dict fterk was, na den eerften
aanval in , verbrandeze wederom, en
eiiehte ook de Spanjaards , en hunne
vefting, met minnelyke aanbiedingen
op. Eerft wierd dit van hün verworpen.
maar zo haaft zag Ferdinand de la Tour
I *t gefchut en de ftorm-ladders niet aan-
* voeren , o f hy quam tot een onderling
En
dwingt
hen tot
een minnelyk
gefprek. efprek met Menefez, en wierd, na een
Sevig krakeel, te fade , den vrede op
deze voorwaarde te kiezen: namelyk,
Waar op ^at aan Portugeezen al hunne ge-
dcrredc vangenen, en goederen, ter goeder
tolgt. trouwe wedergeven,, zieh met al het
zy zieh noit weer by der Portugeezen xs2p.’
vyanden vervoegen zouden..
Gonfalvo d'Azevedo, de zaaken in de- v ertrek
zen ftaat ziende, maakte zieh, tegen van d*A-
alle vertooningen van.de noodzaaklykheit
van zyn perzoon aldaar, gereed om we- Leme
der na Malakka te keeren, en, o f dit naMa-
nog niet genoeg was , bewoog n o g lacca.
daarenboven Leonei de Leme om met hem
mede te gaan j eh by aldien Menefez niet
zekere liit, om ’t volk door belofte daar
te houden, gebruikt had, zo zou ’t
grootfte gedeelte met hem mede vertrokken
hunne na Samafo (omtrent de kuft van
Moro gelegen) vervoegen, geen andere
deelen van dat eiland aandoen, zicHmct
geenen handel des zelfs bemoejen , Mak-
jan weer aan de Koning van Ternate
s overgeven, geen van hunne Bondgeno-
ten vyandig aantaften, en veel min die
van Tidore, Gilolo, o f eenige andörc
' van hunne vyanden, helpen zouden
maar zieh daar geruft houden, tot tyd
en wyle ’er uit Europa over hunne ge-
ichillen ( gelyk by Rarkhfe ’s tyd onder
beide de Natien al befloten was) vol-
komen befcheid gekomen zou zyn.
Hier benevens was ook beiloten, dat
zy hun fchepen en volk, om hen na
Samafo te brengen, geven, en ook hunne
Bondgenoten van Tidore, en Gi
lo lo , ongemoeit laten zou. Dit ver-
drag wierd van beide de hoofden der
Natien befworen, en daar op de la Tour
met de zynen ten eerften na Samafo ge-
voert.
met den Na ’t fluiten van deze vrede, wierd
Koning1 ook die met de Koning van Tidore ge-
vanTi- maakt, de Stadt herbouwt, endievorft
dore, en verbonden jaarlyks zekere fchatting aan
wTngd’crKoning Joban op te brengpn, mits dat
Stadt. I. D e e l .
, en de Landvoogd met weinig
krygskncchtcn daar in ’t nauw geble-
ven zyn.
Hy -vertrok met een na Batsjan , en
nam Manuel Faucon, met welken Menefez
niet verzoenen wilde, in.
Omtrent dezen zelven tyd, o f in ’t Hawelyk
jaar iy zp , wierd ’er ook cen verdrag ^ e.rcen
tuffchen Keizer Karel den vyfden, en lufl-chcn
Joban den ¿¡erden, Koning van Portugal, Keizer
gemaakt. Kard, en
Beide die vorften namen over en weder j^ n 8
malkanders zufter ten Huwelyk, de Kei- dender-
zer de Princefle Ifabella, en Koning Jo- den ge-
n ’s Keizers zufter, Catharina. maakt.
Wat geichillen ’er te voren- tuffchen
die twee vorften, over het regt tot de
Molukze eilanden, geweeft zyn, hebben
wy bevorens gezien, en hoc de Portugeezen
de vaart der Caftilianen om de
Weil na de Moluccos met al hun vermögen
hebben zoeken te dwarsboomen, en
te beletten.
Hier op verzogt Joban van den Kei- Koning
zer, dat hy in ’t vreedzaam bezit i der Johan
Molukze eilanden ( fchoon hem te voren
door Karel ’s gezanten tegengewezen) lukM |
mögt geläten werden. De Specery-han- eilandea
del der Spanjaarden verilapte hier door a'1“ n*e
byzonder, en de Keizer fcheen dit Ko- e e *
ning Joban te zullen inwilligen j maar Het geen
’s Keizers raaden willen ondertuflehen hem af-
dit zo te bediflelen, dat hy Koning Jo- geflagen
ban rond uit aanzeide, dat hy daar toe werd*
niet verftaan zou. Vele gefchillen ipro-
ten hier verder uit, waar by ook quamen
verlcheide befchuldigingen, en klagten ,
van beide de partyen , over malkanders
dienaaren in de Molukze eilanden, en
dat. wel over de geweldenaryen, en
wreedheden, die hier (zo zy beiden voor-
gaven) de een tegen den ander pleegde.
Dit lleurde zo wat heen j maar de ¡^arej
Keizer ondertulfchcn, veel zwaarder zaa- verpand
ken aan de händ hebbende, zo met den zyn regt
oorlog, die hy tegen den Koning J K
Vrankryk voerde, als met jiet geen hy
in Duitfchland, en Italien, daar hy gc-
negen was zieh met veel heerlykheit en
prägt te laten kroonen, te doen had, en
ondertuflehen niet al te wel van pennin-
7u ■ ' gen