
i l
i als hy; zyn tycTdaar tèe geboten zag ,
beiden /weg te jagen, cn dus d'cinkom-
lten van- zyn ryk by de Nagel-hàndel,
daarzy- beiden maar ’t oög opliadden, en-
veel van na ¿ich fleepteü , alleen en zeker
te bezitten.
Maakt Dit was de reden ook, dat hy eenigen
eòi begin tyd; na zyn kómft tot de Kfoön-, en om
raet ons, zieh qüantzuis van’Zynbeloftè, aandeKa-
mwluk- ftdiaanen gedaan, te quyten, met al zyn-
kende.hy Vermögen en met veel konflfenaryén en
fjn weet KaftiliaanfcHe vönden getragt heeft, dpor
« ver- hulp vanhun, niet uit zugt voor ßunnen
Ü K S E
oonen. g ocjst}jenf t , aangezien hy Moorfch was, -
en bleef, maar mt enkele ftaatkundè, en
om al ’t Vorige tegen hen gelineed, hen.
te doen vergetén, ons den voet te ligten,
Cn dat wel in zulk éentyd, alsßykans
meende te zien, om onsy toen op ’t
fwakile zynde, ’er eerft uit te boenen,
en daar na, òp een gunftig voorkomeri-
den tyd, eveh eéns met den Kaftiliaan te
handelen.
Als hem nu dit quam te misiukken,
¿0 ontbrak het dien Vos aan geen dek-
mantels, om zieh by ons daar over te
ontfchyldigen, en ons aan te wyZenj dat
dit de aarileg der Kaftiliaanen was, en
dat hy daar a f ganfch geen kenhis ge-
had had.
Zo had hy inet de Kaftiliaanen, zo
met ons, meei dan eens gedaàn 5 dan den
genen, die hy zo meefterlyk bedrogen
had, weér zeer liftig v leiende, met aan-
bieding van hunnen vyand volkofnen te
Willen dempen.
' Dit wift hy by ons met zo veel fchyn
en hartelykheit te doen, dat wy dit voor
dien tyd gelooven, of, vermits wy anders
niet konaen, voor goede munt in fchyn,
ichoon beter wetende, aannemen moe-
llenj in hoedanigen geval hy zieh daar
na altyd weder heimelyk by den Kafti-
liaan., zo wel als ,by ons, wift te regt-
vaardigen.
Zo ftonden de zaaken hier, als de Heer
le Febrezyn Landvoogdy, na de Mollic-
cos agt jaren beftiert te hebben,: aan den
Heer Gillis Zeiß, als Prefident , over gaf.
. Wat ongegronde voorwendingen van
Iykheden zyn regt op verfcheide landen in Amboions
door na Hhamza ons van tyd tot tyd voorgeftelt,
en wat liftige quellagien hy ons daar by
aangedäan heeft, zal ik hier na, van de
landen onder de Kroon van Ternate handelende,
melden.
In Amboina ftookte h y, daar hy maar
kans zag, de zynen tegen ons op, en
wierden zyn onderzaaten daar al ten eer-
ften zo ftout, dat zy zieh niet ontzagen
-een borgers Praauw omtrent het eiland
Noeflalaoet te overvallen, daar in twee
Nederlandfche borgers dood te ilaan, en
«gt hunner Slaven gevangen te nemen.
Do Ambonfche Landvoogdy Jdn'van tGif.
Gor com, mögt hier over aan zyneirStad- ZynStai-
höuder, Leliato , klagen j maar die hield houder
zieh onwetende van-alles , en wierp d e - .Am-
fehuld' op die van Boero, zeggbnde, dat ouu*
zy Ternate af, en den Tidorees toege-
vaüen waren 3 zönder dat ’er verder iecs
af quam.
In den jare 1Ö18, iri Maarty ontzag In’tja«
zieh die zelve Stadhouder niet veertien 1Ö18;
Jonken, te wetfin, agt op Loehoe, vier
op Cambello, en twee op M'anipa, om
Nagelen te fluiken, te dulden yen fchoon
de opper-Köopman vaq Amboina, de
Heer Philip Ltckaszoo», den yden zelf na
Loehoe ging, en aan hem vertoondfe,
dat dit met de gemaakte verbondfen
ftrOed , zo kon men egter niet beletten,
dat de Nagelen van Löehoe na Cämbellö
gevoert, en daar aan dp vreemde hande-
laars als in ons gezigt verkögt wierden-.
En om ’er zieh uit te drajen, had men Aangfe-
het zo weten tebefteken, dat de Pati, daan.
of Grave van Cambelto, zieh quantzuis
als een wederfpannige aanfteilende, rond
uit zeggen zou x dat hy nög onder de
Holländers, die. al zyn boomeri ömge-
hakt hadden, nög'öndfer den Kinfeläha ,
ftaan wilde, eii dierhalven zyn Nagelen
verköopen Jcoh, daar r’t hem lüftte, ’t
geen dan irhmers de- Stadhouder Leliato
niet beletten kon.
Om nu te beter Zyn rol hier in te
ipeelen, verzogt hy oök zelfonze hulp,
om. al de vaartuigen van Cambellg na
Loehoe te ileepenj dög de örizen1^ die
zyn geveinftheit zeer wel kenden, -waren
zo tot niet dat ze hem dit inwilligden,
aangezien zy wel Wiftcn j dat hy daar by
niet anders zogt , dan de winft der Nage-
len alleen voor zieh te hebben. •
W e l is waar, dat Koning H h a m z a , Hhamia
om ons wat zand in de oogen te werpen, 's ge-
by vertrek van den Heer le Febre over veinsde
Amboina (daar hv den 8ften April in ’ t Amboi-
jaar iöz8. quam)"een biiefaan Kimelaha n?.
Leliato mPt hem riiedei gaf, waar b y hy
hem, en alle de Lähds-grooten, die 'däat
zyne onderdaanen waren, op' de hoogfte
ftraffe verbood Nagelen aan iemand anders,
dan alleen aan de'Nederianders, te
leveren} dog zulke brieven hadden de
onzen al meer van M o d a fa r gezien, zon-
der dat ’er egter het minfte op gevolgt
•wasj behalven dat men ook dagelyks
nog de quade gangen van L e lia to zeer
klaar daar by belpeürde, dat ’ er van daar
geen een pond Nagelen inquam’v w R
welke ons dan eindelyk noodzaakte twee
fchepen na Loehoe, en Cambpllo te zen-
den, om al onzen omilag, cn volk, van
daar te lichten j hoewel dat öp'Catnbeiro
met zeer veel ongemak , uit een onnoo-
zel vo om l geipioten, (gelyk wy dat
breeder
1 A A
breeder onder Amboina zulleü aanhaalen)
geichiedde.
Leliato 's- . ^ cn Leliato den April
Verkeert . hier over aan, maar daar volgde al mede
gedrag. niet, dan een enkele belofte, en tegen-
,ftrydige blyken y op; want yeertigGora-
.cora ’s, uit de Xpelafche eilanden, al in
^Iaart op Loehoe gekomen, zieh ver-
ftput hebbende, twee vaartuigen, door
den Koning van Böeton aan ons, gezon-
den, en na onze vefting op Leitimor
: Zeilende, niet alleen te nemen, maar ook
tfei"■ ■■' .ybqr;prys_teyerkkaren-, zo kon men van
- hem geen wedergave van de zelve, en
v,eel min regt ’er over, krygen, dewyl
’men liftig voorgaf, dat, dit door een
vloot des Kpnings, waar over hy niets
- te zeggen had, gedaan, enookdie zaak
al in ’s Konings handen was, weshalven
hy zieh, daar mede niet kon noch dorft
bemoejen. &£* |
¿yn ' . Oök was hyrzp ftopt, dat;hy» by *t’
Valfche vertrek van den Ambonfchen Landvöogd,
over^e ^en ^ eer Jan van Gorcom na Batavia, aan! I
onien na- ^en ^gemcenpn, Lan^ypogd- van Indien,
Batavia, de* Heer, de Carpentier, over. de onzen
nog wel klagen dorft, als hebbende zeer
veel ongelyk .door de onzen geleden, en
pp dat.tot deze tyd toe zeer geduldig ver-
dragen.
Door Maar zo ras was de Heer Philip Lucas-
Philip zoon geen LaiidVoogd-van Amboina ,ge-
Lucas- worden, o f hy toonde, hoe valfchefyk
inen de onzen had befchuldigt, en höe
jeft er_ ,onregtvaardig hy, en zyn Koning, voor:
gewend hadden., regt op verfcheide V o l keren
in Amboina te hebben, die hy nu
duidelyk, en tot zyn eigen overtuiging,
aanwCes onderdaanpn van de E. Maat-
fchappy te zyn.
Leliato V. Om dit met te meer vnigt te doen, :
ujtvlug- had zieh die Heer in Auguftus na Hitoe
ten. begeven , alwaar Leliato , en onze opper-
Kbppiieden van Loehoe, Cambello', en
Liiliai, mede quamen j dog hoe zeer hy
hem däar van ook overtuigde, zo kon
hy daar egter niet by beruften j maar
Wendde voor daar meae te moeten wagten,
tot dat . zyp Koning, en de. alge-
meene Landvoogd .van Indien ¿ zelf in
Amboina verlchynen, en de gefchillen
over de Landfeheiding, en regten des
Konings aldaar, te zamen beflifleh zoudeüi
een zaak, waar toe de Heer Lucaszoon
den’, algemeenen Landvoogd ook zeer
fterk aanzette, aangezien zonder zyne
tegenwoordigheit in die geweften niet
veel ten vöordeele der E. Maatfchappy
te doen vielj buiten.. dat Leliato ook de
Macailaren voor geen. vyanden, voor en
al eer hy daar toe mede laft yan zyn
Koning had, verklären wilde.:.
Ook wilde hy geen gevlugte Slaaven
wcer geven, nog over de moorden ^ op
E E 1 K. Wpß
Cämbellö, en Noeilalaöet doör'de zynen i6igl
gepleegt, regt doen, voorgevende,- daar
over eerit aan zyn Koning te mbeten
iehryven, waar op nöit antwoprd ver-
nomen-, en waarfchynelyk Ook noit ge-
ichreven is.
In deze Zelve maänd Äiiguftüs ^ èn al ÖePfinS.
eenigen tyd te voren, befpeurde men in
Ternate een groöt ongenòegen tuflbhen Van eea
Koning Hhamza, en den Zéevoogd, Prins vloot
Aali-, te meer, alzo - die làatftéj na zo Coraco-
v,eel gedaane dienften aan de Krpon , hü Ternate^
weér voorby gegaan waS.
Dit deea hem voi ipyt- maar reden
zoekéri j om Zieh van den Koning, ja
van geheel Ternatej te ohtflaàri, om op
een andere plaats te gaän uitwrokken j
’c geen de. Koning zeer wel lyden mögt,
èn daar hy hem veel dienft mede deed ,
vermits hy hem hoe langer höe meer be-
gön te roistrouwenf. -
Men. gaf‘-dan yoor ¿'dät inen zo ftil
niet zitteriy maar ’t een Of *t ander ön-
dernemen , én ¿en • vloot, Pöi dàar nieu-
We landèn mede te gaän winneii, böu wen
moeft } ’t welk Aali, wel lont riekende*
zo ras niét vérnam, o f hy boòd daar tbe
zyri dienft aan, ’t geen Hhamza hem
genegentlyk voor alle andere tbeftond,
alzo hem niemand zo zeer in de1 weg, o f
zo verdagt was. Ook gaf hy hem deze
navolgende Authorizätie- mede.
In ’t Kafleel Maleyó den iften Juny
in ’t jaar t<5z8. Iranßaat van de
Authorizätie vöor Kaitsjili Aali,
als, Kapitein Làoet, om daar mede
- te gaan na Amboina, door den
Koning van Lrfnate aan de andere
zyde gefchreveny iri prÖfentie , en
mét toeftemmirtg van de Soa Siva's,
Sengadji V, Kimelaha ’s , en ande-
. ' re, reprefenterende den Raad tan
'¡ternate.
IK , de Koning vah T erriate, heb dezen Authori-
hvitigefchreven in V.Fort Maleyo , tòt zatie
een getuigenis de maand Ramalaan nemende j
want ik heb :my~byt den Gouverneur alhiep
met zynen Raad, den ouden FifòaaÌ, 1 zyn aan AaU
Kooplieden, en zyn ver der e Raads-per- medc-
zoonény nevens de myiten, de Söä'Siva ’s,
met alle de Sengadji ’s- van’téX&nò., binnen
’t Fort" Maleyö vervoegt, gefproken , ' "
gebitsjaard, ulìeder brievén, de Miiliveri
des Gouverneurs in Ambòitìa gélèZeh, en
overzien, en daar üit befpeüti,' dai, in-
gevallen het alzo wezende , daar in niet
voorzien en voierd, t’avond of morgen de
Amboinezen, en Holländers, overhoop
zullen Jeggen, derhalven met den Holländer
overlegt, om een einde van de zaak té
maken, en goedgevonden den Kapitein
Laoet derivadris tè zenderp, orti alles te
K k a door