
4 6 B E S C H R Y
len van Taroena, en drie honderd en zes
en zeventig van Kaloggan in ’t jaar lyoy
ujtj behalven de, zeventig man op Ta-
recna,die hem ’t dorp Noenoefla, op het
Talauts eiland^Noelfa opbrengen. moete’sjb;
Ook is 4 it Taroena in ’c gemeen de
plaats daar men eerit aankomt, om dat ’er
geen beter, en om dat dit wel de verze-
kerite plaats op dit ganfch eiland is, daar
men geruit ten anker komen en blyven
leggen kan, om dat hier een fraaie diepe
inham is t want fehoon men op Taboe-
kan öok een anker-plaats heeft, zo en is
zy ¿0 goed niet, als deze.
Onder Taroena ilaat ook §stfyan , waar
over wy by ’t verhandelen der Ooit-zyde
des dlands iprekcn zullen.
Het dorp . Omtrent een myl verder heeft men het
Mange- dorp Mangenitoe, alwaar de oude Ko-
nitM, ning van dien naam, Carlo Piantay, al vry
jochil" wonderlyk plagt huis te houden.
Van ouds plagt hier nog een dorp te
zyn, Cajoehis genaamt, dat wel eer met
Mangenitoe in. een gpfmolten dog door
de Spanjaards zeer onbillyk van een ge-
fcheurt, en tot een byzonderryk op zich
zelven gemaakt was* dog jegenwoordig
is het, al zederd de regeering van de Heer
Padbrugge alhier, weder tot een ryk gemaakt
j waar toe egter de Koning Piantay
Zeer traag en in ’t jaar i6 8 z , pas geko-
men k. En fehoon ’er toen nog twee
Köningen, te weten de voornoemde,Piantay,
en Martyn Takineta (van Zommige
qualyk Tahingpetan gCnaamt) nog in wc-
Zen waren, zo zyn deze twee daar in öp I
deze wyze en voorwaarden over een ge-
komen, dat Piantay het gezag , dog Takineta
niet dan de blooten TiteLvan Koning
voeren, en de eer-teekenen van ’t
Sonne-icherm, o f wat dies meer is, daar
toe behoorende, ook behouden,en dat die
vcrder.aan den langfl levenden blyven zal j
egter met dit onaerfcheid, dat Takineta,
na Piantays dood ,. in alles, en dus .in het
Des ulfi IIP® Sez%9 voor zyn perzoon ook wel
Konin- ,volgen, dog dat dit na zyndöod wegr op
gen be- een van Piantay ’s zoonen, o f neven,ver-
fehreven. vallen zal.
r Hier in waren ze beide wel overeen-
gekomenj dog de uitdrukkelyke laildoor
den Heer Padbrugge, als gevolmagtigden
der Qoilerfche Proyintien, Amboina,
JBanda, en Ternate, by zyne Inilruftie
aan zyn vervanger in de Molüceos, den
Heer landvooga, "Jacob Lobs , gelaten,
bragt mede, dog wel te bezorgen, dat
’er geen van Piantay ’s kinderen in dit '
ryk, en in de plaats van hunnen vader
mogten volgen.
DezeKoning, Carlo Piantay was zeer
rhard Spaanfch, zeer wankelbaar en ön-
geftadig in al zyn doen, en behalven dat
ook een volilagen Heiden, een man zon-
V I N G D :t%
der Gbdsdienft in zyn ganfch gedrag;
Van dat eerfte had hy, pas 'van te vo-
ren, eer de Heer Padbrugge. op Sangir
quam, een klaar bewys gegeven, met
zyn oudilen zoon met een groote Cora-
cora naar Manilha te zenden, om van daar
hulp tegen de E. Maatfchappy t e . ver-
zoeken. Ook was zyn zoon, fehoon de
Coracora tegenzyn wil ,en dien der Span-
jaarden, weder te rüg quam, daarnevens
den Tidorefchen Prins Doeko, om geeit
andere reden gebleven , o f wel van de
Spaanichen gehouden, dan. om de zelve
t’eeniger tydt tot hun voordeel, o f wel
(zo dit zo niet vallen wilde) ten minilen
tot nadeel van de E. Maatichappy , by
deze o f gene valiche voorwendingen, te
gebruiken. Dit kan men daar uit afne-
men, ohi dat men den Koning Piantay
nooit heeft können bewegen de minfle
moeite ( zelf op ons aajibpd) tedoen,, om
zyn zoop weder by zieh te krygen.
Hy lag. ook, wegens zynquaftigen aart,
gedurig dan eens met den Koning Jdkine-
ta9 dan eens,met den Koning van.Taboer
cans Goegoegpe ’s., o f ryx-beilierders ,
David Pandjalang, #en Thomas TVaela9
over hoop, ’t geen aan de gemagtigden
der E. Maatfchappy, die jaarlyx de N oor-
der-eilanden gaan bezoeken om de gefchil-
len daar afte doen, zeer veel moeite ge-
duerig gegeven heeft.
Hy was mede een van de magtigftc
Köningen van Sangir y maar. öok een. van
de gevaarlykfte, en geenzins.van de belle
reuk: want als de Heer Commillaris der
„Qoileriche Land - voogdyen , Dirk de.
Haas9 in ’t jaar, 168p.. by zyn aanwezen.
op Ternatp aan den Vaandrig David
Haak, en den Pro viiioneel Secretaris Pieter
A l f i e i n , een Iail-brief gegeven had, na
¿y . zig by het opnemen dezer
Noorder eilanden, en byzonder in opzigt
van^ezen Koning, te gedragen hadden,
zo ondervonden zy , by hun-kQmit met
het jagt Amilerdam , voor- S.angir , zö
volgens de getuigenis van zyne Goegoc-
goe’s; en Babatos, o f Ryks-radcn, Si~
mon Mattalibug, Gabriel Tamoefora ,en An-
toni Maccapondona, als volgens het zeg- Quaa(f
gen van den fchoolmeeiler aldaar, Lucas Ä f r i«
Fajfadus, en meer anderen, dat hy de Piantay,
Engelichen en Spanjaarden, by een uit- en zyn
drukkelyke bezending aan hun na M a -dood<
nilha, daar in geroepen had om;.zyn iyfc
aan hun over te geven, en dat hy, zo zy
nidt goedvinden konden daarrte komen ,
van voörnemens was derwaards de ylugt
te nemen, en de E.* Maatfchappy af te
vallen. Van deze zaak hadden . de Köningen
van Taroena, ,en Mangenitoe,
Martyn Tat andang 9 en Martyn Takineta,
ook zeer goede kennis , die derhalven r ;'
aan den landvoogd in dien tyd, den heer ..
m ö l u c c o s. 47
. jr... _n 7vnen navoleer . den i door geen fchade lyden, e„n ondert;uflchen
n c e r j —
kommering, eri van tyd tot tyd moeie-
1 iertj mm&ejaggjt
kineta
befchrcven.
lykheden gegeven heeft j altyd vreezende
dar de een o f de ander Europeer daar,
of daar omtrent verfchynende,zig op den
eenen o f den anderen tyd eens van zyne
Wifpelt urige en' oproerige luimen bedienen,
en zig daar ter nederzetten mogtj.
het geen dan nog meer moeite voor de
E. Maatfchappy ) en hunne bewintsluidendaar
, n a zig geileept Zou hebben,
indien het God niet behaagt had hen in
♦t jaar 1694. van dien eevaarlyken man
(die in Oftober overleden was) te ver-
löflen, waar vän de voornoemde Alfiein
en Haak , toen juiil weer zamen na de
Noorder eilanden gezonden zynde, in
t :, het begin van November, byhunkomft
m op Sjauw , het eerile bengt kregen,
opgroeijen, cn alle zyne bposaardige
vyanden verduuren mögt. ^
Dat de Koning van Mangenitoe ook Deko^
heet yan een gededte van het dorp j^aagcnH
Noenoefla» op ’t ciland Noefla, zynde toe ook
een der Talautfe eilanden, is, hebben wy vorftnn
bevorens al aangewCzen, en daar by ge- >te
to o n d , dat hem »dit dorp dertig weerbare ¿orp
mannen leveren mobil, gelyk dit zyn;ryk NoenoeP
vier honderd en zeventig weerbare man- | | 1 g t
nengeeft. ' . Noeffi,-
weshälven zy ook- by een brief aan den
Sergeant ( toen op Mangenitoe met eem-
ge foldaten nog leggende, maar nader-
hand ingetrnkken ) la f t gaven, dat de
Ryks-groten de regering voor eerft maar
zouden hebben waar te nemen, ionder
«en vdn zvn Zonen in zyn plaats te ftellenj
bly zynde, dat zy hem quyt waren.
_ K s De Koning Takineta was van een gening
Ta- hcel anderen aard, van een zeer goeden
" “ imborft, en daarbeneven fchrander.befadigd
en van een zeer goed oordeel.
Tot het ryk van Mangenitoe alleen een ,jcr
behoorden in ’t jaar iyos nog veertien Tatatze
honderd zielen, behalven de negentig op aiamiea.
’t eiland Noefla. u ciumy j.s< vt-us*. _P*• as benoordsn het doj^, i Dr e d.orlegt
Ook to n hy ’t Maleits (dat daar anders
za'gemeen niet is) zeer wel lezen en
fchryven, niet alleen in een Latynlche,
maar zelf ook.in een Arabifche letter,
en dat zo vaerdig, dat hy daar in voor
een van de gaeuwfte inlanders gehouden
-wierd. , . ,
• Behalven dit alles zö oeffende hy zieh
ook zeer, niet alleen om ’t Maleits in
onze letter wel te lezen en te fchryven,
maar ook om zig den inhoud van het
N i e u w e Teftament zeer gemeen te male
n , waar in hem den byzonder wel daar
in geoeffende Koning van Taroena,!
Martyn fatandang, met al zyn vermögen
hielp. . .
Om dat nu deze Koning opregt in al
zyn doen, en, voor al ook de E. Maatfchappy
zeer getrouwwas, zo wierd hy
dfeik vervolgt, en van veele inlanders,
die op Piantay’s zyde waren, belogen en
belaftert', weshälven’ei' ook aan devol-
gende landvoogden belaft was, wel in
gedagten te houden, dat deze vorlt geen
vyanden, als om zyn deugd en trouw,
had) waarom ’er ook bygevoegd werd
de befchuldigingen tegen hem wel aan te
hoorens maar de zelve altyd met die om-
zigtigheit cn zo langzaam te behandelen,
dat ze metter tyd van zelfs in rook (ge-
lyk zy waren) verdwynen mogten, op
dat deze eerlyke en vrome neer daar
het dorpje Leang 9 cn ccn weinig pen l c_
yerder befuidpn het zdve een ander, me- ang.eti
de niet groot, cn Goejong genaarndj Kocjong.’
die daar mede onder gcrekent werden.
Omtrent drie raylen Suidelyker, heeft Het dorp.
men het voornaam dorp Tamacko, dat koa eI1(icj
in het jaar 168z. riog onder den Koning 7c|fs
van Siauw ftond. y \
Hoe lang die vorfl: daar op regt gehad, f*W*
o f gezegt heeft te hebben, en wete ik
niet-, maar dit wel, dat hy ler door de
Spaanfche,die voor het jaar idflo.nog op
Sjauw, en’er meefters waren, met ge-
weld ingedrongen is) weshälven de heef
Comroiffaris Padbrugge opk. gelaft heeft,
dat men -in bet toekomende die genen,
waar. op den Koningrvsn Sjauw zyn regt
bewyzen, en met reden veilen kon, he-
ver na Sjauw overbrengen zou , om hier
door veel gefchilleu, daar uit qntftaande,
voor te komen, daar by.voegende, dat,
alzo Tamacko meeft uit Volkeren van
Saloerhah heftend, deze lieden weer na
hun dorp, en de verdere na Taboecan
zouden können gaaö. om de onkoftenvan
een fchoolmeefter voor de E. Maatfchappy
uit te winnen, daar de Heer Padbrugge
vry naeuw op zag. O f dit in dpzigt van
Sjauw daar na gefchied zy , cn, wete
ik niet 4 maar dit w e l, dat in ’t jaar .
1709, Tamacko neg - een dorp op zig
zelven, ook van een fehpolmeefter vöor-
zien was, en dat ’er tpen honderd en
tachentig weerbare mannen, en vy f honderd
acht eil tachentig ingefetenen van
dien waren) hoewel ik ook wete, dat
’er eenige van Tamacko weer na Saloer- . /
han opgekraamt zyn ) . ’t geen in dien .
tyd ook wel van de dorpen Manaloe,
Coelor, en Coema belaft, maarjuiftzo
niet gevolgd is, aangezien ik oojt op
deze drie dorpjens in 't jaar 179p., volgens
kerk-beilgten, byzondfir al mede
nog fchoolen en meefters vind.,..;; -
Vermits zig nu ten Suideo van Ta-
macko niets meer van belang, dan de
' hoek