
e, Hy was. daar nog i n ’t, jaar i6$t. in .klaar bjcek, dat die brief, van een geheel | | j |
1133«. **„• A¿n Um r* Àntnnï t^èftftryqigeq ifthpud met dien was, Hhamzvan
, Apfil'» wanneer hy den Heer» Ahtom
byden7 Q m , Beyelhebber in cüenft: der E.
gezant Määtföhappy ,'en met zekeren geheimen
Caan aan jgg Vsfn Batavia als gezant aan de Konin-
tarn! geh van Macaffar qn-Boeton geaonden ,
Macaflar
eenige
Ternataanfche
plaatzen
weder.
Dog
werd
Boeton
vergeven.
defi z aan boord quäm hezoeken.
Hy roeide eerft met zyh Coracora drie
maal rondom het fchip väri dezen Hol-
landfchen gezant, wierd,' aan boörd ge-4
komen, van den zelven deftig onthaalt,
* en vertrok toen weer met zyn Coracora
na land.
'feien hy Wanneer de Heer Caan we£r na Ba-
eenbrief tavia zeilde, gaf hy hem een brief aan
aan den den Heer Specx, algemeenen Landvoogd
°PPeI" van Indien, mede, waar in hy zieh vervo^
gd ichoonde over vier jaren verblyf in Am-
Specx boina, en nunog genoodzaakt te zyn op
mede gaf. Boeton te blyven, om den Koning van
Macaffar tot zyn pligt in ’t wedergeven
van die plaatzen, by hem genomen, en
die tot de Ternataanfche Kroon behoor-
den, aan te mähen, of? by weigering,
hem met den oorlog tedreigen.
By deze.'plaatzen verftqnd-hy niet al-
Hyeifcht jeen geheple Ooft-kuft van Ceiebesj
Konih” "' inaäröok de eilandfenPangeigne, : Saleyer,
en andere daar ointrent gelegen, en van
ouds al door 'Koning ,Baab Ullah, onder
de Ternataanfche Kroon gebragt.
Dog de Koning van Maeaflar, hem
met zoete woorden pajende, maakte veel
meer Werk, om Zyn Jonken na'Ämboina
klaar te kiygen, om op Boero, o f Wel
op Ajer Mira , en daar om ftreeks, een
vaften voet tot zynen fluik - handel met
Nagelen te zetten > hoewel hy onder-
I tuffchen, om van Aali ’s dreigen ontfla-
door zyn gen te zyn, bezorgde, dat hy op Boeton
beftelop door eenige Confituren, hem ten ge-
fchenk gezonden, vergeven wierd.
Dit was het.einde v a n .^ ^ , in zich
zelven een moedig, en wakker Prips,
dieV^IylE’iv,eei'-i>et6f.j'fan Hh amza, de
TdmtjumfeKe^fepon weerdig- wgs, en
gecnzins verdient had, zoonwaardig zyn
leven te verliezen.
Wat moeite wy nu verder met ’s Konings
Stadhouders Leliato, en Loehoe, in
Amboina gehad, en hoe zy de, onzen
van tyd tot tyd met vreemde handelaars
gequelt, en allezins geplaagt hebberi,
zullen wy omftandiger in de verhandeling
der zaken van Amboina toonen.
In dit zelye jaar quam ’er ook een
gezant des Konings van Amboina ,;-zo
hy voorgaf, uitdrukkelyk gezonden, om
de gewezene onluilen wegens de vreemde'
handelaars af-te doen ; maar ons opper-
hoofd op Loehoe zond aan den Ainbon-
Ifcheri Landvoogd. een' affchrift van den.
brief door Koning Hhamza aan zynen,
Stadhouder aldaaf gefchreven, waar uit
Hhamza
zendeen
gezant
in Am--
boina.
welkeri dç gezant Guaffo uit ’s.Konings *s valfche
naàm aan den Landvoogd gebragt had. itreeken
In den zelven belaile hy. hem duidelyk, ?n^ekt
de vreenide handçlaars, allehoon men.daar boina.'
over met de. Hollanders, weêr in oorlog
raken mögt, aan.te houden, aangezien
hy van hun meer voordeel,dari van de E.
Maatfchappy, trok-
Hier quamen zyn Kaftiliaanfche ftree-
ken, hoe lang ook door hem verborgen
gehoudpn, nu aan den dagi weshalven
de onzen, lang genoeg van hem , en
zynbewintsluiden, befpot , voortaan ge-
noodzaakt wierden hunne zaaken aldaar
geheel anders te rigten, en aan hen beiden
evenveel geloof te geven.
Met een woord moeten wy hier tuffchen
by zeggeh, dat de Heer van Lodeftein
uit het vaderland ordinaris Raad van
Indien gemaakt; wièrd, en ’t äl bevorens
gemaakt was} dog ’t behaagde haar .
Edelh.eden niet dit op te volgen, waar
van. de Heeren Browwervan Diemen, en
•van der Barg reden in een brief aan de
Heeren Seventienen van den giften December
des jaars 163f . gaven, hoewel
■die niet zeer voldöende wasj alzo de
Heeren Seventienen hyn doen in dezën
impertinent noemdeh.
Terwyl men in Amboina met de E.
Maatfchappy even eens , als de. Kat met
de Muis, fpeelde, vernamen onze ampte-
naaren in Temate. mede dagelyks nieuwe
blyk|?n. van Koning Hbamza ’s dubbelhar-
tigheit, met wellten zy gedurig, over
kleinigheden zelf, overhöop lagen.
In ’t jaar 1 <5 3 3 . vertrok de Advocaat; Van den
Fifcaal van Indien, de Heer, Antoni van Heuvel s
[den Hcuvel, geyolmagtigt om den ftaat P^J
de^ drie Qollerfche Landvoogdyên te Jin xer-
gaan bezigtigen, in Juny uit Amboina. na nate.
Ternate, daar-iiy met den Fifcaal Johan
Ottßns den öden Auguftus aapquamj die Ottens
d a a r d e n iyden als agtfte Landvoogd ’der agtfte
Moïucços, in de plaats van den Heer
Lodeflein^ die toen vertrok, door van \ierMo-
den Heuvel aangeftelt is. ■ luccos.
In. ?t jaar 1634. verfcheen in Amboina
weêr een gezant des Konings.
Den ifden January quam eene Katt- in’tjaar
sjili Sibori Ldkjamana met den To lk , 1634.
Gerard Roelofzoon, voo'raf met een T er"-Hhamza
nataanfche Coracora aan de veiling Vi£lo-. eenge.
ria, met berigt, dat zy ’s Konings groo- zant met
ten gezant, Sadaha , met een .andere volle-
Coracora op Boero gelaten haddeh r en oDasgge°m
äat zy een brief des Konings mede brag- noegen
ten, beheizende, dat deze Sadaha mette geven.
de opperite magt, om alle gefchillen te
befliffen,, de vreemdelingen te verdryven,
beide de Kimelaha ’s , Loehoe, ''en Leliato,y
met al hunnen aanhang na Ternate te
bren-
Ló¿h¿e,
en Leliar
to afge-
zet, en
vervan-'
gen doór,
Fakiri.
K E M 1^7
Gelyk nu de zaaken der E. Maatfchap-
p y d o o r Hhamza ’s geveirildheit, en siegten
looze llreeken, zeer flegt in Amböinä flaat der v
ilondenj ialzp waren Zy toen ook niet bnzeuin.»
beter in Ternate gefielt. : t - Ternate.,
lmmers zodanig vond- het hier de
opper-Koopman, Henrik Hagenaar, wan-
heer hy met het fchip, Grol, den
February in ’tjaar 1Ö3 p; voorde veiling
Orangie ten anker quam.
De Landvoogd, "Johan Ottens, de Door;t
öpper - Kobpman , de tweede van die lang t: r
beftiering, Antoni van Leeuwen, Nico- agter
laas Cloet , hoofd van Gnoffiekia op
Makjan, :en meer andere leden van den troepen.^
Raad dezer Landvoogdy, Ziagen met < ’
Arends-oogen uit na de hulptroepen, die *
ver wagt, en zo noödig hier vereifcht
wierden. > Wel is waar, dat in die zelve
maand het fchip Waffenaär, en ,’t jagt
Texel, daar. nog quamen y dog die beide
vertrokken . den illen Mai -met deh
Fifcaal, Daniel Ottens, broeder van den
Landvoogd, als bevelhebber over deze
fchepen, na Japan.
brengen, en om eenen Kimelaha
Ydn Böerq, in hun pjaats te Hellen, om
ons in, alles genoegente geven, gezonden
wierd.'
Yergplde pillen Jiit [de zelye doos,i als
al de vorige, ; waai^m; de, Landvoogd; ’er
öok j)jepfmeer yangeloofde, dan de tyd ,
'en' zalfen , Eem iriedem aan te nemen.
Iiftmefs uit des Sadaha ’s wezen, . en w©r-
defe '1)3017ven, zag men klaar, dat hy
:hiet;de minftegenegenheit had, om.-ie.es
van alles, ’t geen hy, helooft had , uit te
vöeren. Ja Jt was zo^verre van .daar,
'dat hy. in tegendeel ,ai. weer de zelve
Vöorwendingen van ’s Konings regt op
verfcheide landen in Amboina even .QPge.-
gröhd, alis voor dezen Leliato, , . ;yoörtr
bragt* - Zelf fchaamde hy zieh niet, de
Orangkajen van Hitoe, en anderen, tot
het afloppenvan de,vellingenyan Loehoe,
eh Hija, Herk mqt woorden :aan te z.et-
ten ^'om „welke te meer kragt te, geven;, 1
meii'pbk' een brief des, Konings, daar,to,e
mede ‘‘ftfekkende , r en zonneklaar-; zyn
zametri’weering met Kakiali aanwyzende,
gebruikte, de welke egter de Radja, of
Koning, nevens de Orangkajen van
Hitoe, om dat ,ze.aan. Kaldali, en niet
aan hun, gefch,rev.en was,, niet wilden
ontfangen. Daarbeneven wilden de Hi-
töeezeh öok geenzins den naam van Terr
nataanfche ondeiriaa,nen dragen, even
gelylt öok de onzen hem zeiden, niet
een vöet lands van ’t gene zy met den
fwaarde gewonnen hadden,. aan den Kotfing
Dés Sa-
daha ’s
bedriege-
lyk voor-
geven.
Geble-
ken uit .
Hhamza^
•’s valfche
brief.
En zyn
zamen-
rotten
met Ka-
kiali.
De Ma-
caflaren
verove-
ren veel
van Celebes
Noord*
kuft.
In 'tjaar
163s.
van Ternate te willen overgeven.
Egter will deze Sadaha door Kakiali,
en anderen, het zo te drajen, dat men
met de Hitoeezen in een fwaren oorlog
raäkte, waar van ’t gevolg was., dat d,eze
gezant de Loehoeneefche Orangkajen,
onze: vrienden, gevangen na Ternate
voerde,' lateride ondertuifchen de Kimelaha
’s , Loehoe, en Leliato, nog op
Luciela in de regeering blyven, zo dat de
pude Kimelaha , Fakiri, weer vrugte-
loos na Boero keerde.
Omtrent dezen tyd, riog in ’t jaar
¿034, vermeefterde de Macaflaar op Celebes
• Noorderdeel veel plaatzen der
Tcrnataanen, als Manado, Gorontalp,
en Tomini, waar over wy onder Ma-
callar breeder fpreken- zullen.
In ’t jaar 1635*. wiit deze Koning
Hhamza ons nog al meer moeite in Am-
boina te brou wen, en door de Boeronee-
zen, en Amblauwers, uit te werken,
dat onze wagt op Amblauw, in vyf
Soldaaten beftaande, verraderlyk ver-“
moordt wierd i waar op een algemeene
oorlog in Amboina kort daar aan volgde,
by welken de Kimelaha ’s in ’t vervolg
van tyd die van Oma, Noeflalaoet, en
meer andere, tot afval willen te brengen.
Zeer veel nadeel bragt het ook deh Het üe-
onzen hier by , dat de hulptroepen der men van
Kaililiaanen, in twee fchepen, eön Ga-
lei, en drie o f vier Jonken befläande, al voik. 4'
in December des voorleden jaars gekomen
waren, waar by nog een ongelulc vo'gde,
te weten, dat de boot van het fchip
Tholen met den onder-Hopman ,• Kraneveld,
een , afliftent, en zeventifcn Sol*
daten, of Matroozen,, door de Tidöree*
zen genomen wierd > over welke de
Koning van Tidore den 1 yden April met
een Coracora door een Holländer aanbie-
den liet, den. onder-Hopman VÖot dui-
zend Ryksdaalders y twee Matroozen
voor drie: honderd Ryksdaalders, o f anders
een Matroos tegen twee Tidoreezenj
te willen loflenj dog den zzften April
gaf hy den onder-Hopman tegen negen
Tidoreezen, den affiilent tegen twee,
en de twee Matroozen tegen drie Tidoreezen}
hebbende een onder-Stierman,
en v yf Soldaten, die Paaps geworden
waren, na Manilha in hun dienlt ge-
voert. Ook had onZe Galias tegen twee
Kaftiliaanfche -fchepen , en een -Galei,
Haags geweeft } maar was ’er-met tien
dooden, en veel gequetften, gelukkig
afgekomen.,
Doch alles overtrof nog, dat Koning Hlianiza
Hhamza zieh nu- ongemeen bars eri ’s ftout-
wreyelig tegen ons aankantte, en ons in heit, in 't
alles op zullt een ongelegen tyd den voet ma^cn
, r • 1 & & 1 ■ ■ 1 van een dwars zette, zieh met ontziende: een Vefting
nieuwe fterkte niet verrc van onze vefting digt by
Orangie te maken, waar door hy oris in de onze.
groote benaauwdheit bragt, vermits hy
daar door in ftaat zou geraakt?'hebben,
om die yefting veel te benadeelen, al ’t
L 1 1 welke